Een huurhuis is geen bezit van één van de echtgenoten of partners. Ook wanneer het huurcontract maar op één naam staat, is een echtgenoot of geregistreerd partner automatisch medehuurder. Partners hebben na een scheiding allebei evenveel rechten om in het huis te blijven. In overleg bepalen ze wie vertrekt.
De persoon die als huurder in het huurcontract staat, mag in de huurwoning blijven wonen. De andere partner heeft geen recht op de woning. Spreek af wanneer de ander vertrekt.
De ex-partner die in de echtelijke woning woont kan op grond van art. 3:178 lid 1 BW de rechter verzoeken de woning voor maximaal drie jaar onverdeeld te laten.
Ze moeten onderling overeenkomen wie blijft en wie vertrekt. Raken ze daar niet uit, dan hakt de rechter de knoop door. Bovendien moeten ze afspraken maken met de verhuurder over het huurcontract. Zolang daar geen akkoord over is met de verhuurder, blijven beide partners verantwoordelijk om de huurprijs te betalen.
Bij echtscheiding gaat de koopwoning naar de eigenaar. Wie dat is, hangt af van uw situatie. Bent u allebei eigenaar, dan moet u de woning verdelen of verkopen. U kunt ook in het echtscheidingsconvenant afspreken wie er blijft wonen.
U kunt ervoor kiezen om in het huis te blijven, terwijl uw ex-partner eigenaar blijft. Let wel goed op: u 'geniet' dan van een zogenaamd woongenot als u gehuwd was. Daar kan uw ex, de eigenaar, na vertrek niet meer van genieten. Woongenot telt als een vorm van partneralimentatie.
Wie de woning verlaat om zelf ergens anders te gaan wonen, verliest het woonrecht, ook al ben je nog (mede-)eigenaar. Vergelijk het maar met de positie van een verhuurder: die mag ook niet zomaar zonder afspraak of zonder aan te bellen gebruik maken van zijn huissleutel en de verhuurde woning binnengaan!
Als u getrouwd bent en samenwoont in een huurwoning, bent u allebei automatisch medehuurder. Ook als de huurovereenkomst op 1 naam staat. Dit betekent dat u de helft van de huur moet betalen tot u bent gescheiden.
Ben jij inderdaad medehuurder en gaan jullie uit elkaar, dan betekent dit dat jullie allebei evenveel recht hebben om in de woning te blijven wonen. Het is aan jullie samen om te bepalen wie van de twee blijft en wie er vertrekt. Komen jullie hier samen niet uit, omdat jullie allebei in de woning willen blijven wonen?
Als de hoofdhuurder opzegt en vertrekt, of als hij overlijdt, wordt u de nieuwe hoofdhuurder. U hoeft de woning dus niet uit. Ook als de eigenaar of verhuurder van de woning geen toestemming gaf voor onderhuur. Stuur de verhuurder een brief om te laten weten dat u de nieuwe hoofdhuurder bent.
Verlaat je ex de woning dan nog steeds niet? Indien jouw ex partner de woning niet wil verlaten na de aangetekende brief, kan je een advocaat benaderen. De advocaat kan een kort geding bij de rechter in gang zetten. De rechter zal dan beoordelen of je ex inderdaad geen recht meer heeft om in de woning te verblijven.
U kunt via de rechter vragen om een zogenaamde 'machtiging tegeldemaking' ex artikel 3:174 BW. Met deze machtiging kunt u zonder de medewerking van de ander, zelf de woning verkopen. Meestal wordt deze machtiging via een kort geding gevorderd, zodat u snel verder kunt.
Vervangende toestemming van de rechter
Is het niet gelukt om tot afspraken te komen over de verdeling van de woning en werkt uw ex-partner niet mee? Dan kunt u een verzoek indienen voor vervangende toestemming tot bijvoorbeeld verkoop van de woning van de rechter. Ook hier heeft u een advocaat voor nodig.
Mag ik alvast een huis gaan huren, ook al ben ik nog niet gescheiden en hebben we samen een koopwoning? U kunt inderdaad al een huis huren als u nog getrouwd bent. Als u gaat scheiden, moet uiteraard tenminste een van u beiden verhuizen.
Het domicilieadres is enkel een vaststelling van waar iemand verblijft. Het crëert op zich geen recht om daar te blijven wonen. Je partner kan je wel niet zomaar de toegang tot de woning weigeren. Om je uit huis te kunnen zetten, moet hij/zij het aan de vrederechter vragen.
Uitkopen is niet verplicht. Als u ervoor kiest uw woning samen te verkopen, hoeft geen van beide partners de ander uit te kopen. Er is alleen sprake van uitkopen als één van de partners in de woning blijft wonen. Degene die blijft betaalt de vertrekkende partner een uitkoopsom.
Een medebewoner is iemand die bij u in huis woont. Dit kan uw kind zijn, maar ook uw partner, een familielid of een kennis. Een medehuurder heeft rechten en plichten ten aanzien van de huurovereenkomst.
Hoe kan de hoofdverhuurder de onderhuurder uit huis zetten? Mogelijk wil de verhuurder de onderhuurder uit huis zetten, nadat de hoofdhuur is beëindigd. De wet biedt aan de verhuurder de mogelijkheid om de hem opgedrongen onderhuur te beëindigen. Het procesinitiatief ligt bij de verhuurder.
Antwoord. U kunt overname van de woning voorstellen aan de woningcorporatie, maar die zal de woning willen toewijzen op grond van de reguliere regels voor de woonruimteverdeling. En dan zijn er waarschijnlijk kandidaten die eerder voor de woning in aanmerking komen dan u.
Een scheiding is soms een reden om een urgentieverklaring (wat 'voorrang' betekent) aan te vragen bij een woningbouwvereniging en/of een gemeente. Met een urgentieverklaring hoeft iemand niet op de wachtlijst voor een woning, en heeft hij of zij binnen een aantal maanden nieuwe woonruimte.
Huurcontract op twee namen
Het huurcontract staat meestal op naam van een van beiden. Degene op het huurcontract is dan de huurder. De ander in principe niet: die heeft dan ook geen rechten en plichten tegenover de verhuurder. Soms is er wel sprake van 'samenhuur' of 'medehuur'.
Tijdens het huwelijk heb je de huishoudelijke kosten waarschijnlijk samen met je partner gedeeld. Met huishoudelijke kosten worden de boodschappen, woonlasten, gas en elektriciteit, verzekeringen etc. bedoeld. In de meeste gevallen wordt dit van een gezamenlijke rekening betaald.
Ja dat kan, maar enkel als uw ex daar mee akkoord is. In dat geval wordt er een huurcontract gemaakt, want als niet eigenaar wordt je dan wel huurder.
Rechter beslist over verdeling
U probeert samen afspraken te maken over de verdeling en/of verrekening, eventueel met hulp van uw advocaat of een notaris (boedelbeschrijving). Komt u er niet uit, dan kunt u ook de rechtbank vragen om te beslissen over de verdeling en/of verrekening.
De verhuurder kan uiteindelijk aan de rechter vragen om de overlastgever uit de woning te zetten als hij zich niet gedraagt volgens de gemaakte afspraken. Bij koopwoningen kan dit duidelijk niet. Bij een huurwoning, treedt de verhuurder op tegen de overlast (bijvoorbeeld met bemiddeling of een gedragsaanwijzing.