De Grondwet bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat de grondrechten. Het tweede deel bevat verschillende hoofdstukken over de staatsinstellingen en hun functioneren, zoals de regering (Koning en ministers), de Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer) en hoe die gezamenlijk wetten maken.
De Grondwet telt acht hoofdstukken. Artikel 5.2 van het Statuut van het Koninkrijk bepaalt dat de Grondwet de bepalingen daarvan in acht neemt. De tekst en de indeling van de huidige Grondwet is grotendeels in 1983 tot stand gekomen.
Machten (artikel 24 t/m 134), onderverdeeld in 7 hoofdstukken, namelijk: Hoofdstuk I Staten-Generaal; Hoofdstuk II Wetgevende macht; Hoofdstuk III Regering; Hoofdstuk IV Constitutioneel Hof; Hoofdstuk V Rechterlijke macht; Hoofdstuk VI Raad van State, Algemene Rekenkamer en vaste colleges van advies; Hoofdstuk VII ...
In Nederland heb je het recht om bij het bevoegd gezag een schriftelijk verzoek in te dienen. Bijvoorbeeld als je een klacht hebt over het optreden van de overheid. Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.
Het aantal wetten en regels is de afgelopen tien jaar met ongeveer duizend toegenomen. Per 1 januari 2019 bedroeg het totale aantal regelingen 9.834.
Voorbeelden van landen zonder geschreven grondwet zijn het Verenigd Koninkrijk en Israël. Het constitutioneel recht ligt daar vast in wetten, gewoontes en rechtspraak. Het Verenigd Koninkrijk was een van de eerste landen met een (zij het beperkte vorm van) grondwet. Dat is de Magna Carta uit 1215.
Iedereen in Nederland moet een beroep op de rechter kunnen doen om een onafhankelijke uitspraak te krijgen. Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent.
Het is vele edities van de grondwet als art. 4 blijven staan. Pas in de huidige Grondwet van 1983 kwam het als art. 1 Gw te staan met een nadrukkelijk verbod op discriminatie.
Mensenrechten beschermen de waardigheid van ieder mens. Je hebt mensenrechten omdat je mens bent, welk geslacht, etnische afkomst, godsdienst of politieke overtuiging je ook hebt. Deze rechten gelden altijd en overal, voor iedereen.
De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1 mei 1798 is te beschouwen als de eerste Grondwet van Nederland. Voor het eerst was er sprake van een eenheidsstaat, van burgerrechten en -plichten, en van een gekozen volksvertegenwoordiging.
Geen absolute vrijheid
De verschillende vrijheden en rechten zijn niet absoluut: een burger kan niet onbeperkt zijn gang gaan. Er bestaat bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst, maar dat betekent niet dat een burger overal en altijd zijn geloof vrij kan uitoefenen.
Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.
De overheid moet de volksgezondheid in Nederland bevorderen en ze moet zorgen voor voldoende goede woningen. Verder schept de overheid voorwaarden voor ontplooiing en vrijetijdsbesteding. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.
Er zijn 2 soorten grondrechten: Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten.
De Grondwet wordt vaak de hoogste wet genoemd. Sinds de jaren vijftig erkent de grondwet zelf echter het bestaan van nog hoger recht: het internationaal recht.
De Europese Grondwet werd op 29 oktober 2004 in Rome ondertekend door de regeringsleiders en staatshoofden van alle EU-lidstaten. Dit verdrag kon pas in werking treden als ook de parlementen van alle EU-lidstaten het document hadden geratificeerd (goedgekeurd).
Op 17 maart werd een grondwetscommissie benoemd onder voorzitterschap van Johan Rudolph Thorbecke. Thorbecke kreeg van Willem II de opdracht een liberale Grondwet te ontwerpen.
Op Overheid.nl vindt u wetgeving en regelgeving van de overheid. Zowel de landelijke als de plaatselijke, bijvoorbeeld van uw eigen gemeente. In de wetgevingskalender vindt u informatie over wetten die eraan komen en de inwerkingtreding van nieuwe wetten.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
Kinderrechten gaan over onderwerpen als onderwijs, gezondheid en de rol van familie en ouders. Ze gaan over vrijheid van geloof en vrijheid van meningsuiting. Ze gaan ook over het recht op een naam en een nationaliteit. Over een dak boven je hoofd en spelen.
De mens bezit het recht op leven, vrijheid en veiligheid, het recht op eigendom en vrije meningsuiting: ieder individu heeft universele rechten. Deze onvervreemdbare rechten mogen alleen worden ingeperkt als de nationale of openbare orde in gevaar is (zoals in geval van oorlog of burgeroorlog).