Stappenplan onderzoeken
Een 'goed' stappenplan bestaat uit tenminste de volgende stappen: Formuleren probleemstelling. Informatie bronnen selecteren.
Validiteit is de mate waarin je resultaten geldig zijn en overeenkomen met de werkelijkheid. De validiteit kan worden onderzocht door te bepalen of je daadwerkelijk hebt gemeten wat je wilde meten, bijvoorbeeld door kritisch te kijken naar je onderzoeksopzet en meetinstrumenten.
Onderzoek begint met een vraagstelling of probleemstelling. Voor vraagstelling wordt ook wel de term 'hoofdvraag' gebruikt. Je hoofdvraag kun je eventueel opdelen in deelvragen. Op basis van de belangrijkste begrippen in je vraagstelling ga je op zoek naar informatie.
De onderzoeksvaardigheden zijn: wees nieuwsgierig, neem waar, gebruik je verbeelding, trek in twijfel, hak in stukken, deel ideeën, ontdek de samenhang en reflecteer.
Een betrouwbaar onderzoek is vrij van toevallige fouten. Stel dat je een te kleine populatie hebt betrokken in je onderzoek, dan zijn je resultaten bij definitie minder betrouwbaar en minder representatief voor de gehele populatie. Een onderzoek is daarom nooit 100% betrouwbaar.
Onderzoek levert informatie op. En het is belangrijk dat die informatie betrouwbaar is, anders kun je er geen duurzame kennis mee opbouwen. Als je immers erg enthousiast bent over een thema, kun je al snel in de verleiding komen om aannames of conclusies te trekken die niet kloppen of ten minste dubieus zijn.
Betrouwbare bronnen zijn vaak transparant. Een voorbeeld is dat er adres- en contactgegevens op de website staan. Of ze vermelden namen van klanten of samenwerkingsverbanden. Vaak zie je ook dat deze bronnen open staan voor commentaren op de informatie die ze publiceren.
Als je onderzoeksresultaten niet valide zijn en je de validiteit dus niet kunt bewijzen, dan geef je dit aan in de beperkingen in je discussie. Er is dan sprake van systematische fouten (research bias) in je studie.
Dé manier om die geloofwaardigheid te vergroten is het goed documenteren van de verzamelde data. Zorg dat je interviews en focusgroepen opneemt met een voicerecorder of een camera. Zorg ook dat je aantekeningen maakt tijdens die gesprekken, en eventueel achteraf. Maak gedetailleerde aantekeningen van observaties.
Vragenlijsten, registratieformulieren, schalen, beoordelingslijsten, protocollen: in onderzoek zijn dit allemaal meetinstrumenten. Ze zijn bedoeld om de realiteit op de een of andere manier om te zetten in iets meer formeels, een concept, een code, een cijfer, een reeks getallen, verbanden, al of niet gekwantificeerd.
De onderzoeksvraag is de vraag die gedetailleerd beschrijft waar jouw onderzoek zich op focust. De onderzoeksvraag is de vraag die volgt op je hoofdvraag. De hoofdvraag geeft in zeer brede zin richting aan je onderzoek.
De algemene competenties waarover onderzoekers moeten beschikken zijn: zelfsturend met plannings- en onderzoeksvaardigheden, uitermate detailgeoriënteerd en zeer goed kunnen organiseren met het vermogen om goed te kunnen communiceren in zowel schrift als spraak.
Onderzoeksmethoden zijn specifieke benaderingen om data te verzamelen en te analyseren (i.e., de dataverzamelingsmethoden en de data-analysemethoden), zodat je je onderzoeksvraag kunt beantwoorden.
Bij kwalitatief onderzoek verzamel en analyseer je niet-numerieke data (zoals tekst, video of audio) om concepten, meningen of ervaringen (beter) te begrijpen. Je kunt dit type onderzoek gebruiken om inzicht te krijgen in een al vastgesteld probleem of om ideeën op te doen voor nieuw onderzoek.
In je onderzoeksopzet beschrijf je wat je wilt gaan onderzoeken, bij wie of wat je dit gaat onderzoeken, wat voor soort onderzoek je gaat doen, welke onderzoeksinstrumenten je hiervoor gaat inzetten en hoe je de data gaat verzamelen en analyseren.
Betrouwbaarheid heeft verbinding met het woord trouw maar ook met vertrouwen. Je bent te vertrouwen en men kan op jou vertrouwen.Je zult respectvol met vertrouwelijke informatie omgaan.Je bent consistent en je zult geen dingen doen die een ander kan schaden.