Een van de vervelendste dingen die kapot kan gaan aan je auto is de versnellingsbak, zeker bij een automaat. De kosten voor reparatie kunnen oplopen tot wel 7.500 euro.
Het kan zijn dat een installatieautomaat niet meer voldoet aan jouw wensen of de eisen van een nieuwe installatie. Misschien is hij kapot en moet je daarom deze installatieautomaat vervangen. Kortom er zijn verschillende redenen te bedenken waarom je zelf een groep wilt vervangen in de groepenkast.
De auto wordt vervolgens in de goede versnelling gezet. In de versnellingsbak krijgen de onderdelen daarbij te maken met lichte wrijving, waardoor deze kunnen gaan verslijten en de versnellingsbak vervuild kan raken. Met de tijd of met een beetje pech kan daarom uw automaat defect raken.
Een groepenkast kan een mensenleven meegaan, zo denkt u wellicht. In theorie zou dat ook zeker kunnen. Wanneer de elektriciteit in de groepenkast eenmaal juist en netjes is aangelegd, gebeurt er in principe weinig meer mee. Het vervangen van de groepenkast kan om verschillende redenen gebeuren.
door het verkeerd aansluiten van bedrading, interne sluiting in componenten en het indringen van vocht in stekkers en regelapparaten. Ook kan een zekering van een te lage waarde, of het aansluiten van teveel verbruikers aan één plusdraad leiden tot een defecte zekering.
Technisch gezien heeft een zekering of automaat een maximum aan ampère ( aanduiding grootte van elektrische stroom ). Wordt dit maximum overstegen, dan brandt de zekering door of slaat de automaat af. Je vindt zekeringen terug in auto's, wasmachines maar dus ook in de elektrische installatie van je woning.
Een defecte zekering is eenvoudig te herkennen aan de zwart geworden isolerende en transparante buitenlaag of geleidende strip. Ook kan de metalen draad in de zekering doorgebroken zijn om de stroom te onderbreken. Raadpleeg het autoboekje om te weten waar het zekeringenkastje en de betreffende zekering zich bevinden.
Een installatieautomaat is een beveiligingssysteem voor elektrische bedrading tegen beschadiging die ontstaat door te hoge elektrische stromen ten gevolge van kortsluiting of overbelasting. Een installatieautomaat wordt ook wel maximumschakelaar of zekeringsautomaat genoemd.
De automaat onderbreekt het elektrische circuit als door kortsluiting of overbelasting een te hoge stroomsterkte in een groep of installatie ontstaat. Bij een plotselinge hoge stroomstoot (kortsluiting) geschiedt het uitschakelen nagenoeg zonder tijdsverloop door een elektromagneet.
De kA waarde voor kortsluitvastheid
In standaard situaties adviseren wij een automaat met een B karakteristiek toe te passen, met een kortsluitvastheid van minimaal 6kA.
Een van de vervelendste dingen die kapot kan gaan aan je auto is de versnellingsbak, zeker bij een automaat. De kosten voor reparatie kunnen oplopen tot wel 7.500 euro.
De automaat bonkt. De auto schommelt in toeren. De auto verbruikt veel brandstof. De automaatbak van de auto doet het niet meer.
Een geheel nieuwe versnellingsbak is namelijk prijzig. Reken op zo'n 2.500 euro.
Het verschil tussen een zekering en een automaat is eenvoudig: wanneer een zekering 'springt' als gevolg van kortsluiting of overbelasting, moet ze worden vervangen. Een automaat onderbreekt de stroom, maar kan opnieuw worden ingeschakeld wanneer de oorzaak is verholpen.
Als u weet welk apparaat kapot is: Schakel dit apparaat uit en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact. Vervang in de meterkast de doorgeslagen stop of schakel de automaat weer in. Schakel zo nodig ook de groepsschakelaar of aardlekschakelaar weer in.
"Een zekering of automaat springt bij overbelasting", zegt Xavier Malherbe van OCB. "Indien het aangesloten vermogen te hoog is, of bij kortsluiting.
Test de zekering.
Bij gebruik van een digitale multimeter die ingesteld is om de continuïteit te meten, moet de meter continu piepen als u de draden bij het uiteinde van de zekering vasthoudt. Dat betekent dat het circuit rond is. Als dit niet gebeurt, dan is de zekering stuk.
Kortsluitvastheid / kortsluitvermogen automaat
In residentiële toepassingen volstaat in vele gevallen een kortsluitvastheid van 3000 A (3 kA). De kortsluitvastheid (of kortsluitvermogen) betekent in een zekere zin tegen welke kortsluitstroom de automaat bestendig is.
Kortsluiting ontstaat wanneer één of meer elektrische draden elkaar raken. Dat kan zijn als gevolg van een kapot apparaat of een beschadigde kabel. Natuurlijk zijn deze stroomdraden meestal voorzien van een isolatielaag, maar deze kan beschadigd raken door water, warmte, stof of andere zaken.
C20 geeft aan bij welke stroom deze automaat zal uitvallen. 20: Deze automaat zal 20A door laten, en dus dus nooit mogen uitvallen bij 20A. C: Deze automaat volgt de C-curve; Deze curve geeft aan hoe lang een bepaalde stroom moet vloeien voordat de automaat uit valt.
Sluit nu alle kringen met stopcontacten aan op een automatische zekering. Hiervoor ga je op dezelfde manier te werk: de bruine geleider plaats je op de linkse klem van de automaat, de blauwe geleider op de rechtse klem en de aardingsgeleider breng je naar de aardingsrail onderaan de zekeringkast.
3-polige automaat met N-aansluiting schakelt alle fasen en de N mee af als er op één van de fasen overbelasting is. De N is dus niet beperkt in stroom. 4-polige automaat schakelt ook uit als er door de N een te hoge stroom loopt.
Wanneer de stroomvoorziening in ruimtes van uw woning niet meer werkt, is er mogelijk sprake van doorgeslagen stoppen. Verschillende oorzaken kunnen de doorgeslagen stop veroorzaakt hebben. Denk bijvoorbeeld aan kortsluiting in de groep waaraan deze stop gekoppeld zit, of een overbelasting van deze groep.
De zekering 'brandt door' als gevolg van een te grote stroom ten gevolge van: een overbelasting: Een elektrische overbelasting vindt plaats als er te veel stroom door de elektrische draden loopt. De draden geraken dan verhit en kunnen smelten.