De stijl die tussen 1600 en 1750 beeldende kunst en architectuur overheerste, wordt aangeduid met 'barok'. Kenmerkend voor de barokstijl zijn draaibewegingen, sterke licht-donkercontrasten en andere theatrale effecten om de toeschouwer in vervoering te brengen.
De barok kwam tot uiting op alle terreinen van de cultuur, zoals architectuur, tuinarchitectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst, literatuur en muziek. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vroeg-, hoog- en laatbarok.
Barokmuziek wordt onder meer gekenmerkt door het onststaan van de monodie, rijk versierde melodielijnen en complexere meerstemmigheid. Componisten legden zich toe op het uitbeelden van specifieke gevoelens (affecten). De muziek voor hofdansen (bijvoorbeeld suites) promoveerde tot pure luistermuziek.
De beweging wordt vaak aangeduid met het absolutisme, de Contrareformatie en katholieke heropleving, maar het bestaan van belangrijke barokke kunst en architectuur in niet-absolutist en protestantse staten werd door heel West-Europa onderstreept bij zijn wijdverbreid populariteit.
De Barok ontstond in Rome als reactie op de reformatie (waarbij het woord in de bijbel belangrijker was dan mooie versierde kerken).
Barokmuziek is een vorm van westerse klassieke muziek gecomponeerd in de periode van de barok, die in de muziek loopt van ca. 1600 tot ca. 1750.
Ze borduurden voort op de Hoge Renaissance, maar schilderden aanzienlijk meer theatraal. In het hart van de vlaamse barokke schilderkunst zaten Rubens en in het bijzonder Rembrandt, maar ook Spanje en Frankrijk hadden barokke schilders. De barokke stijl eindigde omstreeks 1730 en werd vervangen door de Rococo.
Belangrijke componisten uit de barok zijn onder meer Johann Sebastian Bach, Antonio Vivaldi, George Frideric Händel, Claudio Monteverdi, Domenico Scarlatti, Alessandro Scarlatti, Henry Purcell, Georg Philipp Telemann, Jean-Baptiste Lully, Jean-Philippe Rameau, Marc-Antoine Charpentier, Arcangelo Corelli, François ...
De barok heeft zijn oorsprong in Italië, waar rond 1600 Caravaggio met grote lichteffecten meer dramatiek in zijn werk probeert te krijgen. Zijn realistische stijl wordt snel populair en vindt navolgers in heel Europa.
De Barok was een kunststroming die zich ontwikkelde in de 17e eeuw in Europa als een reactie op de strenge idealen van de Renaissance.
In de Renaissance werden figuren in de schilderkunst in een denkbeeldige driehoeks/ovaal-compositie gerangschikt, dit werd als evenwichtig en harmonieus ervaren. In de barok was er echter sprake van een feestelijke en uitbundige stijl en actie die de schilders probeerde vast te leggen.
Aan het Classicisme (de periode van 1750 tot 1820) ontleent de klassieke muziek haar naam. Het behelst in de muziekgeschiedenis een zeer korte periode van nog geen eeuw. Wolfgang Amadeus Mozart, Joseph Haydn en Ludwig van Beethoven zijn degene die het meest bijdroegen aan de muziek in deze periode.
Instrumenten in het barokorkest zijn bijvoorbeeld de barokviool, viola da gamba, violone, theorbe, orgelpositief, dulciaan, cornetto en baroktrombones. De stemming van het barokorkest is meestal een halve toon lager.
Het belangrijkste kenmerk van het literaire classicisme is het teruggrijpen op auteurs uit de klassieke oudheid en het herinvoeren van een strikt regelsysteem in de literatuur (en dan met name in het theater) gebaseerd op geschriften uit die tijd.
Een barokpaard (ook wel geschreven barok paard, waarbij barok een bijvoeglijk naamwoord is) is een paard met een bouw zoals die in de vroegmoderne tijd als ideaal werd gezien. Vaak gaat het om rassen wier geschiedenis met stamboeken tot in de zeventiende eeuw (of nog verder terug) bekend is.
De rococo is een Europese stijlperiode in de beeldende en toegepaste kunsten, die haar hoogtepunt beleefde tussen 1730 en 1760. De naam is afgeleid van het Franse woord rocaille, een asymmetrisch schelpmotief dat in de 18e-eeuwse barok veel gebruikt werd in met name de toegepaste kunst.
De renaissance verspreidde zich vanuit Italië. In de beeldende kunst lag de nadruk op een realistische weergave van de natuur, onder meer door gebruik van perspectief met één verdwijnpunt. Naast onderwerpen uit de klassieke oudheid bleven christelijke voorstellingen geliefd, in een nieuw, natuurgetrouw jasje.
De vijf meest geliefde componisten van de luisteraars van 27.12 tot en met 31.12 van 7 uur tot middernacht Bach is de grootste componist aller tijden, vinden de luisteraars van Klara. Daarna volgen: Mozart, Beethoven, Handel en Schubert.
In de Renaissance werd muziek een 'voertuig' (middel) voor persoonlijke expressie. De muziek werd dus meer een wereldlijk iets en niet meer alleen iets van de kerk. Er werd niet alleen meer in het latijn gezongen (gregoriaans), maar ook steeds meer in de volkstaal.
Wat is, wat doet een componist? Je schrijft muziekstukken op basis van creatieve, muzikale ideeën. Je gebruikt kennis van harmonieleer, ritmische en melodische structuren, toonaarden en andere elementen van muziektheorie. Het ordenen van tonen tot een muziekstuk noemt men componeren.
In wezen is de Barok een stijlperiode die zich afzet tegen het voorafgaand maniërisme. Het gekunstelde en het versierde was kenmerkend voor de barok, het was een protest op het harmonieuze van de renaissance. De barok is kunst van het gevoel, het is groots en overweldigend.
Stijl in de context van kunst en architectuur kan worden omschreven als het geheel van kenmerkende vormen van een bepaalde 'school' of stroming of voor een bepaalde kunstenaar of tijdperk.