Met een laag inkomen heeft u mogelijk recht op steun vanuit de Rijksoverheid en uw gemeente. Bijvoorbeeld met toeslagen, (bijzondere) bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, of een kindpakket (bijvoorbeeld een tegoedbon voor zwemles). Welke hulp u kunt krijgen hangt af van uw situatie.
Zoek dan hulp. Misschien heb je een familielid of bekende die je kan helpen. Je kunt contact opnemen met de gemeente waar je woont of bellen en chatten met het landelijke (anonieme) telefoonnummer voor hulp bij geldzorgen: 0800-8115 of kijk op 0800-8115.nl.
Bijstand bij onvoldoende inkomen
Heeft u niet genoeg inkomen of eigen vermogen om in uw levensonderhoud te voorzien? Dan heeft u recht op een aanvullende bijstandsuitkering.
U ontvangt in het 1e ziektejaar minstens 70% van uw loon en minimaal het minimumloon. U kunt meer loon doorbetaald krijgen als hier afspraken over staan in uw cao of in uw arbeidsovereenkomst.
Een laag inkomen is een inkomen dat niet hoger is dan 120% van het sociaal minimum. Dit houdt in dat de maximale netto bedragen per huishouden als volgt zijn: Voor alleenstaanden of alleenstaande ouders van 21 jaar en ouder is het maximale nettobedrag € 1322,18 per maand (inclusief vakantietoeslag);
Hoeveel euro per week aan boodschappen voor 1 persoon? Het is mogelijk om voor 1 persoon slechts €20 tot €30 aan boodschappen per week uit te geven, afhankelijk van de producten die iemand koopt. In de meeste gevallen geven we voor 1 persoon in Nederland zo'n €50 euro aan boodschappen uit.
Wanneer je een gezin hebt met 2 kinderen zal je boodschappenbudget nog hoger liggen dan bij alleenstaanden en stellen. Gemiddeld geven gezinnen met 2 kinderen in Nederland tussen de €80 en €150 euro per week uit aan boodschappen. Dit is onder andere afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en hun eetgewoonten.
Ruim 1 miljoen Nederlanders leven in armoede, blijkt uit cijfers van het CBS. Dat betekent dat 1 op de 13 in een arm gezin leeft dat valt onder de laag-inkomensgrens.
Sparen is voor veel mensen belangrijk: de een spaart voor de studie van zijn kind, de ander voor die mooie vakantie of voor een nieuwe auto. Toch spaart lang niet iedereen voldoende. 151% van de huishoudens heeft namelijk geen spaargeld en nog eens 20% heeft minder dan € 2.500.
Volgens Knab hebben mensen tussen de 25 en 35 jaar gemiddeld 19.000 euro op hun spaarrekening staan. Hierbij is de mediaan 9000 euro. Als we kijken naar de leeftijdscategorie 35 tot 45 jaar, is het bedrag nóg hoger. Uit de cijfers van de bank blijkt dat deze leeftijdsgroep gemiddeld 30.200 euro aan spaargeld heeft.
Hoeveel spaargeld je nodig hebt hangt van van je persoonlijke situatie. Een goede richtlijn is om 10% van je maandelijks netto inkomen te sparen. Sparen is altijd mogelijk, zelfs als je weinig geld hebt. Een buffer is een geldbedrag dat je reserveert voor onverwachte, grote en essentiële uitgaven.
Als je op jezelf woont en alleenstaand bent, dan is het wenselijk dat je minimaal €40,- per week aan leefgeld krijgt. Voor elke extra persoon in het huishouden, komt er €10,- bij.
Voor een alleenstaande raadt het Nibud aan om minimaal € 3.550 achter de hand te hebben en voor een stel zonder kinderen zo'n € 4.000.
Mensen met een minimuminkomen kunnen bij de Fietsenbank een gratis fiets krijgen. Ook worden er fietslessen gegeven, omdat velen van hen nog nooit of nauwelijks gefietst hebben. Wel moeten zij daarvoor een tegenprestatie leveren door vrijwilligerswerk bij de Fietsenbank te doen.
Bent u op zoek naar een andere woning en heeft u een laag inkomen? Dan komt u in aanmerking voor sociale huurwoningen met een lage huurprijs. Dit betekent voor éénpersoonshuishoudens een jaarinkomen van maximaal € 25.475 en voor twee of meer persoonshuishoudens maximaal € 34.575 (prijspeil 2023).