Het parlement (ook wel Staten-Generaal) controleert het beleid van de regering (de Koning en de ministers).Ook heeft het parlement een wetgevende functie. Een wet gaat pas in als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen.
De Kamer van Volksvertegenwoordigers is een deel van het federale parlement: De volksvertegenwoordigers worden rechtstreeks verkozen. De kamer bestaat uit 150 volksvertegenwoordigers. De leden worden verkozen om de 5 jaar tenzij vervroegde verkiezingen worden georganiseerd na de val van een regering.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal, kortweg de Tweede Kamer, vormt samen met de Eerste Kamer de Nederlandse Staten-Generaal, de landelijke volksvertegenwoordiging voor Nederland.
Het parlement is de volksvertegenwoordiging en controleert het kabinet en de regering. In het kabinet zitten de staatssecretarissen, in de regering niet.
De naam is afgeleid van het Franse parler, wat "praten" betekent; een parlement is een gesprek, een discussie, dus een vergadering waar mensen discussiëren over zaken. Een volksvertegenwoordiging heet alleen parlement in een parlementair systeem, haar tegenhanger in een presidentieel systeem wordt congres genoemd.
Wetten maken
De Kamer is voor in de Grondwet opgesomde wetgeving bevoegd, maar de Senaat kan binnen bepaalde termijnen wijzigingen voorstellen aan teksten die de Kamer aangenomen heeft of op eigen initiatief wetsontwerpen aan de Kamer voorleggen. De Kamer heeft in deze gevallen hoe dan ook het laatste woord.
De Staten-Generaal bestaat uit twee kamers: de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Anders dan de naam misschien doet vermoeden heeft de Tweede Kamer meer rechten dan de Eerste Kamer. De beide Kamers zijn gevestigd in het gebouwencomplex rond het Binnenhof in Den Haag.
De Staten-Generaal, bestaande uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer, vormen het parlement van Nederland en zijn het hoogste bestuursorgaan. De Staten-Generaal hebben, tezamen met de regering, de wetgevende macht in Nederland. Het is een overheidsorgaan dat zijn bevoegdheden heeft gekregen op basis van de Grondwet.
Hij is tevens minister van Algemene Zaken. De minister-president draagt de ministeriële verantwoordelijkheid voor het optreden van de leden van het Koninklijk Huis. Daarnaast vertegenwoordigt hij Nederland in de Europese Raad. Sinds 14 oktober 2010 vervult Mark Rutte deze functie.
Het kabinet-Rutte IV is sinds 10 januari 2022 het Nederlandse kabinet.
Het parlement (ook wel Staten-Generaal) controleert het beleid van de regering (de Koning en de ministers). Ook heeft het parlement een wetgevende functie.
Het begrip parlement gebruiken we in twee betekenissen. We verstaan er 'de volksvertegenwoordiging' onder, waarbij dan in het algemeen de Tweede Kamer wordt bedoeld. Het is echter tevens een verzamelbegrip voor Tweede en Eerste Kamer . Een (formeler) synoniem daarvan is 'Staten-Generaal '.
Een parlementaire republiek is een staatsvorm waarbij een democratisch gekozen volksvertegenwoordiging (het parlement) de werkelijke macht in handen heeft (en deze niet deelt met een president). Voorbeelden van parlementaire republieken zijn Duitsland, Zwitserland en Ierland.
De Nederlandse bevolking kiest rechtstreeks de 150 leden van de Tweede Kamer.
Het Federaal Parlement bestaat uit de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat. Dit zijn twee verschillende parlementaire vergaderingen. De parlementsleden van de Kamer noemen we Kamerleden, die van de Senaat senatoren.
Mark Rutte (Den Haag, 14 februari 1967) is een Nederlands politicus. Sinds 14 oktober 2010 is hij minister-president van Nederland en minister van Algemene Zaken en daarmee de langstzittende minister-president in de Nederlandse geschiedenis.
Tussen 1588 en 1795 heette Nederland de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ook de Verenigde Provinciën of de Zeven Verenigde Gewesten waren gangbare benamingen voor Nederland in deze tijd. Tussen 1795 en 1801 werd Nederland de Bataafse Republiek genoemd.
Nederland is een koninkrijk en heeft een grondwet. Een koninkrijk wordt ook wel een monarchie genoemd, en een grondwet ook wel een constitutie. Nederland is daarom een constitutionele monarchie.
De koning kan dus weigeren een wet te ondertekenen, maar alleen wanneer een minister bereid is hiervoor de politieke verantwoordelijkheid op zich te nemen. Dit komt erop neer dat een koninklijk veto eigenlijk een regeringsveto is.
Wetgeving en Troonrede
De Koning ondertekent alle wetten en Koninklijke besluiten en bekrachtigt internationale verdragen. Op Prinsjesdag spreekt hij de Troonrede uit. De Grondwet bepaalt dat de Koning ministers en staatssecretarissen benoemt en ontslaat en dat zij ten overstaan van het staatshoofd worden beëdigd.
De Eerste Kamer heeft bijvoorbeeld nog nooit gebruik gemaakt van het recht van enquête, en slechts zelden van het recht van interpellatie, het recht om een bewindspersoon direct ter verantwoording te roepen in de Kamer. Ook stelt de Eerste Kamer minder schriftelijke vragen dan de Tweede Kamer.
De regering bestaat uit de Koning en ministers, terwijl het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen. De Koning is het staatshoofd maar in de praktijk heeft hij geen macht. Het kabinet bepaalt in gezamenlijkheid het beleid en alle ministers zijn daarvoor verantwoordelijk.