Motorische problemen zijn bijvoorbeeld verlamming, moeite met doelbewuste handelingen: apraxie.Moeite met spreken; Broca afasie en dysartrie.Moeite met schrijven: agrafie.Moeite met slikken, kauwen.
De omschrijving van deze diagnose is: een duidelijke vertraging in de motorische ontwikkeling (kruipen, lopen, enzovoort), dingen laten vallen, onhandigheid, achterblijven in sportprestaties, slecht lees- baar handschrift en problemen bij de uitvoering van dagelijkse be- zigheden (American Psychiatric Association, 1994 ...
Kinderen met een motorische ontwikkelingsstoornis hebben moeite met het aanleren van motorische vaardigheden. Dit is bijvoorbeeld bij baby's te herkennen wanneer zij moeite hebben met leren kruipen, maar het kan ook later opspelen.
De bekendste symptomen zijn veranderingen in het bewegen zoals traagheid, stijfheid, beven, gang- en houdingsveranderingen. Maar patiënten kampen vaak ook met andere problemen zoals slaapstoornissen, depressiviteit, verlies van reukzin, mentale veranderingen.
Houterig bewegingspatroon, met daar tegenover opvallende motorische behendigheden. Bijvoorbeeld: kunnen klimmen en klauteren, maar niet kunnen springen. Dit contrast kan ook gelden binnen de fijne motoriek: geen veter kunnen strikken, maar heel vaardig zijn in een zeer creatief lego-bouwwerk.
Mensen met autisme kunnen vastlopen in hun hoofd door hun andere manier van waarnemen en denken, en doordat ze zich proberen te conformeren aan de manier waarop neurotypische mensen zich gedragen. Als het te veel wordt, kunnen ze uiteindelijk exploderen of juist in zichzelf keren.
Veel kinderen met autisme fladderen of springen heel opvallend. Of ze roepen woorden of maken piepende geluiden. Je zou denken dat ze er gelukkig van worden maar in tegendeel het is een uiting van stress/spanningen of overprikkeling of onderprikkeling.
Motorische problemen zijn bijvoorbeeld verlamming, moeite met doelbewuste handelingen: apraxie.Moeite met spreken; Broca afasie en dysartrie.Moeite met schrijven: agrafie.Moeite met slikken, kauwen.
De ziekte van Parkinson begint vaak met verandering in de manier waarop u beweegt. U beweegt trager en de bewegingen worden kleiner. U kunt bijvoorbeeld uw arm niet meer zo ver zwaaien. Uw gezicht beweegt minder: uw gevoelens zijn minder goed te zien op uw gezicht.
Diagnose van dystonie
Als je dystonie hebt, dan krijg je meestal eerst moeite om controle over je bewegingen te houden. Vaak voel je ook een druk in je spieren. Ook kan het zijn dat je beeft. Je problemen met bewegen komen meestal dagelijks voor en worden steeds erger.
De handicap kan ontstaan doordat lichaamsdelen niet volgroeid of beschadigd zijn (fysieke afwijkingen) of doordat de lichamelijke functies verstoord zijn (functionele afwijkingen). Een handicap kan worden veroorzaakt door fysieke afwijkingen van lichaamsdelen.
Oorzaken motorische achterstand
Te weinig beweging en/of weinig zelfvertrouwen (over het bewegen) kunnen de oorzaak zijn van motorische achterstand bij kinderen.
Motoriek is het vermogen om te bewegen. Dit kan het menselijk lichaam of dat van een dier betreffen. Meestal maakt men voor de mens onderscheid tussen grove en fijne motoriek. De grove motoriek bestaat uit grote, grove bewegingen die men met (grote delen van) het lichaam maakt, bijvoorbeeld lopen, zwemmen of schoppen.
Een kind met dyspraxie lijkt vooral onhandig, het lopen gaat moeizaam en ze vallen veel. Een bal gooien of vangen, fietsen, zwemmen en skaten, het lijkt allemaal klungelig en heel moeilijk. Het ruimtelijk inzicht is beperkt. Kinderen vinden het niet prettig in het midden van een ruimte, aan de zijkanten is prima.
Het medische woord voor ontwikkelingsachterstand is retardatie. Wanneer kinderen alleen achter zijn qua bewegingsmogelijkheden of motorische vaardigheden, wordt dit motorische retardatie genoemd.
Moeite met bewegen of lopen
Valt het anderen op dat uw armen niet meebewegen als u loopt? Stijfheid gaat soms over na bewegen. Zo niet, dan kan het een voorteken zijn van Parkinson. Stijfheid of pijn in de schouder of heupen kan ook een vroeg signaal zijn.
Om een beeld van de vorm en functie van uw hersenen te krijgen, kan er een MRI-scan, PET-scan, SPECT-scan of hersenfilmpje (EEG) worden gemaakt. Ook kan er aanvullend bloedonderzoek plaatsvinden. Bij onduidelijkheid over cognitieve klachten is een neuropsychologisch onderzoek nodig.
De bloedtest zou daarmee bruikbaar kunnen zijn om de juiste behandeling bij Parkinson of parkinsonachtige ziekten te kiezen. De diagnose 'Parkinson' kan op dit moment echter niet worden gesteld met een bloedtest.
Mensen met Parkinson hebben na hun diagnose een levensverwachting van ongeveer 15 jaar. Zorgverleners vinden het moeilijk om te bepalen wanneer de laatste levensfase ingaat.
Als we echter vanuit de trainingsleer kijken, gaat 'het hebben van een goede conditie' om een combinatie van vijf verschillende motorische vaardigheden (eigenschappen): coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, kracht en snelheid.
De sensorische (sensibele) zenuwen geven de prikkels (impulsen) van je zintuigen naar de hersenen door. De motorische zenuwen brengen de prikkels (impulsen) vanuit de hersenen naar de spieren. Dit kunnen spieren in je benen zijn, maar ook spieren in bijvoorbeeld de darmwand, zodat die kan samentrekken.
Kenmerken van de stoornis van Asperger
De sociale interactie en contacten verlopen moeizaam. Zij vinden het moeilijk zich in te leven in anderen. Oogcontact kan vermeden worden. Sociale regels en gebruiken worden vaak niet begrepen of gevolgd.
Asperger (of Asperger syndroom) is een vorm van autisme. Kenmerkend is een gemiddeld of hoge intelligentie, in combinatie met typische symptomen van autisme zoals: Problemen met communicatie en relaties. Gedrag dat voor de omgeving niet goed te begrijpen is.
Autismespectrumstoornissen komen ook onder ouderen voor. Oudere patiënten melden zich meestal met cognitieve klachten, gedragsproblemen of somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten. Overweeg dan ook een autismespectrumstoornis. Verwijs de patiënt bij een dergelijk vermoeden door naar de ouderenpsychiatrie.