Wanneer iemand zich verslikt in vloeistof, dan is het belangrijk om NIET tussen de schouders te slaan, dit verstoort het hoestritme van het slachtoffer. Bij het verslikken van vast voedsel probeert u het met de hand te verwijderen uit de keel.
Wanneer men zich verslikt in vloeistof dan is het belangrijk om de cliënt iets voorover te buigen en te laten hoesten. Waarschuw ook hier bij een ernstige verslikking een arts of het alarmnummer.
Ga NIET tussen de schouders slaan als de cliënt zich verslikt in drinken. Het slaan onderbreekt het hoestritme en dat is niet goed. Geef geen slokje water na het verslikken: dit maakt het alleen maar erger. De hoestprikkel kan dan weer uitgelokt worden.
Verwijder zichtbare voorwerpen uit de mond/keel. Laat een omstander 1-1-2 bellen. Begin met het geven van rugslagen. Stoot met de onderkant van je hand 5 keer tussen de schouderbladen van het slachtoffer, ondersteun de borstkas van het slachtoffer.
Als er een klein vreemd voorwerp in de lage luchtwegen verzeild raakt (de longen zelf of de diepe luchtpijpen) kan de arts een longfoto laten nemen. Hierop ziet men echter helaas niet alles. De beste manier om de luchtpijpen volledig te bekijken is d.m.v. een bronchoscopie.
Laat het slachtoffer niet drinken, eten of roken. Wanneer het slachtoffer liever op de zij ligt of met opgetrokken knieën is dat geen probleem. Controleer regelmatig bewustzijn en ademhaling. Blijf bij het slachtoffer tot professionele hulp ter plaatse is.
De Heimlichgreep op jezelf uitvoeren
Om het voorwerp eruit te krijgen moet je je vuist en je hand in je middenrif duwen. Gebruik hierbij een snelle j-vormige beweging, naar binnen en dan omhoog en herhaal dit meerdere keren.
Een vreemd voorwerp kan een milde of ernstige luchtwegbelemmering veroorzaken. Een slachtoffer dat nog kan spreken, hoesten en ademen, heeft een milde luchtwegbelemmering. Een slachtoffer dat niet kan spreken, een verzwakkende hoest heeft, naar adem snakt of niet kan ademen, heeft een ernstige luchtwegbelemmering.
Een mogelijk gevolg van verslikking is longontsteking. Als je niet genoeg kracht hebt om te hoesten kan er voedsel of speeksel in de longen achterblijven. Dit komt vooral bij ouderen of mensen met slikproblemen voor. Een longontsteking door verslikking heet ook wel aspiratie-pneumonie.
Geen enkele persoon is door verstikking om het leven gekomen, ook niet als gevolg van verslikken.
Het strottenklepje sluit de luchtpijp af tijdens het slikken. Dit voorkomt dat voedsel of drinken in de luchtpijp komt.
Bij luchtwegmalacie is de wand van de luchtpijp niet stevig genoeg. De luchtpijp blijft dan niet goed open staan tijdens de uitademing en soms ook niet tijdens de inademing. Ook kan de luchtpijp volledig dichtklappen. Bij luchtwegmalacie is de ademhaling te horen.
Je kind kan geen zuurstof meer aan, kan niet meer huilen of praten, voelt paniek, loopt rood of blauw aan. Als het lang duurt zal je kind bewusteloos raken. Een verstikking is een levensbedreigende situatie.
Beide benamingen zijn echter correct. Tijdens de Heimlichgreep voert u namelijk buikstoten uit om de luchtwegen van een andere persoon vrij te maken. De Heimlichgreep is dus niet van naam veranderd, maar de term “buikstoten” wordt gebruikt om te verwijzen naar de manoeuvre.
Bij shock ziet iemand er vaak slecht uit en maakt hij de indruk dat hij ziek is. Hij heeft vaak een bleke, grauwe en vale huidskleur en bleke nagelbedden. Iemand met shock voelt zich ellendig, onrustig en slap. Ook voelt hij zich vaak koud, klam en kan hij dorstig zijn.
Er zijn verschillende vormen: hypovolemische shock, cardiogene shock, obstructieve shock en distributieve shock. Oorzaken kunnen bijvoorbeeld bloedverlies, hartfalen of problemen met de bloedvaten zijn. Symptomen kunnen onder andere overmatig zweten, een snelle ademhaling en rillen zijn.
Patiënten met een klasse I-shock, overeenkomend met een bloed- verlies tot 15% van het circulerend volume, of een klasse II-shock, bij bloedverlies van 15-30% van het circulerend volume, vertonen nog geen tekenen van decompensatie in de vorm van hypotensie.
Neem voldoende tijd voor het uitblazen. Diep in- en uitademen: Luchtstroming in de longen brengt het slijm in beweging. Breng slijm dat vastzit in beweging door diep in- en uit te ademen. De lucht moet vooral langs de plaats stromen waar het slijm vastzit.
Als je aanhoudend of regelmatig een brok in je keel voelt, is het verstandig om dit met je huisarts te bespreken. Samen kan je overleggen of stress/of angst de oorzaak kan zijn van deze klacht. De huisarts zal ook vragen naar eventuele andere klachten en zal in je keel kijken.
Stille aspiratie.
Er treedt dan stille aspiratie op. Keelschrapen, kuchjes, ademnood en een natte of borrelige stem na het slikken kunnen signalen zijn van stille aspiratie.
Wanneer voedsel in de luchtpijp terecht komt in plaats van in de slokdarm, is er sprake van verslikken. Dit kunt u herkennen aan hoesten voor, tijdens of na het slikken. Hoesten zorgt ervoor dat het voedsel weer uit de luchtpijp schiet, zodat het niet in de longen komt.