Een bron die gemaakt is in de tijd waar je onderzoek naar doet, noemen we een primaire bron. Een bron die de geschiedenis beschrijft noemen we een secundaire bron. Een secundaire bron komt niet uit de tijd die de bron beschrijft. Denk hierbij bijvoobeeld aan je geschiedenislesboek.
Een bron is de plek waar je informatie vandaan haalt. Bijvoorbeeld een website. Bedenk wel dat niet alle bronnen betrouwbaar zijn.
Een bron in de literatuur is een stuk tekst waar andere teksten op gebaseerd zijn. Een bron kan ook een persoon zijn. Hoe betrouwbaarder de bronnen zijn waar een tekst op gebaseerd is, des te betrouwbaarder is de tekst zelf ook. Het meest betrouwbaar zijn (in principe) wetenschappelijke bronnen/ artikelen.
Primaire bronnen komen in geschreven en ongeschreven vorm voor. Een voorbeeld van een geschreven primaire bron is een dagboek, maar ook labjournaals en bepaald archiefmateriaal vallen in deze categorie.Een voorbeeld van een ongeschreven primaire bron is bijvoorbeeld een vuistbijl.
In secundaire bronnen wordt een overzicht gegeven van de primaire literatuur. Hieronder vallen bijvoorbeeld encyclopedieën, handboeken en bibliografieën.
Een secundaire bron is een bron over een bron, bijvoorbeeld een literatuuronderzoek over die originele empirische studie.
Betrouwbare bronnen zijn vaak transparant. Een voorbeeld is dat er adres- en contactgegevens op de website staan. Of ze vermelden namen van klanten of samenwerkingsverbanden. Vaak zie je ook dat deze bronnen open staan voor commentaren op de informatie die ze publiceren.
Al het werk van andere mensen dat je gebruikt om je scriptie mee te schrijven, valt onder de categorie “bronnen”. Een bron kan bijvoorbeeld een artikel in de krant zijn waaruit je achtergrondinformatie haalt voor in je scriptie.
Wat zijn wetenschappelijke bronnen? Ze staan bekend als academische bronnen of peer-reviewed bronnen, artikelen, boeken of andere geschreven werken die zijn geschreven en beoordeeld door experts in een bepaald vakgebied of discipline.
Als je een verslag schrijft maak je gebruik van informatie uit boeken, tijdschriften en websites. Elke bron die je gebruikt moet je duidelijk vermelden. Het is daarom belangrijk alle gegevens van de bronnen die je gebruikt goed bij te houden. Je maakt duidelijk wat je eigen ideeën zijn en welke van iemand anders.
- Soorten Bronnen
Ze kunnen worden onderverdeeld in geschreven en ongeschreven bronnen. Voorbeelden van geschreven bronnen: een dagboek of een brief; voorbeelden van ongeschreven bronnen: een kasteel of een tempel.
Basisregel: Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiejaar of update). Titel van het document of de website. Geraadpleegd op dag maand jaar, adres website. Basisregel: Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiedatum).
Voor het theoretisch kader van je scriptie gebruik je dus wetenschappelijke artikelen, wetenschappelijke boeken en onafhankelijk onderzoek van organisaties. Alle andere soorten bronnen gebruik je niet. Denk bijvoorbeeld aan: Websites waarop verschillende marketingmodellen worden beschreven.
Bron Voorwerpen of getuigenissen uit of over het verleden die een historicus gebruikt om een beeld van het verleden te vormen.
VERWIJZINGEN IN DE TEKST VAN JE WERKSTUK
Die bron staat al uitgebreid beschreven in je bronnenlijst, daarom kun je hier volstaan met een verwijzing tussen haakjes, direct achter het citaat of de parafrase. Een citaat plaats je altijd tussen aanhalingstekens. Noteer bij de verwijzing bij een citaat ook het paginanummer.
Bronnen zijn de werken waar je informatie uithaalt. Denk hierbij aan boeken, krantenartikelen, wetenschappelijke artikelen, tijdschriften, documentaires, filmpjes, websites en televisieprogramma's. Voor het schrijven van een artikel gebruik je bronnen. Hierdoor weet een ander waar de informatie vandaan komt.
Geschreven bronnen zijn stukken tekst uit het verleden geschreven door historische actoren. Deze teksten vertellen iets over hoe de schrijver tegen zijn wereld aankeek, oftewel het perspectief van de maker. Dit wereldbeeld is beïnvloed door de omgeving van de maker, oftewel zijn standplaatsgebondenheid.
Wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke bronnen
Wetenschappelijke literatuur betreft boeken en artikelen die door/voor wetenschap- pers zijn geschreven. Rapporten, beleidsadviezen/nota's, websites, wetgeving en artikelen uit vaktijdschriften zijn geen wetenschappelijke publicaties.
WAT? Leerlingen leren oog krijgen voor de inherente beperkingen van bronnen en hoe die historische beeldvorming beïnvloeden: ze zijn vernietigd, raken zoek of beschadigd, zijn onvolledig en bevatten een perspectief. Bronnen bieden dus altijd maar een partieel beeld.
Als je de originele bron niet kunt vinden dan moet je verwijzen naar deze bron via de andere bron. Dit noem je een indirecte verwijzing of een secundaire bron. In de verwijzing in de tekst voeg je beide auteurs toe. In de literatuurlijst plaats je alleen de door jou geraadpleegde bron.
Met Google Scholar kun je door meerdere databases (bijv.ScienceDirect, JSTOR en Wiley Interscience) zoeken vanuit één zoekvak. Hiermee vindt je voorpublicaties, wetenschappelijke artikelen, boeken en andere wetenschappelijke bronnen.
Een secundaire bron interpreteert, analyseert of verklaart primaire bronnen. Deze bronnen zijn een stap verwijderd van de oorspronkelijke gebeurtenis en zijn daarom niet altijd even relevant als de originele bron. Enkele voorbeelden zijn: (Literatuur)reviews.
Historisch werk: het product van historisch of ander (archeologisch, antropologisch, sociologisch …) onderzoek, een analyse en synthese die na de feiten en met behulp van bronnen en andere werken gemaakt is.