Een rapport is een verslaglegging van een activiteit, gebeurtenis of toestand. Dit verslag wordt, al dan niet na voorafgaand onderzoek, door één of meer rapporteur(s) gedaan aan een doelgroep, die daartoe doorgaans, maar niet noodzakelijkerwijs, de opdracht heeft gegeven of de wens uitgesproken.
Het rapport moet in correct Nederlands, beknopt en zakelijk zijn opgesteld. Een goed rapport bevat minimaal de identiteit van de opdrachtgever, de aanleiding voor het onderzoek, de verrichte werkzaamheden, het toetsingskader, de bevindingen van het onderzoek in een logische volgorde en een afsluiting met datum.
Een rapport bevat een titel, uw naam, de datum, een inhoudsopgave met de juiste paginanummers en kopjes, een samenvatting, inleiding, hoofdtekst en conclusie. U wilt van tevoren een overzicht maken om ervoor te zorgen dat de informatie op een logische manier stroomt voordat u in het schrijven duikt.
Begin met schrijven van je rapportage:
Begin met het schrijven van de details in je paragrafen. Daarna schrijf je per hoofdstuk een conclusie. Bij het trekken van de conclusies probeer je de deelvragen te beantwoorden. Uiteindelijk schrijf je de samenvatting, alleen wanneer je een uitgebreide rapportage hebt.
Je eindigt je rapport met de bijlagen met alle detailinformatie die je wel graag aan de lezer wilt meegeven, maar die voor het doel van je rapport te gedetailleerd zijn om in de onderbouwing of uitleg op te nemen. Denk bijvoorbeeld aan de data die je hebt gebruikt.
Een rapport zonder een scherp afgebakend onderwerp en helder doel laat lezers direct verdwalen. Jouw lezers hebben dan namelijk geen idee wat ze precies kunnen verwachten. Zorg dus altijd voor een duidelijke richtingaanwijzer in je inleidende tekst.
In de inhoudsopgave neem je naast alle hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen in de basistekst, ook het voorwoord, de samenvatting, referentie- of literatuurlijst en bijlagen op. In de inhoudsopgave geef je bij alle bovengenoemde onderdelen ook de paginanummers weer, behalve bij het voorwoord en de samenvatting.
De eerste zinnen van het voorwoord vertellen waar het boek, de scriptie of het verslag inhoudelijk over gaat. Daarna volgt de aanleiding tot het schrijven van het boek, de scriptie of het verslag. Vervolgens vertelt u uw ervaringen als schrijver van de geschreven tekst.
Algemene eisen specifiek rapport
Een specifiek rapport moet aan een aantal algemene eisen voldoen: • Waarheidsgetrouw, er mogen alleen feiten worden benoemd, geen vermoedens, conclusies of eigen meningen. Gebruik korte, maar volledige zinnen. Gebruik geen afkortingen.
Rapport (spreek uit als rappoor) is als het ware verbinding maken met de ander. Oftewel afstemmen, op één lijn of dezelfde golflengte zitten of simpelweg: levellen. We doen het bewust en onbewust zowel verbaal en non-verbaal.
Het opbouwen van rapport begint met de drie elementen die de houding van rapport kenmerken: Aandacht: aandacht hebben voor de ander zoals die is. Respect: respect hebben voor het wereldmodel van de ander. Afstemmen: ook wel 'volgen' van de ander, voordat je gaat leiden.
Tips om beter te rapporteren:
Beschrijf alleen feiten en niet je eigen mening of conclusies. Gebruik geen afkortingen. Schrijf beknopt. Schrijf zodat anderen je kunnen begrijpen, ook als zij minder bekend zij met de client.
Ook voor zzp'ers in de zorg. We krijgen met regelmaat de vraag binnen wanneer je als zzp'er moet rapporteren in het zorgdossier, zoals een digitaal zorgdossier. Rapporteren in het zorgdossier is altijd verplicht.
Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave. De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Het voorwoord eindig je altijd met je naam en de plaatsnaam en datum ten tijde van het schrijven. Je schrijft het voorwoord in een persoonlijke, maar professionele, stijl. Let op Op welke onderdelen je precies ingaat, is afhankelijk van jouw studierichtlijnen.
Je voorwoord eindig je met je volledige naam, plaats en datum, vaak in combinatie met de zin 'Ik wens u veel leesplezier'.
Wat zet je niet in de inhoudsopgave? De kopjes voorwoord, samenvatting en inhoudsopgave hoeven niet in de inhoudsopgave. Deze pagina's staan voor de inhoudsopgave of het betreft de pagina zelf.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
In het kort beschrijf je het hele onderzoek: de aanleiding of de probleemanalyse, de vraagstelling, de opzet van het onderzoek, de resultaten en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. Het is belangrijk dat je goed de hoofd- en bijzaken kunt scheiden.
Schoolrapport. Op de meeste basisscholen krijgen kinderen elk jaar 3 rapporten. Scholen bepalen zelf hoe ze dit doen. Ze geven per vak een cijfer, of beschrijven in woorden hoe het met uw kind gaat op school.
Een schoolrapport is een verslag van de ontwikkeling en prestaties van een leerling op school. Meestal krijgen leerlingen drie keer per jaar een schoolrapport mee naar huis: voor de kerstvakantie, de meivakantie en de zomervakantie. Scholen bepalen in overleg met de MR hoe ze een rapport opstellen.
Bij welk cijfer er sprake is van een onvoldoende kan verschillen per staat. Meestal geldt de 'C' als gemiddeld en 'F' als onvoldoende. In sommige staten zakt de leerling echter ook met een 'D', dat doorgaans 'gemiddeld' betekent.