Kinderen gingen 's-ochtends van 9:00-12:00 naar school, en 's-middags 13:45 tot 15:45. Ook op zaterdagochtend werd er les gegeven, en kinderen uit de klassen 6, 7 en 8 kregen maandag- en donderdagmiddag handwerken van 15:45 tot 16:15. In totaal kregen ze 26 uur les per week.
Er werd hoofdelijk onderwijs gegeven: ieder kind kreeg van de meester een opdracht. Tweemaal per dag moest de leerling bij de lessenaar van de meester komen waar de opdracht werd nagekeken. De leerlingen leerden lezen, schrijven en in sommige gevallen rekenen. Kinderen betaalden per lesje.
De kinderen schreven niet met balpennen in schriften. Ze schreven met een griffel op een lei. De meester was vroeger heel erg streng. Hij sloeg kinderen wel eens met een roede of een plak.
Eind jaren 60 verandert de kweekschool in de Pedagogische Academie en nog later worden onderwijzers klaargestoomd voor het vak via de pabo, waarvoor in vergelijking met de kweekschool lagere toelatingseisen gelden. De nadruk in de lerarenopleiding verschuift van degelijke vakkennis naar de ontwikkeling van het kind.
De typische indeling van een klaslokaal
In de jaren '50 was het klaslokaal gevuld met houten banken en stoelen, met z'n tweeën naast elkaar. In de hoek van het lokaal stond een kachel en voorin stond altijd het iconische telraam. Oh, en kan jij je het leesplankje nog herinneren?
Ieder z'n eigen inktpotje en inktlapje. De klassen waren groot, met z'n veertigen was normaal. Er was voor de meester dan ook weinig tijd om elk kind apart aandacht te geven. Je moest meedoen met de hele klas, en als je daar moeite mee had, om dat tempo bij te houden, ja….
Ezelsbord (Museum De Burghse Schoole). Andere straffen waren: met je gezicht voor het schoolbord staan/knielen, in de hoek staan, op de gang staan, nablijven, strafregels schrijven of door letterlijk een 'blok aan het been' te geven.
Onderverdeling in bouwen. De groepen 1 en 2 komen overeen met wat voor 1986 kleuterschool heette en de groepen 3 t/m 8 met de vroegere lagere school. De groepen 3 t/m 8 werden in die tijd aangeduid met klassen 1 t/m 6.
Vroeger kende men in Nederland de middelbare school, waar middelbaar onderwijs aan leerlingen werd gegeven. Schooltypen waren onder meer: hbs, mms, gymnasium, lyceum. Sinds 1 augustus 1968 zijn deze vervangen door school voor voortgezet onderwijs, meestal in een scholengemeenschap.
De verandering. Vroeger bestond de mulo, de mms en de hbs. Dit zijn de voorlopers van de vmbo, havo en het vwo. Op het moment dat de Mammoetwet inging veranderde er best veel.
Ook moesten er meer vakken worden gegeven, naast rekenen, schrijven en lezen ook aardrijkskunde, geschiedenis, kennis der natuur en zingen. Om ervoor te zorgen dat kinderen schoon en gezond waren, kwam de schoolarts langs.
Als VMBO-leerlingen hun eindexamen doen, zijn ze normaal gesproken 16 jaar oud. Voor leerlingen in het HAVO geldt dat de meesten het 5e en laatste jaar afronden als ze 17 zijn geworden. Leerlingen die het VWO doen, doen eindexamen in het 6e jaar als ze 18 worden.
Rond 750 na Chr. werd in Utrecht een kloosterschool opgericht door Gregorius, een leerling van Bonifatius. Deze school is één van de eerste scholen in Nederland waarover iets bekend is. In eerste instantie waren de kloosterscholen gericht op het opleiden van jongens tot monnik of priester.
Gescheiden onderwijs is meestal een aanduiding voor het inrichten van onderwijs zo dat jongens en meisjes in aparte scholen of klassen les krijgen (seksesegregatie). Er is dan sprake van jongensscholen en meisjesscholen, of van scholen met aparte jongensklassen en meisjesklassen.
De havo is ontstaan met de Wet Voortgezet Onderwijs (WVO), ook wel genoemd de Mammoetwet, die in 1968 is ingevoerd. Op dat moment verdwenen de mulo, de mms en de hbs, die wel als voorlopers van mavo, havo en vwo gezien kunnen worden.
Vmbo-tl, de theoretische leerweg (mavo); Deze leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kan een leerling naar een mbo niveau 3 of mbo niveau 4 opleiding. Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo.
Ontstaan Mavo, Havo en VWO
De MULO werd omgevormd tot de mavo en de HBS werd de Havo. Het gymnasium bleef bestaan, naast het nieuwe Atheneum binnen het VWO.
Het vmbo kent nu vier leerwegen: twee beroepsgerichte (het oude vbo) de theoretische (oude mavo) en als nieuw element de gemengde leerweg. Deze variant blijkt het minst populair. Nog geen tien procent van de leerlingen kiest hiervoor. Een aantal scholen is er zelfs helemaal niet aan begonnen.
eerste klas: voor kinderen van 6-7 jaar (komt overeen met groep 3 van de basisschool) tweede klas: 7-8 jaar (groep 4) derde klas: 8-9 jaar (groep 5) vierde klas: 9-10 jaar (groep 6)
Het gros vd nov-dec kinderen blijft gewoon in groep 1 na dat eerste halve jaar op school. Bij ons op school gaan de kinderen van augustus-december altijd naar groep 2 en wordt later bekeken of ze nog een keer groep 2 gaan doen. Van januari-juli komt in groep 0, daarna groep 1 en dan groep 2.
Een leraar in het primair onderwijs (po) verdient tussen € 3.500 en € 7.190 per maand. Dat is inclusief onder andere vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Het primair onderwijs bestaat uit het (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
Fysieke straffen op school
Heel vroeger was 'de plak' een beruchte strafmethode op school. Ongehoorzame kinderen kregen dan een pak slaag op hun achterste met een houten plank (de plak), of een roede. Officieel werd in Nederland het geven van lichamelijke straffen op school in 1820 al verboden.
De plak, een houten latje waarmee de opvoeder meestal op de uitgestrekte handpalmen of zelfs op de knokkels van het gestrafte kind sloeg. Te vergelijken met het Spaanse rietje, een buigzaam stokje of rietje, en met de liniaal.
Er waren drie soorten straffen: schandstraffen, lijfstraffen en de doodstraf. Schandstraffen waren vooral ter vernedering. Iedereen kon zien wat je gedaan had. Je werd in een schandblok gezet, aan een schandpaal gebonden of je moest met een schandsteen aan je been over de markt lopen.