Huisvredebreuk is het binnengaan van een woning, besloten ruimte (zoals een winkel) of erf van een ander zonder dat daarvoor toestemming is gegeven. Volgens de Hoge Raad is er sprake van “binnendringen” als dit tegen de wil van de eigenaar gebeurt. Wederrechtelijk betekent zonder toestemming en rechtvaardiging.
Bewijs huisvredebreuk/lokaalvredebreuk
Naast de aangifte, moet er ook een verklaring zijn van een getuige dat de woning of het lokaal wederrechtelijk bent binnengedrongen. Datzelfde geldt voor het geval u wordt verweten dat u niet op vordering van de eigenaar de woning of het lokaal hebt verlaten.
Dus tegen de wil van de eigenaar of gebruiker. Bijvoorbeeld een weggestuurde bezoeker die weigert om weg te gaan. De bezoeker maakt zich dan schuldig aan lokaalvredebreuk. Lokalen zijn andere gebouwen, locaties en ruimtes dan woningen (dat is huisvredebreuk).
In de praktijk vraagt de politie die iemand eruit moet zetten vaak aan de rechthebbende of die alsnog tweemaal wil vorderen. Soms is dit wettelijk helemaal niet meer nodig, maar vanwege het bewijs wel slimmer. Gaat die persoon niet weg, dan treedt de politie op als getuige. Een beter bewijs is vaak niet te krijgen.
Het plegen van erfvredebreuk (artikel 138 Wetboek van Strafrecht) is een misdrijf. De verdachte overtreedt dit artikel indien hij een besloten erf, dat bij een ander in gebruik is, wederrechtelijk binnendringt of weigert te verlaten.
Binnen het strafrecht komen de volgende strafbare feiten voor: inbraak, insluiping en huisvredebreuk. Hierbij kan er ook sprake zijn van diefstal. Ook kan er moedwillig schade aan het pand worden toegebracht.
Goed om te weten. Verdachten van huisvredebreuk kunnen niet in voorlopige hechtenis voor dit feit genomen worden. De rechthebbende van de woning moet naar de verdachte kenbaar hebben gemaakt dat hij weg moet gaan. Daarnaast moet duidelijk zijn dat een verdachte wederrechtelijk in de woning verblijft.
Men moet twee keer vorderen als je bijvoorbeeld een gast op bezoek hebt die daar niet wederrechtelijk vertoeft. Echter sommige gasten misdragen zich weleens en dan zal hem duidelijk gemaakt moeten worden dat hij daar niet meer welkom is. Dit kan dmv mondeling vorderen en/of schriftelijk de toegang ontzeggen.
Van een 'besloten erf' in de zin van art. 138 Sr is sprake indien het kenbaar van de omgeving is afgescheiden ; het behoeft niet volledig afgesloten te zijn .
Dit is dus ongewenst gedrag en kan reden zijn om een gast toegang te weigeren. Heb je een detectiepoort of laat je gasten fouilleren voordat ze naar binnen mogen en willen gasten niet meewerken, dan mag je ze weigeren.
Een inbraak valt onder gekwalificeerde diefstal, omdat er naast de diefstal (wegnemen van het eigendom van een ander) tevens sprake is van het betreden van een niet-openbare ruimte. De straffen voor gekwalificeerde diefstal zijn hoger dan voor eenvoudige diefstal.
Inklimming wordt genoemd: Het binnenkomen over muren, deuren, daken of om het even welke andere afsluiting, in huizen, gebouwen, binnenplaatsen, neerhoven, bouwwerken van welke aard ook, tuinen, parken, besloten erven; Het binnenkomen door een ondergrondse opening die niet gemaakt is om tot toegang te dienen.
Om tot een bewezenverklaring te komen, moet er sprake van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De eis dat er voldoende wettig bewijs is, houdt in dat er een minimum aan bewijs aanwezig moet zijn in het dossier om een verdachte te kunnen veroordelen.
Het bewijs moet wettig en overtuigend zijn. Dat betekent dat de veroordeling niet alleen gebaseerd moet zijn op de wettige bewijsmiddelen, maar dat de rechter ook persoonlijk de overtuiging moet hebben dat de verdachte het misdrijf heeft gepleegd. De overtuiging moet worden afgeleid uit de bewijsmiddelen.
Bewijsregels. In hoofdlijnen en vrij vertaald gelden de volgende bewijsregels binnen het strafrecht; Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum.
De politie mag altijd je ID vragen – maar je hoeft het niet altijd te geven. De politie* mag je ID vorderen als dat 'redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de politietaak'. Bijvoorbeeld als je verdacht wordt van een strafbaar feit, of bij een vechtpartij op straat.
De politie mag alleen gegevens vorderen in situaties die in het Wetboek van Strafvordering staan. Bijvoorbeeld om bepaalde soorten misdrijven op te lossen. Als de politie gegevens vordert, bent u verplicht om mee te werken. In deze situatie vervalt een aantal eisen uit de AVG.
worden nog een aantal specifieke strafbare feiten genoemd, die niet voldoen aan het eerste criterium, maar waarvoor wel voorlopige hechtenis is toegelaten. Het gaat om de volgende feiten: verspreiden opruiend geschrift (132 Sr) bedreiging (285 lid 1 Sr)
MEDEPLEGEN: er is tussen de medeplegers een bewuste samenwerking en een gezamenlijke uitvoering. MEDEPLICHTIGHEID: de ene dader is ten opzichte van de andere ondergeschikt en hij is zich niet bewust van nalatigheid of een strafbaar feit.
Bij huisvredebreuk geldt de verdachte uitsluitend, wanneer hij wordt betrapt op heterdaad, kan worden aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Is er geen sprake van heterdaad dan is dit niet mogelijk en kan een verdachten enkel worden verzocht om naar het bureau te komen voor een verhoor.
Bij diefstal of inbraak waarbij geen dreiging of geweld is gebruikt, gaat het over het algemeen om een eenvoudig, licht misdrijf: de officier van justitie eist maximaal 1 jaar gevangenisstraf. Lichte misdrijven worden door de politierechter behandeld.
Een woninginbraak is een misdrijf waarbij geld of goederen worden gestolen uit een woning. De overheid neemt maatregelen om het aantal woninginbraken terug te dringen.
Als u als eigenaar van het perceel niet wilt dat anderen zich op uw grond begeven, dan moet u het terrein afsluiten met een hek, heg of andere erfafscheiding. Dan is duidelijk dat de grond uw eigendom is en dat u er niet van gediend bent als onbevoegden zich zomaar op uw grond begeven.