Aardbeien: knoflook, peterselie, prei, radijs, sla, spinazie, tijm, tomaten, uien, wortels. Andijvie: koolsoorten, prei, stokbonen, tomaat, venkel.
Nog kleiner dan een laagstam, zijn de zogenaamde mini fruitbomen, dwerg fruitbomen, of zuilfruit boompjes. Niet alleen vertakken ze al vanaf heel laag, maar ze blijven ook erg smal. Ideaal voor als je echt weinig ruimte hebt, of voor in een pot of bak. Zuilvormige fruitbomen worden ook wel Ballerina fruitbomen genoemd.
FRAMBOOS en SMEERWORTEL (de smeerwortel kun je 4x per jaar snoeien en mulchen) FRAMBOOS en GOUDSBLOEM. DRUIF en PRIMULA (signaalplant voor de taxuskever, ook voor AARDBEI en BLAUWE BES)
Mocht je zelf zaden willen oogsten van je zelf geteelde paprika's zorg dan dat je een goede afstand aanhoudt tussen je paprikaplant en peperplant – in principe zullen gekruiste nakomelingen altijd pittig zijn (omdat heet 'dominant' is over niet heet).
Plant de aardbeien 25 tot 30 cm uit elkaar in rijen met een onderlinge afstand van 50 tot 60 cm, zo krijgen de plantjes voldoende licht en lucht. Geef de eerste weken na het planten geregeld water.
Paprika zaaien doe je naast Afrikaantjes, basilicum of bieslook. Pompoen doet het goed naast sla, radijsjes en zonnebloemen. Wortels staan graag naast uien. Sla kun je zaaien naast kool, prei, tomaat en dille.
Welke teelten elkaar best niet opvolgen:
Erwt en boon niet laten opvolgen. Zaai geen bonen na knolselder of witloof. Zet geen wortel na aardappel.
Afrikaantjes zijn dé beste buurplanten voor in je moestuin. Ze verjagen aaltjes in de mix, weren schadelijke insecten - zoals luizen - en trekken massa's bijen en vlinders aan.
Goede combinatieteelt
Aardbei – knoflook, kropsla, radijs, spinazie, wortel. Rode biet – kool, radijs, raap, sla, ui. Radijs – aardbei, erwt, kool, wortel, tomaat, sla, rode biet. Sla – aardbei, dille, kool, prei, radijs, rode biet, tuinboon, tomaat, wortel.
Bij tomaten kan je ook nog paprika, meloenen, pepers, en komkommers planten. Wel te verstaan als ze groot genoeg is .
Voor een optimaal resultaat kun je je moestuin het beste indelen in minimaal vier vlakken. Plant per vlak de soorten uit één gewasgroep bij elkaar. Zorg voor aparte vakken met peulgewassen, koolsoorten, bladgroenten, vruchtgroenten, of wortels & knollen. Elke groep gebruikt zijn eigen voedingsstoffen.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten. Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Extra voeding voor je aardbeien
Te veel stikstof (N) geeft immers te veel bladgroei en te weinig vruchten. Zoals bij ander fruit is vooral potas (K) van belang voor een goede vruchtzetting. Kies daarom een aangepaste formule zoals de DCM Meststof Aardbeien & Kleinfruit. Het beste geef je 20-35 g/plant of 60 – 100 g/m².
Aardbeien houden van rijke grond die niet te zuur is, tussen de 5.5 en 6.5. Heb je te zure grond, dan kun je gesteentemeel toevoegen zoals kalk. De zuurtegraad in je moestuin grond kun je meten met een pH-meter.
Komkommerzaden kiemen het beste bij een temperatuur van 20 tot 22 graden. Buiten planten doe je halverwege mei, wanneer de kans op nachtvorst zeer klein is. In een kas kun je al eerder beginnen met planten, omdat de kans op nachtvorst dan wat kleiner is. Zowel in een kas als buiten plant je komkommers op 150 x 40 cm.
Bemesting. Paprikaplanten die in de volle grond of kas groeien hebben tijdens hun groei geen verdere bemesting nodig maar bij de paprika's die in potten worden gekweekt is het aan te bevelen om na acht weken wat osmocote (kuipplant mest) door de grond te mengen.
Een paprikaplant heeft heel veel water nodig om zijn vruchten te kunnen vormen. Vooral in de zomermaanden kan het gebeuren dat de potgrond sneller uitdroogt. Daarom raden we je aan om steeds met je vinger de vochtigheid van de grond te controleren. Als de grond nog vochtig is, hoef je geen water te geven.
Frambozen kan u beter ook geen (of heel weinig) kalk geven. Frambozenplanten houden van lichtzure grond. Ook champost kan u beter NIET geven aan frambozen. KALKMINNENDE PLANTEN DIE VAN EXTRA KALK HOUDEN.
Een framboos staat het liefst op een zonnige standplaats maar doet het ook goed in de halfschaduw. Ze houdt van een lichtzure grond (Ph 6,0 tot 6,5). Frambozen wortelen oppervlakkig maar zijn ook gevoelig voor wortelrot. Om die reden moet het grondmengsel luchtig maar tegelijkertijd vochtvasthoudend zijn.
Frambozen houden namelijk van een lichtzure grond (Ph maximaal 6,5 maar liever wat lager), die ook nog humeus moet zijn, vochtvasthoudend (omdat ze oppervlakkig wortelt) maar ook goed vochtdoorlatend (omdat frambozen gevoelig zijn voor wortelrot). Te kalkrijke grond geeft ijzergebrek/chlorose en meer kans op ziekten.