Tips tijdens een driftbui
Het beste kun je vaak in de buurt blijven en even niets doen. Leer je kind een ademhalingstechniek aan (indien hij of zij oud genoeg is). Benader een driftbui in de supermarkt hetzelfde als thuis. Zorg dat je klaarstaat voor een knuffel als de driftbui voorbij is.
Hij kan gaan huilen omdat hij bij je wil zijn of omdat hij je aandacht wilt hebben. Maak vaak actief contact met je kind op een dag, ook als hij nog niet huilt. Als je pas aandacht geeft wanneer je kind gaat huilen, bestaat de kans dat hij vaker gaat huilen om aandacht van zijn ouders te krijgen.
Probeer je eigen frustratie onder controle te houden
Hij gilt, schreeuwt en tiert, en het liefst zou je hem achter het behang plakken. Probeer zelf rustig te blijven. Loop desnoods even de kamer uit. Ga niet tegen je kind schreeuwen en geef hem geen draai om de oren.
Omdat de hersens nog niet volledig ontwikkeld zijn kunnen peuters deze grote emoties nog niet helemaal verwerken. Daarnaast is je peuter nog niet in staat goed te verwoorden wat hij of zij wil waardoor je kind boos wordt. Andere oorzaken van driftbuien kunnen ook getriggerd worden door vermoeidheid, honger of angst.
Door rustig te blijven geef je je kind de ruimte om boos te zijn. Heb veel geduld. Bedenk elke keer dat een kind zijn boosheid en emoties uit bij jou waar hij zich veilig genoeg voelt om zijn emoties te tonen. Omdat je tijdens een echte woedebui geen contact met je kind krijgt, laat je hem het beste uitrazen.
Driftbuien tussen anderhalf en vier jaar zijn normaal
Dit is normaal. Peuters kunnen nog niet goed met hun emoties omgaan en hebben daarom jou als ouder nodig om hen hierbij te helpen. Vanaf drie jaar worden driftbuien langzaam minder en rond het vijfde jaar zijn de driftbuien vaak zo goed als verdwenen.
Vaak duurt een woedebui niet zo lang en is het na een paar minuten tot een kwartier weer over. Maar het kan ook veel langer aanhouden. Sommige kinderen blijven hangen in hun driftbui en vinden het lastig om er zelf uit te komen. Ze hebben jouw hulp nodig.
Je kind is op deze leeftijd sterk op jou, de volwassene gericht en zoekt op verschillende manieren contact. Hij ontdekt dat hij een mening kan hebben en uit dat in dit geval door te schreeuwen. Daarmee laat hij merken dat hij het ergens niet mee eens is en/of aandacht wil.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
Het nut van huilen
Voor je kind is het een manier om emoties te uiten. Door je kind te vragen om te stoppen met huilen, geef je hem of haar de boodschap dat die emoties niet belangrijk zijn. Huilen is ook altijd gepast. Wat je kind ook van streek maakt, voor hem of haar is het een geldige reden om te gaan huilen.
Een dreumes laten huilen is bijvoorbeeld wat anders dan een pasgeboren baby laten huilen. Daarnaast speelt ook een rol hoelang je je dreumes laat huilen: een paar minuten is niet vergelijkbaar met enkele uren. Deze belangrijke nuances worden vaak buiten beschouwing gelaten.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
Je kind wordt naarmate hij ouder wordt steeds anders genoemd, voor jou blijft het altijd je kleine baby. Na de eerste verjaardag veranderde je baby in een dreumes. Wanneer je kind twee kaarsjes uitblaast is hij officieel een peuter. De peutertijd duurt vanaf het tweede tot het vierde jaar van je kind.
Corrigeer je kind op een korte, duidelijke, maar rustige manier. Dus zonder boos te worden. Ga naar je kind toe, maak contact door te knielen, oogcontact te maken of je kind aan te tikken en geef de grens aan: “Slaan doen we niet, dat doet pijn” of “Bijten mag niet, dat doet pijn”.
De peuterpubertijd duurt ongeveer tot je kind 4 jaar is, maar het hoogtepunt ligt meestal tussen de 2 en 3 jaar. Ieder kind ontwikkelt zich anders, dus er kunnen verschillen zijn tussen kinderen.
En door te gillen ontdekken ze hun eigen stem. Naarmate kinderen ouder worden, leren ze dat ze ook op andere manieren iets duidelijk kunnen maken of gevoelens kunnen uiten. Gillen kan verschillende functies hebben: kinderen kunnen bijvoorbeeld gillen van blijdschap of boosheid.
Dagelijks schreeuwen tegen je kind levert volgens onderzoekers namelijk angstige kinderen op, die bovendien vaak gaan liegen. "Het gevolg van een schreeuwen is dat kinderen alles gaan doen voor de goedkeuring van de ouder, om te checken of je nog wel van ze houdt."
Kinderen met ADHD zijn beweeglijk, kunnen moeilijk op hun plaats blijven zitten, wiebelen, praten veel, hebben vaak ongelukjes, verstoren het spel van andere kinderen, zijn snel gefrustreerd, ze zoeken sterke prikkels, hebben moeite met op tijd komen of op tijd dingen afmaken en missen een deel van de instructies.
Er is een aantal symptomen waaraan je ADHD bij kinderen kunt herkennen. De eerste ADHD kenmerken komen vaak aan het licht wanneer je kind 3 of 4 jaar is, maar het kan ook op jongere of oudere leeftijd naar boven komen.
Aspecifieke verschijnselen bij baby's en peuters die vaker voorkomen bij kinderen die later ADHD blijken te hebben, zijn inslaapproblemen, motorische onrust, gemakkelijk huilen, overgevoeligheid voor aanraken of geluiden, oppositioneel gedrag en snel wisselen van spel (meer dan leeftijdsgenoten, die vaak ook niet uren ...