Je schrijft op wat je observeert of signaleert, welke zorg je met welk doel verleent, en hoe die zorg verloopt. Hierdoor weten je collega's wat er aan de hand is en wat zij moeten doen. Je waarborgt de continuïteit en kwaliteit van de zorg en je voorkomt fouten.
Zorg dat er geen direct kwetsende of verwijtende zaken in je rapportage staan. Liever geen 'cliënt was irritant', maar een objectiever 'cliënt luisterde niet'. Meer praktische tips om zo eenduidig mogelijk te schrijven.
Rapporteren is een ander woord voor melden of verslag uitbrengen. In een rapport meld je bijvoorbeeld de uitkomsten van je onderzoek. Of je brengt verslag uit van de prestaties van je afdeling in het afgelopen kwartaal.
Je leert de situatie nauwkeurig te beschrijven, zodat jij en je collega's in één oogopslag snappen wat er aan de hand is en wat er verwacht wordt. Ook zie je eerder waar het fout gaat. En als je weet waar het fout gaat, kun je ook kijken welke oplossing past en of die oplossing daadwerkelijk helpt.
SOAP rapportage is een van de meest gebruikte rapportage methodes voor de zorg. SOAP staat voor Subjectief, Objectief, Analyse en Plan. SOAP rapporteren is belangrijk omdat je met collega's samenwerkt en je met SOAP op een eenvoudige manier de gewenste vervolgstappen helder maakt.
De SOAP-methode structureert het rapporteren. Dit geeft niet alleen een beter overzicht, maar biedt ook veel mogelijkheden om beter te observeren, te analyseren en bijgevolg om betere zorgplannen te maken.
De wet zegt dus dat zorgverlener en cliënt wel met elkaar moeten afspreken hoe vaak ze evalueren en dat twee keer per jaar wel een goede frequentie is. Het is echter geen plicht, in overleg kun je hier ook vanaf zien.
Externe verslaggeving is het verschaffen van financiële informatie van een onderneming, gericht aan belanghebbende buitenstaanders, het tegenovergestelde van externe verslaggeving is logischerwijs interne verslaggeving, het verschaffen van financiële informatie aan belanghebbenden binnen de onderneming.
Het zorgleefplan is geordend volgens vier levensdomeinen. - Woon- en leefomstandigheden; - Participatie; - Mentaal welbevinden; - Lichamelijk welbevinden en gezondheid.
Het acroniem staat voor Subjectief, Objectief, Evaluatie en Plan. In een SOEP-verslag worden de S-, O-, E- en P-regel (ieder in vrije tekst) vastgelegd aangevuld. De S-regel kan aangevuld worden met een uitgebreider verslag van het verhaal van de patiënt.
Het doel van rapporteren, of met een ander woord verslaglegging, is het ondersteunen van goede zorgverlening. Je schrijft op wat je observeert of signaleert, welke zorg je met welk doel verleent, en hoe die zorg verloopt. Hierdoor weten je collega's wat er aan de hand is en wat zij moeten doen.
Probleemgestuurd rapporteren ofwel werken met een 'problem-oriented record' is een bijzondere vorm van rapporteren. Twee belangrijke elementen zijn de systemaiek en de probleemgerichtheid. Een rapportage kan worden geschreven aan de hand van de SOAP-formule. Subjecieve gegevens (S).
Rapporteren met SMART is een techniek om op een resultaatgerichte manier doelen en afspraken te formuleren. Door te werken met SMART-doelen voorkomt u vaagheid en uitstel en werkt u aan concrete resultaten.
De SOEP status is een methode van bijhouden van een medisch dossier. De informatie die uit een contact tussen een zorgverlener en patiënt voortvloeit wordt genoteerd onder vier kopjes: Subjectief – de gevoelens en waarnemingen van de patiënt die hem naar de zorgverlener drijven.
In de huisartsenpraktijk is het gemeengoed dat gebruik wordt gemaakt van de digitale registratie SOEP, waarbij S staat voor “subjectief”, de O staat voor “objectief”, de E staat voor “evaluatie” en de P staat voor “plan” (van behandeling).
Methodisch werken bevat een aantal stappen: verzamelen van informatie, vaststellen van behoeften en problemen, vaststellen van doelen, vaststellen van en plannen van activiteiten, uitvoeren van de activiteiten volgens planning, evalueren en zo nodig bijstellen van de zorg en ondersteuning.
Je bent wel verplicht deze verklaring in het zorgdossier te doen, als deze er eenmaal is. In de Multidisciplinaire Richtlijn Besluitvorming over reanimatie staat wel dat je cliënten het beste kunt doorverwijzen naar hun behandelend arts, met vragen over levenseinde en reanimatie.
Voorbeeld eenvoudig individueel zorgplan
Op de voorkant staan mogelijke gespreksonderwerpen, zoals voeding, alcohol en stress. Op de achterkant staan 5 vragen over wat voor de cliënt belangrijk is (behoeften), gesprekspunten, doelen, acties en evaluatie.