Lang voordat er kippen waren, legden vissen, amfibieën en reptielen al eieren. Maar was er eerst een kip of een kippenei? Honderden miljoenen jaren voordat er kippen waren, legden vissen, amfibieën en reptielen al eieren. Dat is dus duidelijk: het ei was er eerder dan de kip.
Als de vraag letterlijk wordt genomen, heeft deze een simpel biologisch antwoord: elke kip komt uit een ei, en eieren met een harde schaal ontstonden al veel eerder in het evolutionaire proces. Voorgaande eierleggende dieren (zoals hagedissen en vissen) evolueerden al miljoenen jaren voor de oorsprong van de vogels.
Kippen zijn van nature bosdieren; ze stammen af van het rode kamhoen uit Zuidoost-Azië. Wilde kippen besteden een groot deel van hun tijd aan scharrelen op zoek naar voedsel, waardoor ze grote afstanden moeten lopen. Dat kippen van scharrelen houden, is ook terug te zien aan de kippen die in gevangenschap leven.
Een haan bevrucht een dooier door te paren met een hen. Daarna vormt de hen het eiwit en de schaalvliezen. In totaal doet ze er ongeveer 25 uur over om een ei te maken. Doordat het sperma van de haan meerdere dagen intact blijft, leggen kippen soms tot tien dagen na de paring nog bevruchte eieren.
Een gezonde vogel legt normaliter geen onbevrucht ei. Alleen de kip. Kippen zijn huisdieren die zijn gefokt om eieren te leggen zonder dat er een haan aan te pas is gekomen. Bekend is dat bij alle vogelsoorten het legsel waaruit een ei is weggenomen weer wordt aangevuld.
Ook bevruchte eieren zijn overigens gewoon eetbaar en het verschil kun je niet proeven. 'Het ei is gewoon goed. '
Dat is volledig correct maar niet uit elk eitje kan een kuiken komen. Het ei van de kip moet eerst bevrucht worden door de haan. Ongeveer 80% van de eieren wordt bevrucht door de haan. Dit wil zeggen dat wanneer een kip 10 eieren legt er ongeveer 8 eitjes bevrucht zullen zijn.
Andere deskundigen zeggen dat er geen wetenschappelijk bewijs is over pijn bij eieren leggende kippen, maar dat het niet onredelijk is te denken dat het niet goed is als het formaat kip en de afmeting van het ei niet bij elkaar passen. Kippenhouders zien het soms duidelijk als een kip het niet gemakkelijk heeft.
Jonge kippen klaren de klus meestal wat sneller, bij oudere kippen duurt het al eens iets langer. In de praktijk betekent dit dus dat een gemiddelde kip iedere dag 1 ei kan leggen, maar dat dit telkens weer iets later op de dag gebeurt.
Alle vogels leggen eieren. Of er een haan overheen geweest is maakt helemaal niets uit, daar leggen ze geen ei meer of minder om. Het ei wordt gemaakt als de vogel broedrijp is, de haan moet het eitje alleen nog even bevruchten. Dit kan drie weken voor het ei tot ongeveer anderhalve dag voor het leggen gebeuren.
Kippen hebben hun hersenen niet nodig om te bewegen
Het circuit van zenuwen tussen de zintuigcellen en de spieren in het lichaam 'weet' dus zonder tussenkomst van de hersenen hoe het moet bewegen. Daardoor kan de kip zonder hersenen blijven bewegen zolang het lichaam genoeg zuurstof en energie heeft.
Maar hoe doen ze het dan wel? Willem Wever zocht het uit! Kippen plassen niet zoals mensen dat doen.
Maar was er eerst een kip of een kippenei? Honderden miljoenen jaren voordat er kippen waren, legden vissen, amfibieën en reptielen al eieren. Dat is dus duidelijk: het ei was er eerder dan de kip.
Het eerste bewijs voor leven op aarde komt van 3,5 miljard jaar oude fossielen van oeroude bacteriën. Wetenschappers denken daarom dat het eerste leven een cel was. Die cel zou bijna 4 miljard jaar geleden voor het eerst in onze oceaan hebben gezwommen.
We noemen dit 'verhanen'. Het is waarschijnlijk een aandoening aan de eierstokken waardoor de kip extra mannelijke hormonen gaat produceren. De kip stopt dan met het leggen van eieren en het verenkleed wordt net als dat van een haan. De kip gaat zich ook gedragen als een haan, maar kan geen kippen bevruchten."
Dit wordt 'kortwieken' genoemd. Aan een kant van de kip wordt de punt van de slagpennen vier centimeter afgeknipt. De kip kan niet meer vliegen, omdat er geen sprake is van balans.
Een nestei of nep-ei is voor twee redenen erg handig in het kippenhok. Voor een nieuwe hen geeft een nestei in het legnest aan dat het veilig is en dat ze die plek kan gebruiken om haar eieren in te leggen. Dit voorkomt dat de eieren door het hele verblijf komen te liggen.
De meeste kippen stoppen met leggen in de winter. Het heeft niets met het weer te maken. Het is minder lang licht en daardoor stoppen ze met leggen.
Kippen houden kan zonder haan. Ze leggen dan nog steeds eieren maar deze zijn dan niet bevrucht. Kies bij voorkeur voor jonge dieren van een paar maanden oud, je kunt deze makkelijker tam maken.
Kalktekorten. Kippen die kalk tekort hebben kunnen deze tekorten aanvullen door de eierschalen te gaan eten. Dit resulteert in kapotte eieren, maar ook in de ontdekking van de heerlijke inhoud van de eieren.
We spreken van legnood wanneer een kip niet in staat is een ei te leggen dat klaar is in de eileider. Legnood kan veel verschillende oorzaken hebben. We zien legnood vooral bij jonge leghennen die voor het eerst een ei leggen, maar ook bij de wat oudere leghennen.
Het eten van deze eieren komt inderdaad veel voor. Kippen schijnen dat een lekkernij te vinden. Maar deze eieren zitten zowel van binnen als van buiten vol met het virus. Hygiëne is essentieel om een infectie te voorkomen.
Eieren die in de supermarkt terechtkomen zijn normaal gesproken niet bevrucht. Daardoor kan er eigenlijk geen kuiken uit een supermarktei komen. Toch gebeurt het heel soms wel. Volgens de Britse supermarkt is het bij witte eenden bijvoorbeeld heel lastig om mannetjes en vrouwtjes uit elkaar te houden.
De gemiddelde kip legt ongeveer vijf eieren per week. In het eerste levensjaar leggen kippen de meeste eieren. Daarna daalt met ongeveer 20% per jaar de eierproductie. De eieren worden wel steeds groter.
Dit is een kleine evenwichtsoefening voor de haan. Maar wanneer hij zijn evenwicht gevonden heeft pakt hij eerst een pluk veren van de kip zodat zij niet kan weglopen. Daarna duwt hij zijn geslachtsorgaan (penis) tegen de cloaca van de kip waardoor de zaadcellen worden overgebracht naar de kip.