Flauwvallen. Bloed of slijm ophoesten. Benauwdheid. Zwelling en pijn in het been.
Vaak voelt u iets op de plek van de blokkade. Bij een bloedpropje in uw voet of been voelt u kramp, tintelingen of uw been gaat opzwellen.
Bij een longembolie zit er een bloedpropje in een bloedvat in de longen. Hierdoor kan het bloed er niet goed doorheen stromen. U ademt sneller dan normaal. Ademen doet pijn.
Bij onderzoek naar trombose in het been onderzoeken we uw bloed met een d-dimeertest. Als uw huisarts vermoedt dat u een bloedstolsel (trombose) in uw been heeft, is het belangrijk dat we onderzoeken of dit inderdaad het geval is.
Een dik, rood en pijnlijk onderbeen kan een trombosebeen zijn. Bel met deze klachten uw huisarts. Trombose betekent dat er een bloedklont in een bloedvat zit. Door de klont kan een bloedvat dicht gaan zitten.
Door roken klontert je bloed sneller, dus als je de kans op trombose wilt verminderen is het beter om te stoppen met roken. Leef en eet gezond. Mensen met overgewicht hebben een grotere kans op trombose. Een gezonde levensstijl en gezonde voeding kunnen helpen om trombose te voorkomen.
Een bloedvat in uw hersenen is afgesloten door een bloedprop. De arts kan de bloedprop oplossen of weghalen. Dit kan in de eerste uren na het herseninfarct. De bloedprop oplossen gebeurt met een infuus met medicijnen.
Veelvoorkomende symptomen die horen bij een longembolie zijn een benauwd gevoel, pijn op de borst tijdens het ademhalen, een verhoogde hartslag en bloed ophoesten.
Een longembolie treedt op als een gedeelte van een stolsel losraakt uit de ader van het been of de buikholte. Dit stolsel wordt meegevoerd met de bloedstroom en komt via de ader door het hart in de longslagader terecht. Het longweefsel achter de bloedprop kan afsterven als niet snel genoeg behandeld wordt.
Een gezond voedingspatroon met veel vezels, groente en fruit, vis en weinig rood vlees, geraffineerde graanproducten en fastfood kan de kans op het ontwikkelen van een trombose in de aders of slagaders verkleinen. Noot 1.
Vanaf 65 jaar neemt het risico op trombose toe. Maar ook jonge en sportieve mensen krijgen soms te maken met trombose.
Als het bloed langzamer stroomt door lang stilzitten of -liggen, is de kans groter dat er een stolsel ontstaat. Als de samenstelling van het bloed verandert, bijvoorbeeld door ziekte, zwangerschap, of gebruik van een anticonceptiepil, dan kan er eerder een stolsel ontstaan.
De oorzaak is meestal een combinatie van een verhoogde neiging van het bloed om te stollen, een beschadigde bloedvatwand en een vertraagde bloedsomloop. Dit laatste ontstaat onder meer door langdurige bedrust of immobilisatie (bv. door een gipsverband) maar ook door een lange vliegtuigreis.
Lange tijd hoesten is vaak de eerste klacht bij longkanker. Andere klachten die u kunt krijgen: bloed ophoesten, moe zijn, geen zin in eten en afvallen als u dat niet wilt. Longkanker komt vaak door lang en veel roken. Soms ontstaat het bij mensen die nooit gerookt hebben.
Chantal Driesen legt uit: 'De longen reageren overmatig op prikkels, zoals temperatuurwisselingen, stof en pollen. Stress is ook zo'n prikkel. Hierdoor knijpen de spiertjes om de luchtwegen te sterk samen, waardoor je je heel benauwd kunt voelen.
Bij een TIA is een bloedvat in de hersenen even afgesloten. U heeft hierdoor korte tijd klachten gehad. Bijvoorbeeld een verlamde arm, een verlamd been, een scheve mond, problemen met praten, niet goed zien of minder of een ander gevoel in uw gezicht, arm of been.
Door alcohol duurt het langer voordat uw bloed stolt. Samen met de bloedverdunner duurt het nog langer. U kunt dus beter niet te veel alcohol drinken. Drink maximaal 1 glas alcohol per dag en niet iedere dag.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, wordt een diepe veneuze trombose niet beter door in bed te blijven liggen. Een gebrek aan beweging en langdurig rechtstaan of stilzitten zijn net sterk af te raden.
Ouderen (boven de 65 jaar), mensen die roken, mensen met overgewicht, vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken, zwangeren, vrouwen in het kraambed en patiënten met bepaalde vormen van kanker hebben eveneens een verhoogde kans op trombose.
Het komt voor dat het bloedpropje snel vanzelf weer verdwijnt. Maar als dat niet gebeurt, veroorzaakt het vooral kortademigheid en pijn bij het ademen. Als de verstopping in de longslagader groot is, ontstaat er een tekort aan zuurstof. Dit kan van het ene op het andere moment gebeuren.
Bloedverdunners lossen het bloedstolsel zelf niet op, maar geven je lichaam meer tijd om het stolsel op te ruimen. Als je bloed minder snel stolt dan normaal, heb je meer kans op bloedingen. Bijvoorbeeld als je je stoot of verwondt. Het is daarom belangrijk dat je de juiste hoeveelheid bloedverdunners krijgt.