Wat we wel weten is dat een tekort aan de stof dopamine in de hersenen een groot deel van de problemen en symptomen van parkinson veroorzaakt. Dit tekort ontstaat door het afsterven van dopamineproducerende zenuwcellen in een specifiek gebied van de hersenen: de zwarte kernen (substantia nigra).
Tekort aan dopamine
Veel symptomen van de ziekte van Parkinson kunnen het gevolg zijn van het ontbreken van dopamine, een chemische boodschapper in de hersenen. Dit gebeurt doordat hersencellen die dopamine produceren afsterven of zijn aangetast.
Wel bestaan er theorieën over de risicofactoren: mogelijke oorzaken zouden gif, zware metalen, virussen en bacteriën kunnen zijn. En erfelijkheid kan soms een rol spelen. In 2019 meldde TV-programma Zembla dat landbouwgif de kans op Parkinson vergroot: landbouwers die ermee werken, zouden 60% meer kans hebben.
Bij iemand met Parkinson, bij wie de hersenen toch al veel minder dopamine aanmaken, kan bij stress verergering van de symptomen ontstaan, zoals minder kunnen schakelen in gesprekken, angst, somberheid en trillen. Kan stress Parkinson veroorzaken? een paar aanwijzingen dat hevige, langdurige stress invloed heeft.
Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.
'Beweeg regelmatig en eet gezond' is een advies dat iederéén ter harte kan nemen. Voor Parkinsonpatiënten is het echter nóg belangrijker om uitgebalanceerd voedsel te eten. Dus veel fruit, groenten en andere complexe koolhydraten zoals graan en koren en bepaalde proteïnen.
Brain Food zoals kip, zeevruchten, peulvruchten, amandelen, avocado's en bananen zit boordevol aminozuren, waaruit je hersenen dopamine kunnen aanmaken.
De ziekte ontstaat meestal als je tussen de 50 en 70 jaar bent. Maar het is ook mogelijk dat je al voor je 40ste parkinson krijgt.
Meestal begint de ziekte op latere leeftijd, tussen het 50e en 60e jaar. Ongeveer 10% van de patiënten is jonger dan veertig jaar. De ziekte van Parkinson is niet dodelijk, de gemiddelde levensverwachting is vrijwel even hoog als die van mensen die de ziekte niet hebben.
Als je de ziekte van Parkinson hebt, is er een kans van 35 tot 55 procent dat je ook dementie krijgt. Dit wordt Parkinson dementie genoemd. Bij dementie functioneren je hersenen steeds minder goed doordat zenuwcellen of verbindingen tussen de cellen in de hersenen kapotgaan.
Trillen (tremor) van de handen, benen, kin of tong. Trager worden van bewegingen (bradykinesie), moeite met starten van bewegingen (akinesie) en ontbreken van automatische bewegingen (hypokinesie) Stijfheid van de spieren (rigiditeit) Houdings- en evenwichtsproblemen en soms vallen bij langer bestaan van de ziekte.
Er is geen test die kan bewijzen dat u de ziekte van Parkinson heeft. Daarom stelt uw huisarts vragen en kijkt hij of zij hoe u beweegt. Het trillen kan bijvoorbeeld ook komen door medicijnen of een essentiële tremor.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.
Resultaten. Zoals verwacht was de levensverwachting voor mensen met de diagnose ziekte van Parkinson korter dan voor de mensen in de bijpassende controlegroepen, gemiddeld 2 à 4 jaar. Het verschil hing sterk af van de leeftijd waarop de diagnose plaats vond.
Multipele systeem atrofie (MSA)
Bij MSA krijg je meestal ernstige moeite met bewegen, praten, slikken, ademhalen en je evenwicht. Je bloeddruk wordt erg laag waardoor je kunt flauwvallen en de controle over je blaas verliest. Ook kun je stijve spieren en koude, paarse handen krijgen.
Een van de meest voor de hand liggende oorzaken van vermoeidheid is dat veel activiteiten met parkinson extra moeite en energie kosten. Hiernaast kan gewichtsafname zorgen voor minder energie en meer vermoeidheid. Ook slapen veel mensen met parkinson slecht.
Niet alle parkinson patiënten krijgen pijn maar het komt wel veel voor, met name als spierpijn, gewrichtspijn, verkramping, bewegingsdrang en zenuwpijn. Als mensen met parkinson ook last krijgen van stemmingswisselingen en depressie, kunnen zij er minder goed mee omgaan en ervaren daardoor meer pijn.
Voor mensen met de ziekte van Parkinson geldt dat zij rijgeschikt zijn voor de rijbewijzen A, B en BE (motorfiets, auto en auto met aanhanger, groep 1) als er geen relevante lichamelijk en of geestelijke functiebeperkingen zijn die interfereren met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen.
De aandoening is dan multifactorieel erfelijk. Bij ongeveer 15 op 100 (15%) van de mensen met Parkinson kwam de aandoening al eerder in de familie voor. Maar bij minder dan 5% van de mensen met Parkinson wordt een erfelijke aanleg gevonden.
Behandeling van Parkinson
Tot nu toe zijn er geen medicijnen die de ziekte van Parkinson kunnen genezen of het ziekteproces vertragen. Wel zijn er medicijnen die sommige klachten enigszins kunnen verminderen. Daarnaast kan ergotherapie, logopedie en fysiotherapie worden ingezet.
Bij mensen met parkinson sterven de dopamineproducerende zenuwcellen steeds meer af, waardoor de communicatie stroever verloopt en het lichaam letterlijk blijft haperen. De soepelheid verdwijnt en de persoon moet steeds meer aandacht geven aan het aansturen van bewegingen die voordien vanzelf gingen.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben vaker zicht- en oogproblemen zoals wazig zien, symptomen van droge ogen, moeite met diepte inschatten en dubbelzien, dan mensen van dezelfde leeftijd zonder de aandoening.
Alcohol verstoort ook het dopamine neurotransmitter systeem, dat zorgt voor prikkeling van het striatum (het beloningscentrum). De eerste keer zorgt alcoholgebruik ervoor dat er extra dopamine wordt afgegeven. Dat geeft een belonend, prettig en vrolijk gevoel.
Een laag dopamine level bemoeilijkt de aansturing van de spieren, wat onder kan leiden tot spierstijfheid, traag bewegen en sterk beven, symptomen die voorkomen bij de ziekte van Parkinson. Dopamine speelt tevens een rol bij schizofrenie en psychose.