Onder dienstverlening vallen dagbesteding, individuele begeleiding, persoonlijke verzorging, huishoudelijke hulp en respijtzorg. De voorzieningen gaan over hulpmiddelen, woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen (bijvoorbeeld een scootmobiel) en rolstoelen.
Er zijn verschillende voorzieningen die kunnen geregeld worden vanuit de Wmo, zoals een boodschappendienst, begeleiding, huishoudelijke hulp, dagbesteding of Wmo-vervoer per regiotaxi.
Voorzieningen die niet worden geregeld via de Wmo zijn: Hulpmiddelen voor tijdelijk gebruik (krukken, rollators , een douchestoel) Indien u een tijdelijk hulpmiddel nodig heeft, moet u contact opnemen met de thuiszorgwinkel, het thuiszorguitleenmagazijn of uw zorgverzekeraar.
Kort gezegd komt het erop neer dat u via de Wmo een vergoeding kunt krijgen voor alle ondersteuning in en om het huis, zoals aanpassingen in de woning, huishoudelijke hulp en vervoersvoorzieningen. Ook ondersteunt de Wmo zaken als mantelzorg (hulp van familie en vrienden), vrijwilligerswerk en voorlichting.
Hulpmiddelen via gemeente
Of om u in huis en daarbuiten goed te kunnen verplaatsen? Deze hulpmiddelen krijgt u van de gemeente vanuit de Wmo (officieel Wmo 2015). Voorbeelden van hulpmiddelen die u blijvend nodig kunt hebben zijn een rolstoel, traplift of een elektrische deuropener.
U komt in aanmerking voor een Wmo-voorziening als u voldoet aan de volgende voorwaarden: U bent niet meer zelfredzaam en u kunt niet meer meedoen in de samenleving omdat u een aandoening of een beperking hebt. Of omdat u langdurige zorg nodig hebt. U hebt geen of onvoldoende mogelijkheden het zelf op te lossen.
Bij de berekening van de eigen bijdrage kijken we ook naar vermogen zoals spaargeld, beleggingen of een tweede woning. In 2024 werken we met de toetsbedragen van € 31.747 (alleenstaand) en € 63.494 (met partner): Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage.
Thuiszorg vanuit de Wmo en zorgverzekering
Begeleiding in het dagelijks leven valt dan onder de Wmo. Huishoudelijke hulp valt dan onder de Wmo. Wijkverpleging is verpleging en verzorging thuis bij een kwetsbare gezondheid (vanwege een medische aandoening). Dit valt onder de zorgverzekering.
Andere onderwerpen tijdens het gesprek
In het gesprek gaat het ook over de volgende dingen: hoe je de ondersteuning kunt betalen – met een persoonsgebonden budget (PGB) of Zorg in Natura (ZiN); hoe het gaat op je werk en of je wel genoeg geld hebt om te leven; of je mantelzorger goede ondersteuning krijgt.
Een rollator wordt niet vergoed vanuit de Wmo of de basiszorgverzekering, maar wel door sommige aanvullende verzekeringen. U kunt een rollator ook lenen of huren bij een thuiszorgwinkel.
Huishoudelijke ondersteuning heeft alleen betrekking op het schoonmaakwerk in het huis. Hierbij horen geen activiteiten buitenshuis, zoals het onderhouden van de tuin, opruimen van schuur, wassen van de auto of schoonmaken van de stoep.
Er zijn verschillende soorten voorzieningen, openbare voorzieningen, bijzondere voorzieningen en maatschappelijke voorzieningen.
De gemeente mag geen inkomensgrens stellen voor hulp uit de Wmo (officieel Wmo 2015). Wel kunnen gemeenten een eigen bijdrage vragen voor voorzieningen en hulpmiddelen uit de Wmo.
Deze hulp noemen wij Schoon Huis. Het is geen grote schoonmaak, alleen noodzakelijke dingen worden gedaan om uw woning schoon en leefbaar te houden. Hoeveel uur huishoudelijke hulp u ontvangt bepaalt uw zorgaanbieder. Met een maximum van 108 uur per jaar.
Bij een vpt blijft u thuis wonen en levert een zorginstelling het volledige pakket zorg. Het is dezelfde zorg die u zou krijgen in een zorginstelling. De zorginstelling waar u de zorg van ontvangt, heeft een contract met het zorgkantoor. Het zorgkantoor betaalt de zorginstelling rechtstreeks voor de geleverde zorg.
Scootmobiel, rolstoel en aanpassingen aan auto of fiets
Naast hulpmiddelen in huis, kun je via de Wmo ook hulpmiddelen vergoed krijgen die de mobiliteit in en om de woning te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan een scootmobiel, rolstoel of een aangepaste fiets. Of je deze hulpmiddelen vergoed krijgt, bepaalt de gemeente.
Vanaf 1 januari 2024 verandert uw eigen bijdrage (het abonnementstarief) voor hulp of ondersteuning uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De eigen bijdrage wijzigt van € 19,- naar maximaal € 20,60 per maand.
Als u alleenstaand bent mag u €31.140 spaargeld hebben voordat uw eigen bijdrage omhoog gaat. De eerste €31.140 is heffingsvrij. Voor echtparen ligt deze grens bij €62.280 in 2023. Heeft u minder dan dit bedrag, dan heeft het geen zin om uw vermogen te verminderen om zo uw eigen bijdrage proberen te verminderen.
Geen limiet voor de AOW zelf
Goed nieuws: voor de AOW-uitkering zelf maakt het niet uit hoeveel spaargeld u heeft. De AOW is een basispensioen dat u ontvangt omdat u in Nederland heeft gewoond of gewerkt. Uw vermogen speelt hierbij geen enkele rol.
De gemeente ondersteunt mensen met een ziekte of beperking en kwetsbare ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en mee te kunnen doen in de samenleving. Dit is geregeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Gemeenten mogen een eigen bijdrage vragen voor de Wmo-ondersteuning die zij mensen thuis bieden. Voor de meeste Wmo-hulp betaalt u een eigen bijdrage van maximaal € 21,- per maand (bedrag 2025).