Als baarmoederhalskanker uitzaait, is dat meestal naar de lymfeklieren in het bekken. De ziekte verspreidt zich minder vaak via het bloed. Gebeurt dit wel, dan is dit vaak pas in een later stadium. In dat geval kunnen uitzaaiingen ontstaan in de longen, lever of botten.
Bij baarmoederhalskanker met uitzaaiingen naar de longen, lever of botten wordt u meestal niet meer beter. U kunt wel een behandeling krijgen om uw klachten minder erg te maken of langer te leven. Bijvoorbeeld bestraling of chemotherapie. U beslist samen met de gynaecoloog welke behandeling u wilt.
Wat is de overleving van baarmoederhalskanker? Gemiddeld zijn 10 jaar na de diagnose nog 62 van de 100 vrouwen in leven. Let op: dit zijn gemiddelde cijfers voor alle mensen met deze soort kanker. Jouw vooruitzichten kunnen anders zijn dan het gemiddelde.
De arts kan op een beeldscherm zien of er kanker in uw baarmoeder zit. Ook kan bij dit onderzoek een heel klein stukje van de baarmoeder worden weggehaald als de arts iets ziet dat er anders uitziet. Soms krijgt u ook een echo.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Lymfekliermetastasen van hoofd-halskanker uiten zich door een zwelling in de hals. Zo'n zwelling is meestal niet pijnlijk. Niet alle zwellingen in de hals zijn uitzaaiingen, en niet alle uitzaaiingen geven direct een voelbare of zichtbare zwelling.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Uitzaaiingen kunnen al bij de eerste diagnose aanwezig zijn, maar ook pas jaren later ontstaan. Als kankercellen losraken van de tumor, worden ze via het bloed of lymfebanen, of via beide, naar andere organen verspreid.
Hoe gaat het verder bij uitzaaiingen in de lymfeklieren? De kans om beter te worden is anders bij elk stadium van een melanoom. Ongeveer 70 van de 100 mensen met melanoom stadium 3 leven nog na 5 jaar.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Een MRI-scan maakt een serie foto's van het lichaam of een deel ervan. Hiermee kan de arts een beter beeld krijgen van de uitzaaiing en de weefsels eromheen.
De arts kan longuitzaaiingen ontdekken doordat op een röntgenfoto afwijkingen zijn te zien. Een röntgenfoto van de longen kan horen bij standaardonderzoek na de diagnose kanker. Dit onderzoek gebruikt de arts om vast te stellen of er uitzaaiingen zijn.
Om de overlevingskansen bij kanker uit te drukken, wordt vaak de vijfjaarsoverleving gebruikt. De vijfjaarsoverleving is het gemiddelde aantal mensen dat vijf na de diagnose kanker nog in leven is.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Het woord 'uitbehandeld' betekent voor iedereen die kanker heeft wat anders. Soms kan het betekenen dat je niet meer lang zult leven. Het kan ook inhouden dat je nog jaren kunt leven. Je ziekte is niet te behandelen of te genezen, maar gelukkig niet zo agressief dat je direct moet vrezen voor je leven.
Patiënten met uitzaaiingen hebben meestal een kortere levensverwachting dan patiënten bij wie (nog) geen uitzaaiingen zijn gevonden. Meestal is bij uitgezaaide kanker genezing niet meer mogelijk.
Het hangt onder andere af van je conditie vóór de behandeling, van je leeftijd en of je nog andere ziekten hebt. Ook speelt mee welk soort chemotherapie je krijgt. De ene chemokuur is zwaarder dan de andere chemokuur. Bespreek met je arts of verpleegkundige wat je kunt verwachten.
Kanker gaat niet altijd gepaard met pijn. In de beginfase van de ziekte heeft ongeveer 30% van de patiënten pijn, in een later stadium gemiddeld 60-80% van de patiënten. De meeste pijn ontstaat als er sprake is van uitzaaiingen. Naast lichamelijke oorzaken spelen ook emoties een rol bij de beleving van pijn.
Onderzoeken bij baarmoederkanker
Meestal krijg je eerst gynaecologisch onderzoek in het ziekenhuis, vaak ook met een vaginale echo. De gynaecoloog neemt meestal een of meer stukjes weefsel weg (micro-curettage). Met de uitslag kan de arts zien of de tumor kwaadaardig is.
Met een CT-scan kan de arts onderzoeken hoe ver de tumor zich heeft uitgebreid en of er uitzaaiingen zijn. De arts kan een CT-scan aanvragen als: je een agressieve vorm van baarmoederkanker hebt, waarbij er kans is dat de tumor ook buiten je baarmoeder groeit. het CA125-gehalte in je bloed verhoogd is.
De kanker is een ongecontroleerde groei van afwijkende of abnormale cellen in het slijmvlies van de baarmoederhals (1) (ook cervix genoemd). Hij kan zich op twee plaatsen ontwikkelen: ter hoogte van de ectocervix (3) of baarmoedermond en met het blote oog zichtbaar tijdens een gynaecologisch onderzoek.
Over het algemeen is baarmoederhals-kanker goed te behandelen. Als er echter uitzaaiingen worden vastgesteld buiten het bekken (bijvoorbeeld in de lever of in de longen) is de kans op genezing heel klein.