De verminderde pompfunctie van het hart kan verschillende oorzaken hebben: Hartinfarct: door afsluiting van een kransvat ontstaat zuurstoftekort in het hart, hierdoor beschadigt de hartspier en gaat een deel van de pompkracht verloren; Hoge bloeddruk: het hart moet langdurig tegen een te hoge weerstand in pompen.
Als u zich houdt aan de vochtbeperking, hoopt zich minder vocht in uw lichaam op.Uw hart wordt daardoor minder belast.De pompfunctie van uw hart kan zich dan enigszins herstellen. Door de betere pompfunctie wordt het dorstcentrum minder geprikkeld.
Beperk het gebruik van schaal- en schelpdieren uit zee, zoals garnalen en mosselen. Deze bevatten van nature veel zout. Beperk het eten van haring. Met één zoute haring krijgt u al de helft van de hoeveelheid zout binnen die u per dag mag gebruiken.
Zout en hoge bloeddruk
Te veel zout eten kan leiden tot een hoge bloeddruk. Een hoge bloedruk verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Voeg geen of weinig zout of zoute smaakmakers toe aan de maaltijden. Vermijd kant-en-klare producten, die bevatten vaak veel zout.
Gezonde mensen hebben een ejectiefractie van 60 tot 70%. Bij hartfalen is de ejectiefractie vaak sterk afgenomen. Een ejectiefractie van 40% of minder is een teken van hartfalen.
De cardioloog zal een echocardiografie verrichten om de knijpkracht (of pompfunctie) van het hart in beeld te brengen. Tevens zullen alle hartkleppen worden bekeken. Eventueel zal een hart-MRI moeten worden uitgevoerd om hartfalen aan te tonen en om meer te weten over de oorzaak van reeds aangetoond hartfalen.
In veel gevallen blijven de symptomen vrij lang (maanden of jaren) stabiel voordat deze verergeren. Soms nemen de ernst en de symptomen geleidelijk toe.Deze kunnen zich echter ook snel ontwikkelen, bijvoorbeeld na een hartaanval, een hartritmestoornis of een longinfectie.
Van de personen met een lichte vorm van chronisch hartfalen leeft ongeveer de helft nog minimaal 10 jaar. De helft van de patiënten met ernstig chronisch hartfalen of acuut hartfalen heeft een levensverwachting van minder dan 2 jaar.
ACE-remmers verlagen de bloeddruk en verbeteren de pompkracht van het hart. Voorbeelden zijn benazepril, captopril, enalapril, fosinopril, lisinopril, perindopril, quinapril, ramipril, trandolapril en zofenopril.
Chronische ziekte
De behandeling is er meestal op gericht het proces van verzwakking te vertragen of een halt toe te roepen. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt het hart van iemand met hartfalen weer even krachtig als vanouds. De meeste mensen met hartfalen blijven de rest van hun leven onder medische behandeling.
Bij hartfalen pompt het hart bloed minder goed weg. Je organen en spieren krijgen niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen. De bloedvaten raken vol en er lekt vocht uit. Dit gebeurt vooral naar de longen, buik, benen en enkels.
Hypertensie (Hoge bloeddruk)
Bij een hoge bloeddruk moet het hart tegen een hoge druk in pompen. De hartspier wordt daardoor dikker. Op den duur wordt een dikke hartspier stijver en minder soepel en neemt de pompkracht af. Hierdoor kan hartfalen ontstaan.
Er stroomt meer bloed door de nieren waardoor je vaker moet plassen. Minder gaan plassen; dit komt door de slechtere doorbloeding van de nieren. Plotse benauwdheid en hoesten; dit komt doordat er vocht in de longen zit.
Als de hartkleppen niet goed functioneren, moet het hart extra hard werken om voldoende bloed rond te pompen. De niet goed functionerende hartklep kan vernauwd zijn of niet goed meer sluiten. Wanneer het hart te langzaam of te snel klopt (ritmestoornis), werkt het hart minder goed, waardoor hartfalen kan ontstaan.
Twee keer dertig minuten. Bij hartfalen adviseren we u om dagelijks twee keer dertig minuten te bewegen (bijvoorbeeld wandelen, fietsen of zwemmen). Inspanning loont, ook als u moe bent.
Indien de linker harthelft onvoldoende pompt, raken de bloedvaten van de longen overvol waardoor stuwing en vochtophoping ontstaan en kortademigheid en kriebelhoest kunnen optreden.
De cardioloog en jij hebben gesproken over je hartfalen waarvoor geen behandeling meer mogelijk is. Dit noemen we terminaal hartfalen.
Soorten hartfalen
Hartfalen kan acuut of chronisch zijn. De symptomen zijn gelijkaardig, maar: bij acuut hartfalen treden ze plots op en nemen ze snel toe: Dat kan zonder duidelijke oorzaak gebeuren, maar meestal is er al chronisch hartfalen aanwezig.
Als een hartspier te weinig zuurstof krijgt, kunt u pijn op de borst krijgen of hartkramp.
Patiënten overlijden dan aan snelle kamerritmen, kamerfibrilleren en trage hartritmen, die overgaan in asystolie (onvoldoende samentrekking van de hartspier).
Een drukkende pijn op de borst is het meest duidelijke signaal bij een hartinfarct. Het voelt alsof iemand een band om je borst snoert. Bij een hartinfarct gaat dit gevoel niet over.
Gezonde mensen hebben een ejectiefractie van 60 of 70 procent, maar een ejectiefractie van 40 procent is nog redelijk normaal. Bij een ejectiefractie van 30 procent gaat een dokter zeker aan hartfalen denken. Uit het aanvullende onderzoek moet dan blijken of er inderdaad sprake is van hartfalen.