In het slot kom je terug op de in de inleiding gestelde vraag of gegeven probleemstelling. Je kan een korte samenvatting geven, je conclusie geven, een afweging maken, een oproep of aanbeveling doen of je verwachtingen uitspreken.
Het laatste deel van een tekst wordt het slot genoemd. Het slot herhaalt meestal het belangrijkste uit de tekst. Door het slot wordt het verhaal mooi rond. Let op: bij nieuwsberichten is er vaak geen slot.
Een zakelijke tekst (artikel, brief, beschouwing, enzovoort) heeft vaak een vaste indeling: inleiding, middenstuk en slot. Elk deel heeft een specifieke functie en kan uit meer dan één alinea bestaan. Het middenstuk bestaat meestal uit verschillende alinea's, inleiding en slot vaak uit één.
De kern uit een stuk tekst halen wil zeggen dat je kort kunt omschrijven wat de belangrijkste boodschap van de auteur van de tekst. Daarvoor moet je doelgericht kunnen lezen. Dat wil zeggen, gericht lezen, met een focus op het beantwoorden van je kennisvraag.
Wat moet je niet doen? Stel in het slot niet een nieuw deelonderwerp aan de orde. Sluit niet af met clichés als 'De tijd zal het leren' of 'Het is een lastige kwestie en zal dat nog lang blijven. Zet geen 'Einde' onder de tekst.
De 7 tekstdoelen zijn: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren.
De kernzin van een alinea is de zin die de hoofdgedachte van de alinea bevat. Vaak is de eerste zin van de alinea de kernzin, maar ook de tweede zin of de laatste zin van de alinea kan kernzin zijn. Een enkele keer staat de kernzin in het midden van de alinea.
In de laatste alinea van de inleiding geef je een korte beschrijving van de opbouw van het document en de manier waarop je de centrale vraag gaat beantwoorden. Je maakt de lezer als het ware wegwijs in je document.
slot (sluiting), een mechanisme waarmee een voorwerp kan worden afgesloten; slotwoord, slotstuk of epiloog van een verhaal of een speelfilm; kasteel of burcht, een versterkte woning; slot (klooster), gedeelte van een klooster dat niet toegankelijk is voor niet-religieuzen.
Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. Meestal herkent men het einde van een alinea (visueel) aan de kortere laatste regel ervan (de staartregel). Soms laat men de opening van een alinea inspringen of gebruikt witregels ter onderscheiding.
Het schrijven van deze scriptie heb ik als erg interessant en leerzaam ervaren. Ik ben erg trots op het resultaat en blij dat ik deze periode kan afronden. Het plan dat ik in januari had bedacht is gedurende het proces gewijzigd.
In een beschouwing gebruik je geen 'ik' en aanverwante woorden. De structuur van de beschouwing moet de volgende zijn: Inleiding ● Alinea 1 Beschrijving van de actuele situatie of een algemeen geldend voorbeeld. Eindigen met vraag.
Amuserende teksten zijn bijna altijd fictie (zie opmerking hieronder), maar ook bijvoorbeeld een column zal vaak naast informerend en overtuigend ook amuserend willen zijn.
Alhoewel WD40 multispray goed werkt voor het smeren van een slot is het niet optimaal. Het product trekt namelijk een beetje vuil en stof aan, waardoor je na verloop van tijd mogelijk weer problemen krijgt met het slot. Dit product is echter beter voor het smeren van (cilinder)sloten dan grafiet.
Een bekende, goede slotspray is bijvoorbeeld die van ABUS. Dit type spray is er speciaal voor fietssloten. De slotspray van ABUS is vetvrij waardoor het geen vuil aantrekt. Dit in tegenstelling tot het bekende WD-40 en siliconenspray.
Net als bij alle spullen die veel buiten worden gebruikt, kan er vooral met koud Hollands weer viezigheid of corrosie ontstaan in het slot. Om het slot weer soepel te laten lopen adviseren wij het gebruik van smeerolie. Dit kan zijn WD40, silliconenspray of kroonolie. Het juiste gebruik van deze olie is erg belangrijk.
De groep kernwoorden bestaat voornamelijk uit werkwoorden (gaan, komen), bijvoeglijk naamwoorden (goed, klein), voorzetsels (op, naar), voornaamwoorden (jij, dat), lidwoorden (de, een) en voegwoorden (en, maar). Zo'n 10% van de kernwoorden zijn zelfstandig naamwoorden.
Kernzinnen geven jou de belangrijkste informatie uit een alinea. Zo krijg je al snel een idee van waar de tekst over gaat. Kernzinnen staan vaak helemaal aan het begin of helemaal aan het einde van een alinea. Met signaalwoorden leidt de schrijver jou als lezer door de tekst heen.
Hoofdgedachte: in 1 zin samengevat waar de tekst over gaat, het is altijd de eerste, tweede of laatste zin van een alinea Kernzin: de zin waar de belangrijkste informatie in staat Hoofdzaken: belangrijkste in 1 zin.