Dissociatie is een toestand van verlaagd bewustzijn. Als je last hebt van dissociatie kan het voelen alsof je gedachten, gevoelens, herinneringen en lichamelijke gewaarwordingen niet van jezelf zijn (depersonalisatie). Ook kunnen de wereld en de mensen om je heen kunnen heel vreemd aanvoelen (derealisatie).
Je lijkt even los te staan van jezelf. Je hebt je gevoel van tijd verloren, waardoor het niet meer duidelijk is hoeveel tijd er werkelijk voorbij is gegaan. Er kan dan sprake zijn van een dissociatieve stoornis die zich kenmerkt door minder gedachten en gevoelens en een vertekening in de herinnering.
Acute dissociatieve reacties op stressvolle gebeurtenissen. Deze categorie is bestemd voor acute, voorbijgaande aandoeningen die meestal minder dan één maand duren, en soms slechts een paar uur of dagen.
Mensen die in hun kindertijd langdurig blootgestaan hebben aan misbruik, mishandeling of verwaarlozing hebben als volwassene vaak meer last van plotselinge dissociatie dan anderen. Dissociatie zou je kunnen zien als een verdedigingsmechanisme dat je beschermt tegen te veel prikkels.
Ga over de uitlokker praten met wie je ook maar helpt. Praat over wat jij van de uitlokker afweet, hoe je je voelt wanneer die een rol speelt en wat Page 3 voor informatie je verder ook maar te pakken kunt krijgen. Dan kun je gaan plannen wat je ervoor in de plaats wil doen.
Het kan komen door nare dingen meemaken als kind. Psychotherapie, medicijnen en EMDR kunnen helpen. Een dissociatieve stoornis kan overgaan. Of u kunt leren er beter mee om te gaan.
Wat is losraken van uzelf of van uw omgeving (dissociatie)?
Dissociatie hoeft niet altijd een ziekte te zijn. Bijna iedereen maakt het wel eens mee. Bijvoorbeeld als je zo geconcentreerd met iets bezig bent, dat je niet meer merkt wat er om je heen gebeurt. Heel soms wordt dissociatie wel een ziekte.
Onder Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering wordt verstaan: de schadelijke psychische, biologische en sociale gevolgen van (een combinatie van) stressvolle en potentieel traumatische gebeurtenissen tijdens de kinderjaren.
Kun je onbewust een trauma hebben? Ja. Het kan zijn dat je jezelf bewust of onbewust afsluit voor de verwerking van het trauma. Dan stop je het weg en vermijd je nadenken over je gevoelens en gedachten die met het trauma te maken hebben.
Wanneer je lijdt aan een dissociatieve stoornis lukt het je op momenten niet om gebruik te maken van het bewustzijn. Het is net of je uit je lichaam treedt: je staat los van jezelf. Dit kan een manier zijn om gedachten, emoties en (lichamelijke) gevoelens uit te schakelen.
Het ervaren van derealisatie is absoluut geen teken dat je gek wordt of dat er iets ergs aan de hand is. Je kunt derealisatie zien als een beschermingsmechanisme van je brein als het even overbelast is.
De effecten kunnen nog even doorwerken, wat goed is. Daarnaast is het een veelgehoorde klacht dat cliënten na de EMDR hoofdpijn en vermoeidheid kunnen ervaren. In sommige gevallen kan je ook het idee hebben dat je de regie kwijt bent als je er bijvoorbeeld nieuwe beelden of gevoelens naar boven komen.
Bij derealisatie ervaart iemand de wereld om zich heen als onwerkelijk, bijvoorbeeld alsof diegene in een droom leeft of alsof de wereld niet echt is, alsof prikkels niet binnenkomen. Mensen of voorwerpen worden bijvoorbeeld ervaren als onecht, als in een droom, wazig, levenloos of visueel vervormd.
Herbelevingen
Nare herinneringen; beelden en gedachten die zich vaak opdringen. Angstige dromen over de traumatische gebeurtenis. Je reageert soms alsof de traumatische gebeurtenis opnieuw plaatsvindt. Je voelt je erg angstig als je wordt geconfronteerd met iets wat met deze gebeurtenis in verband staat.
Een PTSS kenmerkt zich door vier groepen verschijnselen die ontstaan als u een psychotrauma heeft doorgemaakt. Dit soort gevoelens uiten zich via woede-uitbarstingen, agressie of prikkelbaarheid, slecht slapen, concentratieproblemen, heel wakker en alert zijn en heftig schrikken van onverwachte dingen.
Mensen met PTSS hebben vaak moeite zich te concentreren, last van spanning en kunnen depressieve gedachten hebben. Dit is veelal geen goede combinatie met werk waardoor langdurig verzuim kan ontstaan. Re-integreren van werknemers met PTSS is mogelijk.
Dissociatie is een verschijnsel dat vrijwel iedereen wel kent (bijvoorbeeld dagdromen of verstrooidheid), maar als de verschijnselen zo erg worden dat een mens niet meer normaal kan functioneren, is er sprake van een stoornis.
Een dissociatieve stoornis wordt altijd in verband gebracht met langdurige traumatische gebeurtenissen in de jeugd zoals mishandeling, seksueel misbruik, een groot verlies of een ernstige lichamelijke aandoening.
Een dissociatieve stoornis wordt gediagnosticeerd (vastgesteld) door een psychiater of psycholoog. De belangrijkste methode om dit te onderzoeken is door middel van psychologische testen (bijvoorbeeld de SCID-D) in combinatie met gesprekken.
Bij PTSS is er echter ook sprake van herbelevingen van het trauma. Het is dan alsof iemand de traumatische ervaring opnieuw doormaakt. Herbelevingen worden meestal uitgelokt (getriggerd) door een zogenaamde 'trigger'. Dit kan gaan om subtiele dingen, zoals een geur of de klank van iemands stem.
Yoga, mindfulness en sensomotorische therapie (waarbij de zintuigen door allerlei spelletjes en beweging worden geactiveerd, DE) zijn andere manieren om in een veilige omgeving te voelen wat er gebeurt in hun lijf. Ook tekenen helpt kinderen om het verlammende effect van traumatische ervaringen tegen te gaan.
Een andere veroorzaker van het gevoel niet jezelf te zijn, is het maken van beslissingen die niet in lijn liggen met je waarden en gewoonten. Misschien werk je te hard, of drink je meer dan gebruikelijk. Of ben je begonnen met tijd door te brengen met mensen, waar je je misschien niet zo thuis voelt.