Erwt en boon niet laten opvolgen. Zaai geen bonen na knolselder of witloof. Zet geen wortel na aardappel.
Wanneer aardappels poten? Als u zelf aardappelen wilt planten, dan poot u ze bij voorkeur tussen juni en oktober. De bodem dient voldoende bemest en los te zijn. Een vaste structuur is voor de late aardappelsoorten echter geen probleem.
De reden dat je elk jaar de groenten wisselt van plek, is dat je zo problemen met ziekten en plagen voor bent. Een bekend voorbeeld is bruinrot bij aardappelen: deze ziekte voorkom je door na het oogsten meerdere jaren geen piepers op dezelfde plek te kweken.
Wat je zeker kan zetten is prei /andijvie/ late koolsoorten/ knolrapen ook.
Best niet dezelfde teelten na elkaar, zeker geen koolgewassen bijvoorbeeld om knolziekte te voorkomen. Geen ui na prei of prei na ui. Geen erwten na bonen of bonen na erwten. Geen witloof na kolen, andijvie, spinazie, sla, knolselder, erwt.
Zoals reeds aangehaald, kan je bladgewassen als voor- of nateelt zetten op andere percelen. Hoofdgewassen waar geen voor- of nateelt mogelijk is, zijn: winterwortel, witloof, knolselder, pastinaak, schorseneer, rode biet en late aardappelen. Aardbeien worden in het najaar gepland, dit kan na een aardappelteelt.
Voor je aardappelteelt volstaat een flinke bemesting met verteerde stalmest of met compost. Vervolgens moet je er voor zorgen dat je grond rijk is aan kalium (kali of tuinpotas) en magnesium (kieseriet). De kalium zorgt voor een betere vruchtvorming en de magnesium voor een mooier en sterkere loof.
Aardappelen zijn een kalibehoeftig gewas. Kalium (K) zorgt voor de aanmaak en transport van zetmeel en suikers en voor de waterhuishouding. Kalium heeft een positieve invloed op de opbrengst (zowel totale opbrengst als aandeel grove knollen).
Paprika zaaien doe je naast Afrikaantjes, basilicum of bieslook. Pompoen doet het goed naast sla, radijsjes en zonnebloemen. Wortels staan graag naast uien. Sla kun je zaaien naast kool, prei, tomaat en dille.
Afrikaantjes zijn dé beste buurplanten voor in je moestuin. Ze verjagen aaltjes in de mix, weren schadelijke insecten - zoals luizen - en trekken massa's bijen en vlinders aan.
Mocht je zelf zaden willen oogsten van je zelf geteelde paprika's zorg dan dat je een goede afstand aanhoudt tussen je paprikaplant en peperplant – in principe zullen gekruiste nakomelingen altijd pittig zijn (omdat heet 'dominant' is over niet heet).
Het zijn goede buren voor aardappelen, aardbeien, bietjes en tomaten.
Kun je in augustus nog aardappelen planten? Ja, maar ze zullen kleiner zijn dan gewoonlijk. Aardappelen moeten vroeg in het voorjaar worden geplant, zodat ze tijdens de zomermaanden snel zullen groeien. Aardappelen hebben veel zon en warm weer nodig om goed te produceren.
Vaak gebeurt dat in het voorjaar en afhankelijk van het aardappelras is bepaald hoe lang deze onder de grond blijven. Vroege rassen hebben een groeiperiode van 90 – 100 dagen, waar dat bij late aardappelen minimaal 150 dagen is. Hoe langer een aardappel onder de grond blijft, hoe beter deze beschermd is.
Aardappelen hebben niet super veel water nodig. Wanneer het erg warm is kun je de aardappelen 1 keer per week water geven. Is het niet super warm dan is een keer per 2 weken voldoende. (De aardappelen hoeven namelijk niet continue onder water te staan maar hebben wel water nodig om te groeien).
Hoeveel pootaardappelen je nodig hebt, hangt af van hoeveel plaats je vrij hebt in de moestuin en hoeveel kilogram je wenst te oogsten. Gemiddeld mag je rekenen op ongeveer 4 kg oogst per vierkante meter geplante pootaardappelen.
Geef regelmatig water en zorg dat de planten niet in de schaduw staan: aardappels hebben veel zon nodig. That's it, verder hoef je niets te doen. Als je wilt kan je de planten steun geven door er een rekje van grofmazig tuingaas over heen te zetten.
Om een mooie aardappelplant te bekomen, zet je een aardappel met uitlopers in de grond. Die uitlopers worden het begin van je nieuwe plant. Wanneer je de uitgelopen aardappel met aarde bedekt en water geeft, groeit hij vanzelf naar het licht.
Elke kweekzak is geschikt voor 3 plantaardappelen of 4, als aan kleinere aardappelen de voorkeur wordt gegeven. Als u de 3 kweekzakken telkens met een afstand van 4 weken beplant, kunt u langer oogsten.
Hierdoor is de plant ook een goede buur voor aardbeien, bieten, tomaten en aardappelen. Meer moestuinmaatjes vind je hieronder: Aardappels: afrikaantjes, bonen, dille, erwten, knoflook, koolsoorten, munt, oost-indische kers, spinazie, spruiten.
Bij tomaten kan je ook nog paprika, meloenen, pepers, en komkommers planten. Wel te verstaan als ze groot genoeg is .