De spanning tussen de fasen is 220 à 230 volt. De spanning tussen de fase en de aarde is 127 à 133 volt. Om het stroomverbruik te kunnen meten op een dergelijk net, wordt vaak de Aronschakeling (2 wattmetermethode) gebruikt.
In de ideale situatie heeft aarding een weerstand van 0 Ohm.
Als je de weestand meet tussen fase en aarde moet deze dus oneindig zijn (en zeker niet 0 ohm, want dat zou betekenen dat je een kortsluiting naar aarde hebt !!). Hetzelfde geldt voor de nul draad en aarde. Tussen de fase en de nul meet je dus wel een weerstand (ongeveer 50 ohm bij een element van 450 Watt).
Op de aarde dient er 0V te staan tov de referentie aarde. Dit is afhankelijk van je spreidingsweerstand maar het ZOU steeds 0V moeten zijn. Meer duidt op een probleem. Je nul leider zou ook steeds 0V moeten zijn of toch zo dicht mogelijk bij de referentie aanleunen.
De spanning die tussen de fasen onderling aanwezig is, bedraagt ca. 400 Volt (voorheen 380V) terwijl tussen elke fase en de "nul" een spanning van 230 Volt staat.
Bij een 3-fasenaansluiting staat er tussen de fases 400 volt. Als installateur krachtstroom heeft aangelegd, kunt u apparaten met een zeer hoog energieverbruik gebruiken. In woonhuizen is krachtstroom bijna nooit nodig. Dit komt omdat huishoudelijke apparatuur vaak ongeschikt is voor krachtstroom.
Dmv draaiveldmeting . Op je duspol staat welke kant L1 is , dus de andere kant is L2. L1 op een aansluiting en de andere op een aansluiting en dan telkens kijken of de meter een rechts draaiveld aangeeft. Dus L1 en L2 rechts , L2 en L3 rechts, L3 en L1 rechts.
De nuldraad of de nulleider is de draad die meestal elektrisch gekoppeld is met de aarde, hij wordt daarom ook wel de neutrale geleider genoemd. Omdat de nuldraad elektriciteit terugleidt staat deze onder spanning, het is daarom belangrijk dat je de draad niet aanraakt, tenzij de stroom eraf is gehaald natuurlijk.
Het elektrische potentiaal van onze planeet is 0 volt. In elektrische installaties in woonhuizen moet om veiligheidsredenen aarde aanwezig zijn. Aarde wordt vanuit een aardpen naar de meterkast geleverd.
De maximale stroom door de nulleider
meest ongunstigste situatie en die is dan 16,3A.
Het is belangrijk dat de weerstand niet te hoog is, bij woningen is dit vaak 166 Ohm. Wanneer de weerstand hoger is kan dit ervoor zorgen dat overtollige elektriciteit niet juist wordt afgevoerd in de aarde, wat kan resulteren in schade aan uw gebouw en apparatuur.
Volgens de wet moet de weerstand op een installatie minimaal 1000 Ohm per volt aan bedrijfsspanning zijn. Voor een installatie met een enkele fase van 230V, moet de isolatieweerstand dus minimaal 230.000 Ω of 230 kΩ zijn. Bij krachtgroepen met 3 fasen is de minimale isolatieweerstand trouwens ook 230 kΩ.
In welk apparaat zit de aardfout? Wanneer je een apparaat in huis hebt waarin een aardfout zit, zal de aardlekschakelaar omslaan. Hierdoor zit minimaal i groep geheel zonder spanning. Tijd om het betreffende apparaat op te sporen.
Een aardingstransformator is een transformator die een geaard sterpunt creëert in een geïsoleerd driefasennet. Zonder geaard sterpunt spreken we van een IT-net en zal bij een eerste aardingsfout geen foutstroom vloeien en zal de beveiliging het net niet uitschakelen.
Steek de tester in het stopcontact en de tester geeft door middel van het oplichten van een, twee of drie lampjes of het stopcontact geaard is en/of dat er iets anders aan de hand is. 3 lampjes: het stopcontact is geaard en de stroomdraden zijn goed aangesloten.
Impedantie kun je niet meten, wel berekenen, maar dan moet je complex kunnen rekenen. Je kunt wel met een universeelmeter meter, met wat je daar meet kun je ongeveer wel bepalen of de impedantie 4 of 8 ohm is. Je moet dan wel de speaker los meten en niet in combinatie met een filter.
Volgens het AREI mag de aardingsweerstand bij een huishoudelijke elektrische installatie maximaal 30 Ohm bedragen. Om je elektrische installatie vlot te laten keuren, zal je de aarding dus zo moeten plaatsen dat je aardingsweerstand onder de 30 Ohm ligt.
De verbinding met de aarde noemen we de aarding. Dit kan verwezenlijkt worden door middel van een aardlus onder de fundering van je woning of door middel van een aardelektrode, een koperen geleider die voldoende diep de grond wordt ingebracht. Die aarding mag een bepaalde maximale weerstandswaarde niet overschreiden.
Naast aansluiting op de bruine draad (fase draad, aanvoer van stroom) en blauwe draad (nul draad, afvoer van stroom) dient een geaard stopcontact te worden aangesloten op een geel groene draad (aarde draad, ontladen en afvoeren van spanning).
Bij spanningen zoals 230 VAC van het lichtnet is er echter sprake van zowel een enorme stroomsterkte die kan worden geleverd (in de orde van honderden tot duizenden ampères) als een spanning die hoog genoeg is om een dodelijke stroomsterkte door de persoon te laten lopen.
Wanneer je de primaire van de trafo kant bedoelt: N=nuldraad. Lichtblauw L=Fasedraad. Bruin (spanning) Vermoedelijk heb je een een niet standaard kleur gecodeerd snoer.
De bruine draad is de fasedraad en zorgt voor de stroomtoevoer. Hier staat altijd spanning op. De blauwe draad zorgt voor de afvoer van stroom.
Meet je 3 fasen? Controleer dit door de zwarte kabel in een opening te stoppen waar je ongeveer 230V hebt gemeten en de rode in een andere opening waar je ongeveer 230V hebt gemeten. Geeft het display 400V aan? Dan heb je zeker 3 fasen.
Als u een 1-fase groepenkast in uw meterkast heeft staat er 220/230V op uw elektriciteitsmeter. De 1-fase-aansluiting is op de factuur van de energieleverancier te herkennen als 1x25/1x30A. Wat is 3-fasen? Bij een 3-fasenaansluiting komen drie fasedraden van ieder 230 V uw meterkast binnen.
Als u een 3-fasen aansluiting heeft, dan beschikt u over meer vermogen in het stroomnetwerk van uw huis. Simpeler gezegd betekent dit dat u meer zwaardere elektrische apparaten kunt aansluiten. Dit type aansluiting bestaat uit 3 x 25 ampère of meer. Via drie kabels (de drie fasen) komt er 230 volt naar binnen.