De Germanen leefden in verschillende groepen. Zo waren er in ons land Friezen,
De Germanen is een verzamelnaam voor de volken en stammen uit de oudheid die een Germaanse taal spraken, zoals de Bataven, de Gothen, de Saksen en de Friezen. Ze ontwikkelden een eigen alfabet in runen.
De Noord-Germaanse of Scandinavische talen zijn het Deens, het Noors (Bokmål en Nynorsk), het Zweeds, het IJslands en het Faeröers. Ze worden voornamelijk in Scandinavië gesproken door ongeveer 20 miljoen mensen. De Noord-Germaanse talen zijn nauwer verwant met de Oost-Germaanse dan met de West-Germaanse.
Het Nederlands en Duits zijn niet de enige Germaanse talen.Ook het IJslands, het Noors, het Zweeds, het Deens, het Engels, het Fries en het Zuid-Afrikaans behoren tot de Germaanse taalfamilie.
De Bataven waren een relatief kleine stam en spraken een Germaanse taal. Veel van onze kennis over hen danken we aan de Romeinse historicus Tacitus.
Hoewel het Nederlands grotendeels op het Germaans is terug te voeren zijn er nog wat Keltische woorden in aan te treffen, bijvoorbeeld ambt, ambacht, kar en gijzel-. Ook de namen van metalen zoals ijzer en lood zijn waarschijnlijk op de Kelten – die als smeden beroemd waren – terug te voeren.
De Keltische wortels van de wereldtaal Engels, maar ook van het Fries. Het zijn voorbeelden van recente ontdekkingen op het gebied van de Keltische talen en cultuur.
Vraag je je ook wel eens af waar onze taal eigenlijk vandaan komt? Het Nederlands maakt deel uit van de West-Germaanse subgroep van Indo-Europese talen.
De meest gesproken Germaanse talen behoren allemaal tot de West-Germaanse tak. Ze omvatten Engels (1,452 miljard sprekers), Duits (134,6 miljoen sprekers) en Nederlands (24,4 miljoen sprekers) .
De oudste van deze talen, het Gotisch, werd gesproken rond de 4e eeuw na Christus, dus al honderden jaren na de periode van het Oergermaans. Er is, vergeleken met andere Germaanse talen tot dan toe, heel veel overgeleverd, nl.
Ja, het Nederlands en het Duits komen voort uit een gemeenschappelijke voorvader, het West-Germaans. Het West-Germaans komt op zijn beurt weer voort uit het Oergermaans.
De Germaanse talen worden oorspronkelijk gesproken in West-Europa, Noord-Europa, Noord-Amerika en Oceanië. Ze zijn zelf weer onderdeel van een nóg grotere taalfamilie, de Indo-Europese talen, waar onder andere ook de Romaanse talen (Frans, Spaans etc.) en de Slavische talen (Russisch, Pools etc.)bij horen.
Oudste Nederlands
Het Oudnederlands, dat wil zeggen de Nederfrankische dialecten zoals die tot circa het midden van de 12e eeuw werden gesproken, was de voorloper van het Middelnederlands. Het Oudnederlands kende nog veel overeenkomende woorden en klinkers met het Oudengels en het Oudsaksisch.
De Nederlandse en Duitse talen lijken vaak op elkaar en daar is een goede reden voor; ze zijn beide deel van de Germaanse talenfamilie. Andere Germaanse talen zijn: Engels, Fries, maar ook Noors, Deens en Zweeds. Het Nederlands en het Duits zijn beide deel van de West-Germaanse tak van de Germaanse talenfamilie.
De Vikingen spraken Oudnoors. Toen zij naar Engeland kwamen werd er Oud-Engels gesproken, wat eerder al was beïnvloed door de Romeinen en West-Germaanse stammen. De Vikingen beïnvloedden vervolgens het gebruik van inflexie, de geluiden, en de woordenschat van de Oud-Engelse taal.
Meer dan 300.000 jaar geleden verscheen de neanderthaler, Homo neanderthalensis, de eerste mensachtige die we ook uit Nederland kennen. Hij ontwikkelde zich in Eurazië uit de Homo heidelbergenis. Omstreeks dezelfde tijd ontstond in Afrika Homo sapiens (anatomisch moderne mens).
Vroege getuigenissen van West-Germaans zijn te vinden in het Oudfrankisch/Oudnederlands (de Bergakker-inscriptie uit de 5e eeuw), het Oudhoogduits (verspreide woorden en zinnen uit de 6e eeuw en samenhangende teksten uit de 9e eeuw) en het Oudengels (oudste teksten 650, samenhangende teksten uit de 10e eeuw).
Het Nederlands wordt met het Duits, Engels, Zweeds en Deens gerekend tot de Germaanse talen. De onderlinge verstaanbaarheid tussen deze talen verschilt. Deens en Zweeds zijn onderling het meest verstaanbaar, maar ook Nederlands en Duits zijn over en weer verstaanbaar.
Duits (Deutsch, uitgesproken als [dɔʏtʃ]) is een West-Germaanse taal in de Indo-Europese taalfamilie, voornamelijk gesproken in West- en Centraal-Europa. Het is de meest gesproken moedertaal binnen de Europese Unie.
De grootste bevolkingsgroep zijn Nederlanders zonder migratieachtergrond. Zij vormen 74,8% van de bevolking. De grootste groep Nederlanders met een migratieachtergrond wordt nog steeds gevormd door personen (met een ouder) van Turkse herkomst. Zij vormen 2,4% van de bevolking.
In het noorden woonden Germanen, in het zuiden woonden Kelten. Ze waren boeren en woonden in houten boerderijen. Wat moeten ze opgekeken hebben toen ze voor het eerst de Romeinse soldaten zagen met hun blinkende helmen, pantsers, zwaarden en schilden!
Grieks is Indo-Europees, dus het is verwant aan het Latijn, maar het komt niet uit het Latijn, dus het kan geen Romaanse taal zijn.
De West-Friezen beschouwen zichzelf over het algemeen niet als onderdeel van een grotere groep Friezen. Volgens een peiling uit 1970 identificeren zij zich meer met de Nederlanders dan met de Oost- of Noord-Friezen .
Naar huidige inzichten stammen de tegenwoordige Friezen niet af van de Frisii van Tacitus, maar van landverhuizers uit de 5e en 6e eeuw die de kust van Nederland en Duitsland koloniseerden.
Alle Keltische talen stammen af van een gemeenschappelijke voorouder, het Proto-Keltisch, dat op zijn beurt behoort tot de Indo-Europese taalfamilie, waartoe ook het Nederlands behoort.