Alle vrouwen van 30 tot en met 60 jaar krijgen een uitnodiging voor het maken van een uitstrijkje bij de huisarts. Een uitstrijkje is het weghalen van wat slijmvlies via uw vagina. Slijmvlies is huid met een laagje slijm. Er wordt gekeken of er een bepaald virus in het slijmvlies zit: het humaan papillomavirus (HPV).
We kijken hierbij naar het gevonden HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-type in combinatie met de afwijking van de cellen. Dat bepaalt of iemand naar de gynaecoloog moet, of dat dit niet nodig is. In dat geval nodigen we iemand na een jaar uit om een controle-uitstrijkje bij de huisarts te laten maken.
De baarmoederhalscellen zien er bij een afwijkend uitstrijkje anders uit dan normaal. Meestal gaat het om cellen die niet kwaadaardig zijn, maar die op lange termijn wel kwaadaardig zouden kunnen worden. De uitslag van dit onderzoek wordt pap genoemd en is ingedeeld in vijf groepen. Bij iedere groep hoort een advies.
1. Hoe veel vrouwen krijgen een afwijkende uitslag na een uitstrijkje? Zo'n 75 procent van de vrouwen krijgt in haar leven te maken met een afwijkende uitslag.
De arts gebruikt een speculum of metalen instrumentje om de binnenkant van je vagina en je baarmoederhals te bekijken. Daarna haalt de arts wat celmateriaal van de binnenzijde van je baarmoederhals weg om te onderzoeken. Meestal krijg je het resultaat binnen de twee weken.
HPV komt veel voor. De persoon met wie je samen bent kan het virus dus bij zich dragen zonder dit zelf te weten. En dan kan jij ook besmet raken. Ook als je 1 seksuele partner in je hele leven hebt, kan je het van die partner krijgen.
Ik heb meegedaan aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Hoe krijg ik de uitslag? U ontvangt de uitslag binnen 4 weken per brief. Uitslag uitstrijkje: U en uw huisarts ontvangen de uitslag van het uitstrijkje.
De uitslag wordt uitgedrukt in PAP-scores: PAP 1: er zijn geen afwijkende cellen gevonden. PAP 2: er zijn enkele afwijkende cellen gevonden, maar een aanvullend onderzoek bij de gynaecoloog is niet nodig. De cellen herstellen zich vanzelf.
Symptomen. Meestal pijnloze, zichtbare en voelbare oppervlakkige zwellingen op de slijmvliezen of de huid van de genitaliën en anus, maar ook intern in de vagina, de baarmoederhals of het plaskanaal. Deze virussen worden overgedragen door seksueel contact.
Bij baarmoederhalskanker met uitzaaiingen naar de longen, lever of botten wordt u meestal niet meer beter. U kunt wel een behandeling krijgen om uw klachten minder erg te maken of langer te leven. Bijvoorbeeld bestraling of chemotherapie. U beslist samen met de gynaecoloog welke behandeling u wilt.
Zo kan de gynaecoloog op een monitor zien of er afwijkingen aan de baarmoeder en/of de eierstokken zijn. Dat kunnen bijvoorbeeld vleesbomen en zwellingen van de eierstokken zijn. Als blijkt dat er in de baarmoederholte een afwijking zit, zoals een poliep, moet verder onderzoek gedaan worden.
Er bevinden zich in het uitstrijkje een paar afwijkende/onrustige cellen. Deze lichte afwijking van de baarmoederhalscellen wordt soms door een vaginale infectie veroorzaakt. Deze kan worden behandeld als u er klachten van hebt. De uitslag PAP II wijst in het algemeen niet op een voorstadium van kanker.
Wat is de overleving van baarmoederhalskanker? Gemiddeld zijn 10 jaar na de diagnose nog 62 van de 100 vrouwen in leven. Let op: dit zijn gemiddelde cijfers voor alle mensen met deze soort kanker. Jouw vooruitzichten kunnen anders zijn dan het gemiddelde.
Zonder bevolkingsonderzoek wordt het meestal laat ontdekt. Dan is de behandeling moeilijker en zwaarder. Ieder jaar krijgen ongeveer 800 personen in Nederland de diagnose baarmoederhalskanker. Baarmoederhalskanker komt vooral voor bij jonge vrouwen tussen de 35 en 45 jaar.
PAP 1 HPV positief Het uitstrijkje is normaal. Wel is het HPV virus gevonden waardoor u over 6 maanden opnieuw een uitstrijkje moet laten maken om te kijken of het lichaam het virus zelf heeft opgeruimd. In het uitstrijkje zijn enkele cellen aanwezig die er iets anders uitzien dan normaal.
HPV krijg je door seksueel contact met iemand die HPV heeft. Ook door het aanraken van de penis of vagina en door orale seks kun je HPV krijgen. HPV is heel besmettelijk en geeft meestal geen klachten, daarom kan iemand met HPV zonder dat de persoon het weet iemand anders gemakkelijk besmetten.
Naar schatting tussen 70 en 80% van de seksueel actieve bevolking krijgt ooit een HPV-infectie. Dit omdat HPV heel gemakkelijk wordt doorgegeven. Je hoeft er zelfs geen seks (in de vorm van penetratie) voor te hebben. Vanaf je eerste partner heb je kans om besmet te raken met het virus.
In het algemeen geneest een HPV-infectie zonder behandeling. Van nieuwe infecties was 20% na 3 maanden spontaan genezen en 90% na 2 jaar (Boeke 1999, Zielinski 1999).
Pap 3a: er worden licht afwijkende cellen gevonden; men spreekt soms ook van lichte of matige dysplasie. Het advies is dan herhaling door de huisarts of verder onderzoek door de gynaecoloog. In dat laatste geval blijken bij de helft van de vrouwen de afwijkingen zo gering te zijn dat geen behandeling nodig is.
PAP3b is geen diagnose, geen ziekte. het is een uitslag van een onderzoek. En met deze uitslag is er een (redelijk grote) kans op een voorloperstadium van baarmoederhalskanker. Dat is heel goed te genezen en meestal is er maar en heel beperkte behandeling nodig (een lisexcisie).
Vergroot roken de kans op baarmoederhalskanker? Roken verhoogt de kans op het krijgen van baarmoederhalskanker. Dit komt waarschijnlijk doordat roken ervoor zorgt dat het afweersysteem minder goed werkt. Hierdoor ruimt het lichaam een HPV-infectie minder goed of niet op.
HPV is meestal niet gevaarlijk. Van de meeste soorten krijg je nooit klachten en word je ook niet ziek. En genitale wratten zijn vervelend, maar niet gevaarlijk. Van sommige soorten HPV kun je kanker krijgen.
Ondanks het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker overlijden jaarlijks meer dan 200 vrouwen aan de gevolgen van baarmoederhalskanker. Voor de andere HPV-gerelateerde kankers is er geen screening mogelijk om de kanker in een vroeg stadium op te sporen. Een HPV-infectie geeft meestal geen klachten.
Bij onderzoek naar afwijkingen in de baarmoederhals wordt gebruik gemaakt van de term PAP 0 t/m PAP 5. Het uitstrijkje bevat te weinig cellen en moet worden overgedaan. Het uitstrijkje is normaal. PAP 1 wil zeggen dat er geen afwijkingen zijn gevonden en u niet het HPV-virus heeft.
Bijna altijd ruimt het lichaam hrHPV weer op binnen 2-3 jaar. Als er HrHPV wordt gevonden in een uitstrijkje, kunt u het virus dus al langere tijd hebben. Er is geen behandeling voor hrHPV. Meestal verdwijnt het virus vanzelf.