De oorzaak kan ook zijn dat u veel kleine stukjes rijdt (de zogenaamde boodschappenauto). Het starten van een voertuig kost relatief veel energie en de accu heeft dan een langere periode nodig om bijgeladen te worden. Gebruikt u de accu niet dan loopt deze langzaam leeg en neemt dus af in capaciteit.
Technisch mankement: Uiteraard kan de accu ook leeg raken door een technisch mankement. Een veelvoorkomend euvel is het niet automatisch bijladen van de laadspanning, ook wel lekstroom of lekspanning genoemd. Normaliter ligt de laadspanning tussen de 13,8 en 14,1 Volt.
Hoe meet je lekstroom? deze meet je door de min pool van de accu los te maken en er een multimeter tussen te hangen deze stel je in op ampère waarna de lekstroom wordt aangegeven. als je niet in het bezit bent van een multimeter kan er ook een spanningszoeker tussen je accupool en accuklem geplaatst worden.
Staat de auto langer dan drie weken stil, dan zou de accu wat uitgeput kunnen raken. ,,Een auto heeft stille verbruikers: denk aan de klok, radio of het centraal vergrendelingssysteem. De auto verbruikt daar ook stroom mee als hij stilstaat. Dan kunnen er accuproblemen ontstaan.
Een ruststroom van minder dan 40 milliampère (0,04 A) is toegestaan. Ruststroom noemen we ook wel “lekstroom”. Op het moment dat de ruststroom hoger is dan 40 mA is er sprake van een ruststroomverstoring.
Na het starten moet je in elk geval een halfuurtje gaan rijden, zodat de dynamo de accu kan opladen. Zet nu de achterruitverwarming en blower weer uit.
De controle van de batterij (en van de alternator) is in elk geval steeds aanbevolen vóór de eerste winterprik. Een batterij zal pas degelijk kunnen opladen wanneer men met de wagen over een voldoende afstand (minimum 25 km) kan rijden zonder (vaak) te moeten stoppen. Ideaal hiervoor is dus een autosnelweg.
Het zijn niet de startkabels die de accu van de auto opladen. Nee, het is de dynamo die dit doet. De auto accu laden wordt dus via het dynamo geregeld. Helaas kan de dynamo pas werken wanneer de motor aanstaat.
Kapotte accu symptomen
Rode dashboardlampje accu brand. Piepende geluiden die onder de motorkap vandaan komen. De startmotor draait minder snel rond wanneer u de motor probeert te starten, tevens zal de motor minder snel aanslaan.
Sluit de multimeterkabels aan op de polen van de batterij (rode sonde op de pluspool van de batterij en zwarte sonde op de minpool van de batterij). Lees de meting af op de multimeter. Als de multimeter ongeveer de waarde aangeeft die op het etiket van de batterij staat, werkt de batterij goed.
De accu is daarna weer goed bruikbaar. Uiteraard is er nooit 100% garantie en de batterij zal nooit volledig herstellen tot aan de fabriekswaarden. Maar, kortom, een lege natte accu is normaliter goed te repareren.
Je stelt de multimeter in op ongeveer 20 volt gelijk spanning. Je zet de minkabel (zwarte kabel) van de multimeter op de minpool van de accu en de plus kabel (rode kabel) op de plus van de accu. Buiten de zwarte en rode ring om de accu polen zijn deze ook te herkennen aan het op de accu zichtbaar zijnde + en – teken.
Let er hierbij op dat je goede, stevige startkabels gebruikt die de startstroom aankunnen. Laat beide auto's vijf minuten stationair draaien zodat de accu een minimum aan stroom krijgt en rijd daarna in ieder geval een half uur met de auto zodat de accu goed geladen wordt.
Als de motor weer draait, maak dan een rit van ten minste 20 km om de dynamo de kans te geven de accu weer bij te laden. De accu kan natuurlijk ook gewoon 'op' zijn.
Wanneer een auto in het stationair toerental draait, gebruikt de auto een zeer rijk brandstof-mengsel. Bij benzine motoren betekent dit aanslag op je gasklep en dieselmotoren kunnen flink last hebben van roet. Dit betekent dat je de interne delen van je motor vervuilt. Hetzelfde geld ook voor korte, rustige ritjes.
Nee kan niet, de dynamo heeft accu spanning nodig om te laden, als er geen accu in zou staan wekt de dynamo geen spanning op.
In veel apparaten zijn bijvoorbeeld transformatoren en/of bijvoorbeeld condensatoren aanwezig, veroorzakers van (kleine) lekstromen. Door niet enkel de fase, maar ook de nul te schakelen kan lekstroom als veroorzaker van gloeiende LED-lampen voorkomen worden. Gebruik in dat geval een tweepolige schakelaar.
4.4 vervangende lekstroom
de gemeten stroom door de sonde maar een deel van de eventuele totale lekstroom is. Het is goed mogelijk dat er via de behuizing en de werkbank andere lekstromen zijn. Dit is het verschil met de verschilstroom van par. 4.6.