Wat moet je echt weten: hoeveel panelen kun je plaatsen? Een standaard systeem van zonnepanelen met een stekker bestaat uit 2 panelen met een maximaal vermogen van 600 Wp. Dat komt doordat je niet meer dan dit vermogen op een stopcontact mag aansluiten als er ook andere apparaten op die stroomgroep zijn aangesloten.
Wil je meer dan die 500 W genereren, dan moet je een aparte groep (laten) aanleggen. Deze aparte groep moet dan niet toelaten dat er verbruikers op aangesloten worden; er mogen alleen maar vermogen genererende zonnepanelen op aangesloten worden.
Zonnepanelen welke volledig onafhankelijk werken, ook wel 'off grid' genaamd, blijven probleemloos verder werken bij stroomuitval, alsook alle elektrische toestellen. Dit type zonnepanelen installatie komt voor bij afgelegen buurten waar geen elektriciteitsnet bestaat.
Je kunt maar één setje zonnepanelen met stekker aansluiten per groep in de meterkast.
Een standaard systeem van zonnepanelen met een stekker bestaat uit 2 panelen met een maximaal vermogen van 600 Wp. Dat komt doordat je niet meer dan dit vermogen op een stopcontact mag aansluiten als er ook andere apparaten op die stroomgroep zijn aangesloten. Dit is wettelijk zo geregeld.
De zonnepanelen zijn geplaatst, wat nu? Nadat de zonnepanelen zijn geplaatst op het dak raden we u aan om de omvormer op een aparte groep in uw meterkast aan te laten sluiten, veiligheidshalve. Een omvormer waar te veel stroom door heen gaat kan namelijk leiden tot overspanning, stroomuitval of zelfs tot brand.
Ter vergelijk: een gemiddeld gezin in Nederland draait 208 wassen per jaar. Met een zuinige wasmachine kost dit totaal ongeveer 168 kWh. Met andere woorden: één zonnepaneel is dus al genoeg om de energiekosten van deze wasmachine af te dekken.
Werken zonnepanelen ook bij stroomuitval? In principe niet. De zon kan wel schijnen en de zonnepanelen doen hun werk maar de omvormer zet de energie niet op het net.
Stroom van zonnepanelen
Een stroomstoring kan ook ontstaan door zonnepanelen. Met behulp van zonnepanelen wordt stroom teruggeleverd aan het net, maar dit gaat niet altijd goed. Dit probleem is niet zelf op te lossen.
Rekenvoorbeeld gemiddelde dagopbrengst zonnepanelen
Het vermogen van 10 zonnepanelen is 3650 Wp. De factor 0,85 is een goed gemiddelde voor daken in Nederland. De gemiddelde dagopbrengst van je zonnepanelen is dan: (3650 x 0,85) / 365 = 8,5 kWh.
Om een goed rendement te halen uit je zonnesysteem, heb je minimaal 6 panelen nodig. Minder dan 6 panelen geeft zelden een positief resultaat.
Wanneer je meer energie wilt opwekken (en er is nog plek op het dak) is het mogelijk om je zonnepanelensysteem uit te breiden. Dit kan door een aantal zonnepanelen bij te plaatsen of door een tweede zonnepanelensysteem neer te leggen. Aan beide opties zitten voor- en nadelen.
Simpel gezegd betekent het dat een groep zonnepanelen aan dezelfde kabel worden aangesloten en aan 1 omvormer wordt gekoppeld. Dit heet een string. In 1 string passen zo'n 20 tot 25 panelen. Bij grotere zonnestroominstallaties, zoals je die graag op jouw dak wilt hebben, zijn er dus meerdere strings nodig.
Van de stroom die u opwekt met zonnepanelen mag u jaarlijks 5000 kilowattuur aan teruggeleverde elektriciteit verrekenen (salderen) met uw afname. Sommige leveranciers salderen ook boven de wettelijke grens van 5000 kWh per jaar. Dit is dus interessant als u meer verbruikt en meer opwekt dan 5000 kWh.
De omvormer kan het beste worden opgehangen op een plek die niet al te stoffig is en waar de omvormer zijn warmte goed kwijt kan. Een krappe slecht geventileerde meterkast of een hooischuur is daarom geen goede plek. Een koele garage, daarentegen, is de perfecte plek.
Over het algemeen is een kleinere thuisbatterij iets duurder per kWh capaciteit dan een groter exemplaar. Een thuisbatterij van 3 kWh heeft een richtprijs van ongeveer 4.000 euro. Een batterij van 8 kWh een richtprijs van 5.000 tot 8.000 euro en een batterij van 14 kWh is de richtprijs zo'n 10.000 euro.
Op een zonnige dag kan het voorkomen dat de omvormer veel vermogen wil terugleveren en dat er tegelijkertijd weinig stroom wordt verbruikt in het huishouden. De netspanning loopt op, de limietwaarde wordt bereikt en de omvormer wordt uitgeschakeld.
Een deel van de stroom gebruik je namelijk zelf in de woning ook al ben je zelf niet thuis. Denk dan bijvoorbeeld aan sluipverbruik en apparaten als de koelkast en het ventilatiesysteem. De slimme meter kan alleen de stroom registreren die je levert aan het net of afneemt van het net.
Maak daarom overdag zoveel mogelijk gebruik van de stroom uit zonnepanelen. Zet bijvoorbeeld energieslurpers als de wasmachine of de afwasmachine aan terwijl de zon op je panelen schijnt. Op deze manier verbruik je je zelf opgewekte elektriciteit in plaats van de elektriciteit van de energieleverancier.
Het is misschien wel het grootste misverstand in zonnepanelenland: het idee dat zonnepanelen in de winter helemaal niets opleveren. Een zonnesysteem draait op de zon, maar niet op de warmte ervan. Juist het licht van de zon wordt omgezet in energie. Ook op minder zonnige dagen doen zonnepanelen dus gewoon hun werk.
Als er geen obstakels aanwezig zijn en er geen kans op schaduw is, worden de zonnepanelen meestal serie geschakeld aangesloten. Is er kans op schaduw of varieert de hellingshoek van de zonnepanelen? In dat geval adviseren een parallel geschakeld zonnepanelensysteem.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Wanneer de panelen op je dak liggen en we de omvormer hebben geïnstalleerd, trekken we een kabel van de omvormer naar de meterkast. Dat is nodig om de opgewekte stroom van je zonnedak via de omvormer naar de meterkast laten lopen. Via deze kabels sluiten we de zonnepanelen aan op de hoofdmeter en op de hoofdzekering.