Is je bougie wit dan is de verbranding te heet. Dit betekent dat het mengsel uit de carburateur te arm is en dat de sproeier dus te klein is. Is de bougie donkerbruin of zwart? Dan is het het mengsel te rijk en dien je een kleinere sproeier te monteren.
Een witte bougie duid erop dat het mengsel te arm is, de ontsteking te vroeg of de bougie te warm. In het eerste geval moet er een grotere sproeier in. Wanneer de ontsteking te vroeg staat, moet deze later gezet worden. Als de bougie te warm blijkt te zijn, moet er een koudere bougie in.
Zwarte bougies zijn een teken van een zwakke vonk of te veel brandstof in het lucht-brandstofmengsel.
De warmtegraad van een bougie geeft aan, in hoeverre die bougie in staat is om de opgenomen warmte aan de directe omgeving af te dragen. Wat doet het? De bedrijfstemperatuur van een bougie bedraagt, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden en de constructie, 400-850 °C.
Dit is de normale situatie. Deze bougie heeft gelopen onder normale omstandigheden in een “gezonde” motor. Dankzij deze goede omstandigheden is de aanslag licht gekleurd of grijs. Dit komt overeen met de juiste benzine.
Wanneer je auto in stilstand draait, zou je de motor soepel en zonder horten en stoten moeten voelen. Als je een onregelmatige of schokkerige stationairloop ervaart, kan dit wijzen op bougies die niet langer hun werk naar behoren doen.
Welke soorten bougies zijn er en welke moet je kiezen
Koperen bougies zijn de meest betaalbare optie, maar hebben een kortere levensduur. Platina bougies gaan langer mee en bieden een betere prestatie, terwijl iridium bougies de beste prestaties en duurzaamheid bieden, maar ook duurder zijn.
Een warmere bougie kan vergeleken met een koudere bougie veel minder warmte afgeven aan de cilinderkop. Als de temperatuur van de elektrode te hoog is dan zal de brandstof op de elektrode te snel verdampen. Dit resulteert in een te hoge compressie en te vroege ontsteking van het brandstof/lucht mengsel.
Het warmtebereik van een bougie wordt meestal gespecificeerd als een getal, waarbij sommige fabrikanten oplopende cijfers gebruiken voor hetere bougies en andere het tegenovergestelde doen, waarbij ze oplopende cijfers gebruiken voor koudere bougies.
R geeft aan of de bougie een ontstoringsweerstand heeft, in dit geval heeft de bougie een weerstand.
Denk echter dat je het probleem niet bij je bougies moet zoeken, maar elders: Natte bougie = geen/slechte ontbranding van het mengsel -> ophoping van benzine, nat worden van bougie => helemaal niet meer ontbranden -> natte bougie.
Een vervuilde of defecte bougie vonkt niet effectief, als gevolg waarvan je wagen traag reageert. De motor slaat af en stottert bij het starten. i Hoog brandstofverbruik: versleten bougies werken inefficiënte motorwerking in de hand, wat uiteindelijk tot een toename van brandstofverbruik en uitstoot leidt.
Bougies hebben geen vastgelegde levensduur, echter wordt de grens vaak gesteld dat ze na ongeveer 20.000 tot 30.000 kilometer aan vervanging toe zijn. Heeft u bougies van hoogwaardig materiaal zoals Platinum of Iridium, dan gaan ze vaak langer mee, soms tot wel 90.000 km.
Het grote verschil tussen een standaard bougie en een longlife bougie zit in de toegepaste materialen. Gebruikt men voor de belangrijkste onderdelen, namelijk de elektroden, bij een standaard bougie een koperlegering en worden er bij de longlife bougie iridium en platinum toegepast.
Bij een te rijk mengsel ziet je bougie er zwart en smerig uit. Bij een te arm mengsel ziet je bougie wit. De gasnaald zorgt ervoor dat je mengsel goed begeleid word. En regelt hoever de sproeier open staat op verschillende standen van de gas schuif.
Het kleinere contactoppervlak vermindert de warmteoverdracht van het keramiek, waardoor de bougie op een hogere temperatuur loopt. Ondertussen hebben koude bougies een groter contactoppervlak en werken ze bij lagere temperaturen. Krachtige auto's hebben vaak koude bougies nodig, omdat ze al zoveel warmte genereren.
Om de bougie te laten vonken is er een spanning tussen de 20.000 en 30.000 volt nodig. Een bobine zet de accuspanning (rond de 12 á 14,8 volt) om in deze hoogspanning.
Er zijn vier hoofdtypen, met variaties van elk van verschillende fabrikanten. Iridium bougies: deze bieden doorgaans de langste levensduur. Iridium is een van de meest duurzame metalen bij de fabricage van bougie's en de centrale elektroden zijn zo klein dat ze een minimale spanning nodig hebben om te vonken.
De schroefdraad van de bougies is genormaliseerd, het meest voorkomend zijn, M14 x 1,25 en M18 x 1,5. De eerstgenoemde bougie heeft een sleutelwijdte van 20,8 mm, de laatstgenoemde 26 mm. Deze sleutelwijdten voor de bougies werden opzettelijk zo gekozen, dat het toepassen van speciale bougiesleutels noodzakelijk is.
De elektrode van de bougie wordt na verloop van tijd door de hitte steeds dunner. Dit zorgt ervoor dat de bougie minder goed zal werken. Je scooter of brommer kan dan tijdens het rijden beginnen met stotteren, moeilijk starten of helemaal niet starten.
Wanneer u de staat van een bougie gaat controleren, is de eerste check kijken of de bougie er nog goed uitziet. Een beetje viezigheid is niet erg, maar sterke aanslag of vuil kan problematisch zijn. Dan is het waarschijnlijk tijd om een nieuwe bougie te kopen. Controleer ook of de elektrodeafstand nog goed is.
Stap 3: Zet oftewel de momentsleutel met de bougiedop op het door de fabrikant aangegeven draaimoment en draai de bout zo lang vast totdat deze “doorslipt” of hanteer volgende vuistregel: – Gaat het om een bougie met een dichtingsring, draait u de moer na het met de hand vastschroeven nog eens ongeveer 90˚m verder.
“Iridium is een zeer slijtvast metaal, zes keer harder dan platina. Met een zeer hoog smeltpunt van 2450 0C is de vonkerosie minimaal. Daardoor gaan de IX-bougies veel langer mee dan gewone nikkel bougies.