Dyslexie is een specifieke leerstoornis met een neurologische basis, waarbij de kern van het probleem ligt in het vlot en accuraat lezen en spellen van woorden. Met name de snelheid in decoderen, ofwel automatisering van woordherkenning, is een kernprobleem van kinderen met dyslexie.
Binnen de DSM-5 vallen de specifieke leerstoornissen, en daarmee dyslexie, in de groep neurobiologische ontwikkelingsstoornissen.
Problemen met lezen en spellen zijn de primaire symptomen van dyslexie. Daarnaast hebben kinderen met dyslexie vaak moeite met begrijpend lezen, vreemde talen en het automatiseren van rekenvaardigheden. Deze laatste drie symptomen worden ook wel de secundaire symptomen van dyslexie genoemd.
Ten eerste kun je problemen hebben met het herkennen van het visuele woordbeeld.Daarnaast kun je ook moeite hebben met het begrijpen van taal en klanken. Veel kinderen overwinnen hun dyslectische problemen, maar kunnen als volwassenen subtiele problemen met lezen en schrijven hebben.
Het klopt dat mensen met dyslexie op sommige taken bij een IQ-test als groep minder goed presteren. Dit geldt vooral voor taken die ook een beroep doen op klankverwerking, zoals cij- ferreeksen en substitutie. De verschillen zijn echter zo klein dat ze niet gebruikt kunnen worden om voorspellingen te doen.
Je kunt je kind testen op dyslexie door middel van een dyslexieonderzoek. Aan de hand van verschillende testen wordt bepaald of je kind dyslectisch is of niet en of het om ernstige of niet-ernstige dyslexie gaat. Een dyslexieonderzoek wordt altijd uitgevoerd door een speciale instantie.
Met andere woorden, dyslexie is meer dan alleen een obstakel; het biedt ook verborgen voordelen. De creatieve denkwijze, sterke sociale vaardigheden, luister- en begripsvaardigheden, en de versterking van talenten maken deel uit van het potentieel dat dyslexie met zich meebrengt.
Mensen met dyslexie hebben moeite met het lezen of schrijven van woorden, of met beide. Dyslexie komt door een kleine storing in de hersenen: de koppeling van letters aan klanken en klanken aan letters verloopt niet goed.
Het lezen verloopt niet geautomatiseerd en kost veel energie. Deze kinderen zijn dan ook vaak vermoeid op school. Vaak worden de problemen pas opgemerkt tijdens de middelbare schoolperiode, als de hoeveelheid tekst die verwerkt moet worden te groot wordt om te kunnen compenseren. We noemen dit verborgen dyslexie.
Dyslectici maken meer fouten tegen het gebruik van hoofdletters en leestekens, waardoor hun teksten minder gestructureerd zijn. Dyslectici scoren, in het algemeen, veel sterker op mondelinge taken dan op schrijftaken. Dyslectici vertonen doorgaans een tragere verwerkingssnelheid.
Dyslexie is een psychisch probleem. Artikel 2.3 van de Jeugdwet beperkt de voorzieningenplicht niet tot problemen vanwege EED en sluit andere vormen van dyslexie ook niet uit. In artikel 1.1 van de Jeugdwet wordt een definitiebepaling van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen gegeven.
Vanwege de mogelijkheid pas vanaf 7 jaar in aanmerking te komen voor vergoede diagnostiek en behandeling en het in toetsresultaten moeten kunnen aantonen van de hardnekkigheid van de problematiek wordt dyslexie vaak niet voor groep 4 vastgesteld.
Sinds de invoering van de BVRD spreken we overigens niet meer van een milde of lichte vorm van dyslexie. Deze termen werden in het verleden door sommigen gebruikt wanneer de uitval op lezen en/of spellen minder ernstig was.
Kinderen met dyslexie hebben een zwak verbaal werkgeheugen, maar wel een gemiddeld visueel-ruimtelijk werkgeheugen.
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.
Kinderen met dyslexie lopen vaak tegen een aantal problemen aan: Ze vinden het lezen en begrijpen van lange teksten moeilijk. Ze moeten een tekst of vraag meerdere keren lezen om de inhoud te begrijpen. Ze lezen vragen verkeerd en geven daarom het verkeerde antwoord.
Bij mensen met dyslexie kan er een 'stoornis' (zo noemen we dit in het medische model) zijn met het automatisch verwerken van informatie die via de kanalen van de ogen en oren naar de hersenen gaat. Dit wordt het automatiseringstekort genoemd en heeft betrekking op verwerkingsprocessen in de hersenen.
1. Vergoed dyslexieonderzoek (ED) Vanaf januari 2015 worden de kosten voor onderzoek en behandeling van ernstige dyslexie vergoed door uw gemeente. Tot 1 januari 2022 werd gesproken van ernstige enkelvoudige dyslexie (EED) en kwamen leerlingen met bijkomende problematiek niet voor vergoede dyslexiezorg in aanmerking.
De dyslexie test wordt afgenomen door deskundigen orthopedagogen en GZ-psychologen. Service en persoonlijke aandacht staat bij SEN Support centraal. De kosten dyslexietest afname bedragen 799,- euro. De betaling van de kosten dyslexietest wordt vooraf gedaan.
Een dyslexieonderzoek wordt vergoed door de gemeente. Wanneer de gemeente het onderzoek niet vergoed, kun je een particulier dyslexieonderzoek doen.
Ontwikkelingsdyslexie: dit is dyslexie die aangeboren is. Verworven dyslexie: dit is dyslexie die op latere leeftijd is ontstaan bij mensen die normaal hebben leren lezen.
Voor kinderen met dyslexie is het uiterst belangrijk om zoveel mogelijk te lezen. Zij moeten veel extra leeskilometers maken. Per week moeten zij een uur extra leestijd hebben, verdeeld in bijvoorbeeld 3 keer 20 minuten. Daarnaast is het belangrijk om veel aan begrijpend luisteren te doen.
Dyslexie in het voortgezet onderwijs
extra examentijd krijgen;gebruikmaken van hulpmiddelen zoals een daisyspeler of een computer met spellingcontrole;extra begeleiding krijgen bij lezen, spelling of taal. Dit gebeurt vaak in samenwerking met een onderwijsbegeleidingsdienst of een remedial teacher.
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten.Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen.Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)