Naast het verbouwen van suikerriet werden er ook slaven gebruikt die op katoen plantages moesten werken. Dat gebeurde vooral in Zuid-Amerika. Het planten, oogsten, plukken en weven van het katoen was erg zwaar werk.
Wat doen de slaven in hun vrije tijd? De meeste slaven zorgen in hun vrije tijd voor extra eten om het eenzijdige voedsel dat de planters verplicht uitdelen, aan te vullen. Wat en hoeveel ze van de plantagehouders krijgen, is in regels vastgelegd: bananen, rijst, bonen en soms wat gezouten vis.
In de Nederlandse koloniën Curaçao en Suriname werden de slaven verkocht. Ze moesten werken op de plantages daar. De schepen voeren de producten die van de plantages kwamen, zoals koffie, tabak en suiker, mee terug naar Europa (blauwe pijl). De producten werden daar voor veel geld verkocht.
Slaven werden eigenlijk een beetje behandeld als dieren. Hun hoofd werd kaal geschoren, ze werden vast gezet en kregen een merkteken van hun baas in hun borst, op hun rug, op hun voorhoofd, in hun nek of op hun bovenarm. Slaven werden vaak met duizenden op een boot gezegd, ze konden dus nauwelijks bewegen.
Slavenhandelaars kochten slaven bij lokale heersers, die vaak krijgsgevangenen, maar niet zelden ook hun eigen burgers aan de handelaars verkochten, of ze gingen op jacht en vingen zelf mensen die vervolgens als slaaf werden beschouwd.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
Ook Nederlandse kooplieden deden mee aan die handel. Ze haalden die mensen uit Afrika. In de 18e eeuw werd er veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Het stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en verkocht deze als slaven aan een Nederlandse koopman.
Tussen 1519 en 1867 vonden wereldwijd naar schatting 27.233 slaventransporten plaats. Tijdens deze reizen stierven ongeveer 3.000.000 Afrikanen.
500 jaar geleden begon de slavenhandel tussen Afrika en Amerika die miljoenen levens verwoestte. Een Vlaming speelde de hoofdrol. Augustus 1518 is een maand die misschien niet meteen een belletje doet rinkelen.
Denemarken was in 1803 het eerste Europese land dat de slavernij afschafte, zestig jaar vóór Nederland. In 1807 verbood het Verenigd Koninkrijk – een van de grootmachten op dit gebied - de slavenhandel en in 1833 ook de slavernij. Pas dertig jaar later deed Nederland hetzelfde. Waarom duurde dat zo lang?
In de oudheid waren er verschillende mogelijkheden om aan slaven te komen: piraterij, veroordeling, handel en oorlog. Vooral dit laatste leverde grote aantallen slaven op. Bij elke Romeinse militaire overwinning werden de verliezers veroordeeld tot slavernij, ongeacht hun afkomst.
Hoe lang duurde de slavernij? De slavernij duurde zo'n tweehonderd jaar en in die tijd werden meer dan 12 miljoen Afrikanen uit hun land verscheept naar Curaçao, Suriname en Brazilië. Om te vergelijken: Nederland heeft 17 miljoen inwoners.
Naast Bantu-slaven maakten de Somaliërs ook tot slaaf van de Chamito-Semitische pastorale volkeren . Veel Oromo's werden dus gevangen genomen tijdens oorlogen en invallen. Er waren echter zeer duidelijke verschillen in de perceptie en behandeling van Oromo-slaven in vergelijking met Bantu-slaven.
Soorten slaven
Huisslaven werkten in het huis van de meester. Veldslaven verrichtten arbeid op de plantage. Fabrieksslaven werkten in de nijverheid, bijvoorbeeld in de suikerfabrieken. Foetoeboys waren slaafgemaakten die altijd in de buurt van (de voeten van) de meester moesten blijven.
Slavernij duurde tot ongeveer 1865 in ongeveer de helft van de Amerikaanse staten. Als economisch systeem werd de slavernij grotendeels vervangen door sharecropping en het convict leasing, het verpachten van gevangenen.
Degene die het eigendom is van de ander wordt gedwongen om voor de eigenaar zwaar werk te verrichten, tegen weinig of vaak zelfs helemaal geen loon. Zo iemand heet een slaaf en zijn lichaam is het bezit van de landeigenaar.
Michiel de Ruyter (1607-1676)
Die handelsroutes waren voor een groot deel gebaseerd op de slavenhandel waarmee de de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld verdiende. Aan de westkust van Afrika, waar de bevolking vaak tot slaaf werd gemaakt, vocht De Ruyter daarom verschillende oorlogen uit met Engeland.
Nederland was voor even de grootste slavenhandelaar ter wereld - De Correspondent. De Gouden Eeuw staat bekend als dé bloeiperiode uit de geschiedenis. Minder bekend is dat Nederland toen ook een grote ronselaar van werkkrachten voor Braziliaanse plantages was.
Als Nederland de slavernij in 1863 in haar koloniën afschaft, zijn de slaven nog niet echt vrij. Ze zijn verplicht nog tien jaar te werken voor een plantage-eigenaar, al mogen ze die nu zelf uitkiezen.
Wereldwijd zijn er meer slaven dan ooit. Dat meldt de Walk Free Foundation, een organisatie die strijdt tegen moderne slavernij. Naar schatting 29,8 miljoen mensen leven momenteel als slaaf, blijkt uit de Global Slavery Index.
Hebben slaven geld? Slaven mogen volgens de wet geen loon ontvangen of geldzaken doen. Toch zijn slaven in Suriname, maar vooral ook op Curaçao, niet helemaal van financiën verstoken. Ze verdienen zelf geld door producten te verkopen of door voor zichzelf te werken met toestemming van de meester.
In het begin, tot 1650, waren dat twee gebieden: de kust van Guinee en Angola. Na 1650 kwamen daar de Slavenkust en Biafra bij en in de achttiende eeuw kochten de Nederlanders ook slaven op de Goud- en Ivoorkust.
De organisatie Walk Free schat dat 40,3 miljoen mensen slachtoffer zijn van moderne slavernij en dat van hen 71 procent vrouw is en 29 procent man.
Per jaar was het tussen de 200.000 en 600.000 gulden, met af en toe uitschieters van meer dan een miljoen gulden. Een groot deel daarvan is dus geen winst voor de slavenhandelaren, maar bestaat uit kosten die zij moesten maken.
Keti Koti betekent 'verbroken ketenen', verwijzend naar de boeien waarmee de tot slaafgemaakten vastgezet werden.