In deze tijd wordt in Europa de Christelijke godsdienst erg belangrijk. Er komen veel kerken en kloosters en de geestelijken krijgen veel macht. Ook de mensen van adel hebben een belangrijke positie. Ze dwingen de boeren in hun gebied om de oogst af te staan.
Het was een periode van menselijke expansie, centralisatie en grote politieke omwenteling en geweld , wat resulteerde in de oprichting van veel moderne Europese landen.
Enkele andere belangrijke uitvindingen waren het spinnewiel, de mechanische klok, het trekpaardentuig, de stijgbeugel, verbeteringen van windmolens en natuurlijk de drukpers, die in 1450 door de Duitser Johannes Gutenberg werd ontwikkeld.
De vroege of donkere middeleeuwen: 4e tot 10e eeuw, worden gekenmerkt door het verval van het Romeinse Rijk, toenemende barbarisering en verschillende invasies, zowel van Germaanse stammen als van enkele steppevolkeren.
De Middeleeuwen waren een tijd waarin koninkrijken opkwamen en ten onder gingen, ridderlijke idealen hoogtij vierden, en de kerk een dominante kracht was in het dagelijks leven. De periode heeft vergaande invloed gehad op de vorming van onze moderne samenleving.
De Middeleeuwen werden verdeeld in drie periodes: de Vroege, Hoge en Late Middeleeuwen . De Vroege Middeleeuwen worden ook wel de Donkere Eeuwen genoemd. Deze periode begint rond de tijd van de val van Rome in de 5e eeuw en loopt door tot in de 11e eeuw.
De vroege middeleeuwen waren niet duister. Lang werden de vroege middeleeuwen (van het jaar 300 tot 1000) geassocieerd met verval, brute veldslagen, plunderingen en teloorgang van kennis en cultuur. Maar gedurende deze 'donkere middeleeuwen' was er niet enkel duisternis. Integendeel, met de tentoonstelling Crossroads.
Kastelen zijn waarschijnlijk de beroemdste uitvinding van de middeleeuwen . Middeleeuwse mensen besteedden veel vindingrijkheid aan hun ontwerp, waardoor ze steeds dodelijker werden voor aanvallers en veiliger en aangenamer voor kasteelbewoners. De Noormannen bouwden de eerste kastelen in Engeland.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag.
In de middeleeuwse stad woonden mensen eenvoudig, zegt Coomans. Men had weinig spullen en alles werd met de hand gemaakt. 'Dat betekent ook dat mensen veel meer met elkaar deelden: de water- en afvalvoorziening, maar ook het toilet. Als arme middeleeuwer had je vaak maar één kamer, en de muren waren dun.
Antwoord en uitleg: Wanneer men de Middeleeuwen bestudeert, worden een paar factoren doorgaans gezien als de kenmerken die gemeenschappelijk zijn voor de periode. Hieronder vallen: deurbanisatie, militaire invasies, herverdeling van de bevolking en migraties van mensen naar nieuwe gebieden .
Er waren vele soorten straffen: geld- of materiaalboetes, verbanning, maar ook schandstraffen, lijfstraffen en de doodstraf kwamen voor. Geld- of materiaalboetes deze straffen kennen we nog steeds. Verbanning je kon verbannen worden uit je stad of streek. Dat betekent dat je weg moest en je niet meer mocht laten zien.
Tussen 1588 en 1795 heette Nederland de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ook de Verenigde Provinciën of de Zeven Verenigde Gewesten waren gangbare benamingen voor Nederland in deze tijd.
De belangrijkste gebeurtenissen van de Middeleeuwen zijn onder andere de rampzalige Zwarte Dood, die miljoenen mensen het leven kostte, en de Kruistochten. Tijdens de Kruistochten voerden Christenen invasies uit in het Heilige Land tegen de Islam.
In de middeleeuwen waren er veel verschillende beroepen. De belangrijkste waren: smid, molenaar, bakker, slager, herbergier, visser, baron, koning en koningin, ridder, jager en boer.Er waren ook beroepen als beul, cipier, jonkvrouw en bediende.
Een aantal zeer belangrijke uitvindingen werden gedaan in de middeleeuwen, zoals het spinnewiel, stijgbeugels, astrolabium, brillen, kompas, getijdenmolens, buskruit en drukpers . Een groot aantal uitvindingen werd gedaan tijdens de middeleeuwen.
Marco Polo zei zelfs dat de eerste olie die uit Venezuela werd geëxporteerd bedoeld was om de Romeinse keizer Karel V te behandelen voor jicht. In de middeleeuwen werd olie gebruikt voor verlichting – hoewel het pas vele jaren later was toen de kerosinelamp werd uitgevonden in 1853, wat de eerste grootschalige vraag naar het product creëerde.
In deze periode vonden er grote technologische ontwikkelingen plaats, zoals de invoering van buskruit, de uitvinding van verticale windmolens, brillen, mechanische klokken en sterk verbeterde watermolens, bouwtechnieken (gotische architectuur, middeleeuwse kastelen) en de landbouw in het algemeen (gewasrotatie met drie velden).
In de Late Middeleeuwen werden de straffen wat pittiger. Serieuze misdaden werden nu niet alleen bestraft met boetes en opsluiting, maar ook met zweepslagen, de schandpaal, inbeslagname van je bezittingen, het afhakken van een lichaamsdeel, ophanging of verbranding.
De vrouwen droegen ruim geplooide lange jurken die om het middel met een koord waren ingesnoerd. Daaraan hing vaak, onder hun schort, ook een buideltje. Zij droegen vaak een aantal onderrokken waardoor ze dikker leken. Dat duidde op een goede gezondheid en misschien wel zwangerschap en dus vruchtbaarheid.
De geschiedenis van Nederland is de naam voor de geschiedenis van het land dat nu Nederland heet maar vroeger ook bekend stond als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Bataafse Republiek en nog veel meer.
In het begin van de Middeleeuwen waren dat vooral horigen, onvrije boeren. Ze woonden in kleine boerderijen die ze zelf bouwden van hout, takken en leem. Beesten en mensen leefden vaak in één ruimte. Horigen moesten de landheren gehoorzamen en mochten het land niet verlaten.
Moed, loyaliteit, bescherming van de zwakken en de aanbidding van vrouwen - het waren allemaal belangrijke morele idealen in de middeleeuwen. In het dagelijks leven lagen idealen en realiteit echter vaak ver uit elkaar. Het was een ruwe en brute tijd en zelfs de ridders namen hun deugden niet altijd serieus.
Vlees, melk en kaas
Een groot deel daarvan was van bekende landbouwdieren, zoals rund, varken, schaap, geit en paard. De bewoners van de nederzetting aten vooral rundvlees. Varken en schaap kwamen minder vaak op het bord, al hadden ze in de loop van de eeuwen wel steeds meer voorkeur voor schapenvlees.