Denken tussen 2 en 3 jaar. Op deze leeftijd gaan kinderen steeds duidelijker beseffen dat ze zelf dingen kunnen veroorzaken. Ze onthouden ervaringen beter en gebruiken die informatie dan in andere situaties. Als je kind bijvoorbeeld weet waar de afstandsbediening voor is, weet het dit niet alleen thuis maar ook bij oma ...
Vanaf het moment dat het kind leert praten, kan hij ook bewust ervaringen onthouden. Naast de taalontwikkeling, zijn ook de eigen ontwikkeling en de rijping van de hersenen van belang bij het onthouden van gebeurtenissen. De herinneringen van jonge kinderen gaan terug tot het tweede levensjaar.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
Je peuter gaat steeds duidelijker praten
Als je kind drie jaar is, begrijpt het alledaagse gesprekken en eenvoudige verhalen. In deze fase praten peuters duidelijker. Vreemden verstaan al ongeveer de helft van wat ze zeggen. De zinsbouw wordt steeds beter.
Slimme peuters/kleuters zijn nieuwsgierig, onderzoekend, kunnen goed onthouden, kunnen lastige denkproblemen aan. Ze zijn snel van begrip en stellen veel vragen. Slimme peuters houden van uitdagingen, kunnen reflecteren, hebben creatieve oplossingen en hebben leiderschapskwaliteiten.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Hoogbegaafden hebben vaak een hoog rechtvaardigheidsgevoel. Jonge kinderen hechten al veel waarde aan beloftes en gaan diepgaandere vriendschappen aan. In de klas is te merken dat deze kinderen veel moeite hebben met 'onrechtvaardige' beoordelingen en straffen.
Taal en spraak bij kinderen van 3 tot 3,5 jaar
Rond de derde verjaardag maakt een kind zinnetjes van minimaal drie tot vijf woorden; ook gebruikt het soms al moeilijke woorden. Door te luisteren leren kinderen zinnen begrijpen en daardoor ook zelf zinnen te vormen.
Het ene kind vertoont misschien meer dwars gedrag dan het andere kind. Het is een normaal verschijnsel en hoort bij het opgroeien. Sommige kinderen ontdekken hun eigen wil en zitten midden in een identiteitsontwikkeling. Andere kinderen nemen niet zonder meer aan wat volwassenen tegen hen zeggen.
De moeilijkste leeftijd bij kinderen? Volgens Amerikaans onderzoek is dat 12 tot 14 jaar. Waar kleine kinderen vooral fysiek veel van hun ouders eisen, wordt het op die leeftijd eerder mentaal zwaar.
Een kind van 2, 3 of 4 jaar laat vaak agressief gedrag zien, zoals slaan, duwen, bijten of schoppen. Bijna alle kinderen zijn wel eens opstandig of agressief. Je kunt ervan schrikken en het is niet leuk. Toch is het bij jonge kinderen normaal en hoort het bij de ontwikkeling.
Denken tussen 2 en 3 jaar
Op deze leeftijd gaan kinderen steeds duidelijker beseffen dat ze zelf dingen kunnen veroorzaken. Ze onthouden ervaringen beter en gebruiken die informatie dan in andere situaties. Als je kind bijvoorbeeld weet waar de afstandsbediening voor is, weet het dit niet alleen thuis maar ook bij oma.
De woordenschat van een 2-jarige wordt steeds groter en je kunt al echte gesprekjes met hem voeren. Een 2-jarig kindje begint kleuren te herkennen en kan spulletjes van dezelfde kleur bij elkaar zoeken. Hij krijgt ook begrip van tijd, dat wil zeggen dat hij begrijpt dat morgen niet vandaag is.
Je kleine kan op deze leeftijd al ongeveer 1.000 woorden zeggen, en hij begrijpt er 1.250. Onder die woorden zijn ook abstracte begrippen, zoals gevoelens en bijvoeglijk naamwoorden. Daarnaast krijgt je peuter meer begrip van grammaticale regels. Hij probeert bijvoorbeeld werkwoorden te vervoegen en meervoud te maken.
Overdaad schaadt. Nog een tip: bied je dreumes of peuter niet teveel speelgoed (prikkels) tegelijk aan. Doe je dat wel dan bestaat de kans dat hij zich nergens echt helemaal in zal gaan verdiepen en niet meer weet waar hij mee moet spelen. Ruim speelgoed op en leg sommige dingen gewoon even helemaal een tijdje weg.
Onderbreek hem niet, vul geen zinnen aan, maar laat hem even nadenken zodat hij zijn verhaal zelf kan vertellen. En heel belangrijk: luister! Luister echt naar wat hij zegt, zodat je daar weer op kunt inhaken. Als je goed naar je kind luistert, gaat je kind op andere momenten ook beter naar jou luisteren.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Vooral de letter R is voor veel kinderen lastig: deze wordt vaak vervangen door de L, J of W. Het kan ook zijn dat je kind zijn ademhaling op een verkeerde manier gebruikt als hij iets praat. Slissen of lispelen betekent dat de sisklanken – de S en de Z – verkeerd worden uitgesproken.
Als een kind op een IQ-test tussen 121 en 129 scoort, wordt een kind begaafd of ook wel meerbegaafd genoemd. Het betreft hier ongeveer 7% van de kinderen. Kinderen die boven 130 scoren, worden zeer begaafd of hoogbegaafd genoemd.
Hoogbegaafdheid bij kinderen geven kenmerken als perfectionisme, faalangst, intense emoties, het diepe nadenken, bezig zijn met volwassen vraagstukken en het vele vragen stellen? Dan is het belangrijk om te onderzoeken in hoeverre er inderdaad sprake is van hoogbegaafdheid.
Ontwikkeling peuter 2,5 jaar
Hij kan met twee benen tegelijk van een verhoging springen. Zijn fijne motoriek wordt ook steeds beter. Hij leert nu kralen rijgen, bladzijden van boeken omslaan, gaatjes vullen met de juiste vorm, prikken, knippen en plakken. Met twee kinderen samenspelen gaat beter dan met meerdere.