Een ervaren matador kost al snel tussen de € 12.000 en de € 120.000 per avond. De derde banderillero rekent € 400. De tweede en eerste banderillero verdienen tussen de 800 en 1200 euro voor een enkele run. Een stier tussen de 4 en 6 jaar oud kost ongeveer € 4500.
Bij de meeste stierengevechten (Spaans: corridas) treden diverse torero's na elkaar op: de picadores die de stier met spiesen verwonden, de banderilleros, die speren met weerhaken in het lichaam van de stier steken en ten slotte de matador die de stier doodt (matador betekent "doder").
Heeft de matador de stier dan nog niet gedood, dan klinkt er na drie minuten een tweede signaal (aviso of waarschuwing). Na het derde signaal dienen de matador en zijn assistenten de ring te verlaten. De stier wordt de arena uitgeleid en in de buitenstallen alsnog, door het slagersmes gedood.
Jaarlijks worden er over de hele wereld ongeveer 250.000 stieren gedood tijdens stierengevechten. Stierenvechten zou niet door kunnen gaan zonder overheidssubsidies die worden betaald door belastingbetalers. De Europese stierenvechtindustrie ontvangt naar schatting 600 miljoen euro per jaar aan overheidsfinanciering.
In Sevilla vind je een van de oudste arena´s die speciaal gebouwd is voor stierenvechten, namelijk het Plaza de Toros de la Real Maestranza. Het begin van de bouw van deze arena werd gemaakt in 1758. Daarom staat Sevilla bekend als beste plek om een stierengevecht te bekijken.
Onderzoekers ontdekten dat een stier achter een stierenvechter aanrent omdat hij iets ziet bewegen. Hij is bang om aangevallen te worden en wil zich verdedigen. Het maakt niet uit welke kleur de wapperende doek van een stierenvechter heeft, want stieren zien geen kleuren. Ze zien wel of iets licht of donker is.
Uiteindelijk steekt de matador met een zwaard in de aorta van de stier, waarna het dier dood bloedt. De gevechten hebben bijna altijd een dodelijke afloop voor de stier. Slechts een enkele keer krijgt het dier gratie van het publiek. Voor de stierenvechters is het gevecht gevaarlijk, maar zelden dodelijk.
Volgens dierenbeschermers worden er wereldwijd jaarlijks 250.000 stieren gedood bij stierengevechten, in Spanje zou het om een 30.000 dieren gaan.
Wij streven naar een zo lang mogelijke leeftijd van onze dieren. Een melkkoe leeft bij ons gemiddeld zeven tot acht jaar. Een stier wordt bij ons 5 tot 6 jaar. Hij gaat dan weg omdat hij gevaarlijk wordt.
De stierengevechten in Pamplona
De dieren die in de ochtend door de straten hebben gerend, worden daarbij in de traditionele gevechten gedood. Er lopen 3 matadors in de arena die elk 2 stieren doden. Het vlees van de stieren wordt daarna verwerkt in stoofpotten.
Een ervaren matador kost al snel tussen de € 12.000 en de € 120.000 per avond. De derde banderillero rekent € 400. De tweede en eerste banderillero verdienen tussen de 800 en 1200 euro voor een enkele run. Een stier tussen de 4 en 6 jaar oud kost ongeveer € 4500.
Heeft een stier ook 4 magen? Ja, met als belangrijkste maag de zogenaamde pens. Vanuit deze maag kan het rund herkauwen.
Commotie rondom stierenvechten in Spanje
Er is al veel commotie ontstaan over de gevechten. Sommige Spanjaarden vinden het bij de cultuur van Spanje horen en zijn dus voorstanders van het gevecht. Ze vinden dat de stieren een beter leven heeft voor het gevecht dan een stier die naar de slacht wordt gebracht.
De matador (letterlijk: doder) is een torero, en wel de persoon die bij het stierenvechten de stier daadwerkelijk doodt.
De picador (Spaans voor "prikker") is de persoon die bij het stierenvechten de lans in de nek van de stier steekt. De picadors komen op in het eerste gedeelte, tercio de varas, van het gevecht. In dit onderdeel wordt de moed van de stier getest aan de hand van hoe hij de paarden aanvalt.
(m.) Uitspraak: [toreja'dɔr] Verbuigingen: toreador|s (meerv.) iemand die in een stierengevecht een stier bevecht en doodt Voorbeeld: `Aan het einde van het stierengevecht gaf de toreador de finale doodssteek.
De aankoopprijzen van runderen lopen sterk uiteen. Reken op meer dan 500 euro voor een koe. Jonge stieren zijn vaak goedkoper, reken hier de castratiekosten nog bij. Daarnaast zijn er uiteraard nog heel wat andere kosten: een weide, een stal, het stro, het voer en de dierenarts kosten geld.
Consumenten zouden alleen vrouwelijke dieren willen omdat een stier te stevig zou zijn. Stieren leveren meer op dan kalfjes. Daarom houden de eigenaren van deze stier jonge mannelijke dieren aan tot ze volwassen zijn. Toch zijn er slagers die weigeren stierenvlees te verkopen.
Denk maar aan hartstocht, dat in het Middelnederlands synoniem was van herts-treck. Een tochtige koe heeft dus eigenlijk hartstochtelijk veel zin in een stier.
De stieren rennen zo'n 20 kilometer per uur. Vermoeide renners springen naar de zijkant van de straat om niet platgetrapt te worden. De stieren rennen door. Met hun scherpe hoorns vooruit, naar de arena voor het stierenvechten.
De Paso Doble is een dans die symbolisch een stierengevecht voorstelt. De man is de matador(stierenvechter) en de dame is el capa (de rode lap). Het is een social dance, waarin vooral de lopende bewegingen centraal staan.
Bij het stierenvechten laat men een stier vechten tegen mannen die gewapend zijn met lansen, zwaarden, dolken en pieken die van weerhaken zijn voorzien. De wapens zijn bedoeld om intense pijn teweeg te brengen en bloedverlies te veroorzaken om zo het dier te verzwakken.
De president gebruikt de witte zakdoek om het sein te geven dat het gevecht kan beginnen, maar kan er ook in voorkomend geval de torero mee waarschuwen dat hij dreigt de maximale 20 minuten, die ervoor staan om de stier te doden, te overschrijden.
Stieren. In Nederland komen elk jaar zo'n 1,8 miljoen kalfjes ter wereld op melkveebedrijven. De helft daarvan is man en daar kan de boer niet zoveel mee, omdat ze geen melk geven. Een groot deel gaat naar een mesterij om te groeien en gaat dan naar Zuid-Europa waar wel veel kalfsvlees gegeten wordt.
De buldog, ook wel bullenbijter, is een type hond dat oorspronkelijk werd gefokt voor de strijd tegen stieren (bullen). Gevechten tussen honden en stieren waren vanaf de 16e eeuw tot in de eerste helft van de 19e eeuw populair in verschillende Europese landen, maar vooral in Engeland.