Met vmbo-basis kun je naar niveau 2 van het mbo. Met vmbo-kader kun je naar niveau 3 of 4 van het mbo.
Vmbo-kader is een kaderberoepsgerichte leerweg. Vmbo-k leerlingen volgen ook ongeveer 12 uur per week praktijkonderwijs en daarnaast dezelfde avo-vakken als in vmbo-basis, alleen iets moeilijker. Na het vmbo-k kunnen leerlingen verder leren op het mbo.
Kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo kader): Leerlingen volgen avo-vakken en beroepsgerichte vakken. Ongeveer de helft van de schoolweek (zo'n 12 uur) bestaat uit beroepsgericht onderwijs.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Per 1 augustus 2020 kunnen vmbo'ers en havisten doorstromen naar havo of vwo. Dit is geregeld in een nieuwe wet en een besluit doorstroomrecht. Vmbo'ers die zijn geslaagd voor hun eindexamen vmbo-gl of -tl met een extra vak, moeten worden toegelaten tot de havo.
Vmbo-kader wordt officieel de kaderberoepsgerichte leerweg genoemd en staat ook wel bekend als vmbo-k. Tijdens deze opleiding krijg je 12 uur per week beroepsgericht onderwijs (praktijkles) en besteed je de rest van de tijd aan reguliere mavo-vakken.
Is havo veel moeilijker dan vmbo? In principe kan een goede, gemotiveerde vmbo-t-leerling de havo halen. In de praktijk betekent dit dat je met een hoog gemiddeld cijfer voor het eindexamen vmbo (hoger dan 7) zonder vertraging het havodiploma moet kunnen halen. Motivatie en inzet zijn heel belangrijk.
Het belangrijkste verschil tussen vmbo-basis en -kader is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met vmbo-basis kun je naar niveau 2 van het mbo.Met vmbo-kader kun je naar niveau 3 of 4 van het mbo.
[2] De kaderberoepsgerichte leerweg (kader) is minder beroepsgericht ingevuld dan de basisberoepsgerichte en geeft zicht op doorstroom naar mbo-3 en -4. Ongeveer 29% van de vmbo leerlingen volgt deze leerweg. Een Eindtoetsscore van 523-528 wordt gezien als passende startniveau.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1).
De benaming verwijst naar het feit dat de leerlingen bezig zijn met een opleiding die in haar geheel gericht is op een functie binnen het kader van de gekozen sector. De leerling doet examen in vier algemene vakken en een beroepsgericht vak of programma met een omvang van 960 uur.
Met het diploma van de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg kun je doorstromen naar MBO niveau 3 of 4. Binnen het VMBO is de theoretische leerweg het hoogste niveau. Hiermee kun je ook doorstromen naar MBO niveau 3 of 4.
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het laagste niveau. Een mbo-opleiding leidt mensen op voor een praktisch beroep, zoals kapper, kok of automonteur. De meeste mbo-opleidingen worden aangeboden door Regionale Opleidingscentra (ROC's).
De afkorting vmbo staat voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Het is een vierjarige opleiding die leerlingen voorbereidt op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Ook is het mogelijk om vanuit het vmbo door te stromen naar de havo.
Leerlingen kunnen na hun diploma vmbo theoretisch of vmbo gemengd een vervolgopleiding doen in het mbo. Bijvoorbeeld een middenkaderopleiding (niveau 3) of vakopleiding (niveau 4). Maar zij kunnen ook doorstromen naar het vierde leerjaar van de havo, mits zij eindexamen hebben gedaan in een extra vak.
Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo. Vmbo-gl, de gemengde leerweg: Deze leerweg is vergelijkbaar met de theoretische leerweg, maar in plaats van één van de theoretische vakken wordt een beroepsgericht vak gevolgd voor 4 uur per week.
Kaderberoepsgerichte leerweg (kb)
Je schoolresultaten van de basisschool zijn vaak boven gemiddeld. Met deze leerweg kun je doorleren in het mbo op niveau 3 of 4. Dit zijn de vak-, middenkader- of specialistenopleidingen.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
K-M: praktisch en theoretisch
Op leerroute De Overstap K-M ben je zowel praktisch als theoretisch bezig. Je leert door te lezen en te ervaren. In klas 3 stroom je door naar het vmbo-kbl of de mavo, waar we je voorbereiden op het middelbaar beroepsonderwijs (MBO).
Als je de kaderberoepsgerichte leerweg (kl) op het vmbo doet, krijg je theorievakken en een flink deel een beroepsgericht programma. Je leert dus veel door praktisch bezig te zijn. Deze leerweg bereidt je voor op de niveau 3 (vakopleidingen) en de niveau 4 (middenkaderopleidingen) in het mbo.
Niveau 3 Vakopleiding
Je kunt een niveau 3 opleiding* volgen als je een vmbo-diploma hebt van de kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg met een van de verplichte sectorvakken, of als je een overgangsbewijs naar havo 4 hebt.
Een startkwalificatie is een havo- of vwo-diploma of een mbo-diploma vanaf niveau 2 (art. 1 lid f Lpw). Een vmbo-diploma en certificaten worden dus niet gezien als een startkwalificatie.
Het tempo en niveau van het havo is hoger dan van het vmbo. Leerlingen moeten bijvoorbeeld zelfstandiger werken en krijgen meer huiswerk. Bovendien is het onderwijsniveau theoretischer dan vmbo-t. In de onderbouw, de eerste, tweede en derde klas, volgen leerlingen algemene vakken op het havo.
In de theoretische leerweg krijg je alleen algemeen vormende theorievakken.Deze leerweg wordt soms ook mavo genoemd. De vakken zijn echter van hetzelfde niveau als in de gemengde leerweg. Aansluitend kun je verder leren op het mbo of doorstromen naar de havo.
Op het vmbo doe je in totaal in 6 vakken eindexamen (CE of CSPE). Het vmbo duurt in principe vier jaar.