Als je op school gepest wordt kun je met je ouders praten, maar ook naar je mentor of de vertrouwenspersoon op school gaan. Samen kunnen jullie een oplossing zoeken. Je ouders kunnen ook een aantal dingen doen om het pesten tegen te gaan, zoals naar de schoolleiding gaan.
Je kan heel wat proberen om het pesten te laten stoppen. Het allerbelangrijkste is dat je weet dat je er niet alleen voor staat! Praat erover met je vrienden, broer of zus, ouders, trainer, leerkracht of leiding. Je mag niet te snel opgeven.
Doordat ervaringsdeskundigen voorlopers van pesten opmerkten bij kleuters jonger dan 6 jaar, mag er dus niet blindgestaard worden op de ontwikkelingspsychologie die aangeeft dat pesten maar voor zou komen vanaf de leeftijd van 6 jaar.
Leerlingen kunnen ook lichamelijke klachten krijgen door pesten, bijvoorbeeld hoofdpijn, buikpijn, bedplassen of slapeloosheid. Wie gepest is, kan daar jarenlang last van houden. Bovendien is de kans op een depressie op latere leeftijd groter. Het zelfbeeld is vaak laag en relaties verlopen soms moeizaam.
Vanuit die evolutionaire gedachte is pesten vooral een manier om sociale status in een groep te versterken. Bij leerlingen zijn dit dingen als meer populariteit, meer vriendschappen en meer feestjes waarop je uitgenodigd wordt.
Ga eerst in gesprek met zowel de gepeste als met de pester(s). Spreek de pester aan op zijn gedrag en tref sancties. Mocht het niet duidelijk zijn wie de gepeste en/of pester(s) zijn ga dan in gesprek met teams en afdelingen. Als de pester een collega-leidinggevende is, spreek deze dan aan op zijn gedrag.
Gaat het pesten zo ver dat jij je bijvoorbeeld bedreigd wordt, kun je daar aangifte van doen. Ook smaad en laster is strafbaar. Ga daarvoor naar het politiebureau bij jou in de buurt.
Voor de meeste kinderen is pesten vooral een manier om meer (sociale) status en aanzien in een groep te verkrijgen. Ook kan pesten kan een manier zijn voor kinderen om te experimenteren met sociale vaardigheden en te testen welke gedrag wel en niet acceptabel is.
Sociale vaardigheden: Kinderen die minder prosociaal gedrag laten zien, hebben meer kans om gepest te worden. Kinderen die bijvoorbeeld goed kunnen onderhandelen, anderen helpen en steunen, zijn minder vaak het doelwit van pesters.
Of je een slachtoffer wordt van pesten, wordt door ongeveer 66 procent bepaald door je genen. Verder spelen allerlei factoren uit de omgeving een rol, zoals de klas waarin je zit. De genetische erfelijkheid komt ook deels door bepaalde eigenschappen die het pestgedrag uitlokken.
Als je gepest wordt, is het belangrijk om erover te praten, om hulp te vragen en duidelijk te zeggen of uit te leggen dat je iets niet fijn vindt. Gepest worden kan pijn doen. Misschien ben je verdrietig of heel boos. Het is in elk geval belangrijk om te weten dat het pesten niet jouw schuld is.
Wie als kind is gepest, kan de gevolgen pesten op latere leeftijd vaak nog voelen. Als een van de gevolgen pesten een trauma is, kan het je leven nog lange tijd kleuren. Een van de gevolgen pesten is een laag zelfbeeld. Je kunt je soms zo waardeloos voelen dat je niet meer wilt leven.
Oorzaken van pesten
Concurrentiedrang, jaloezie, verveling, of om frustratie af te reageren. De dader is vroeger zelf gepest of bang gepest te worden. Dan probeert hij of zij de aandacht van mogelijke pesters af te leiden door iemand anders te pesten.
De belangrijkste kenmerken van pestgedrag zijn: er is een negatieve bedoeling. het gebeurt structureel tegen dezelfde persoon of personen. er is machtsongelijkheid, bijvoorbeeld vanwege de sociale hiërarchie in de groep.
Pesten voorkomen, is dat mogelijk? Nee, je kunt het niet helemaal voorkomen. Wat je wel kunt doen is zorgen dat je kind leert voor zichzelf op te komen, zodat het zelf het pesten de kop in kan drukken. Kinderen die stevig in hun schoenen staan worden niet snel het slachtoffer van pesten.
pesten gebeurt telkens opnieuw tegen dezelfde persoon (stelselmatig), plagen gebeurt af en toe en tussen verschillende personen. bij pesten is er sprake van ongelijkheid (in macht, kracht of sociale status), bij plagen is die ongelijkheid niet of veel minder aanwezig en zijn kinderen ongeveer even sterk.
Hoe hoger het middelbaar onderwijs, hoe minder pestkoppen. Vrijwel elke scholier zit op internet. Desondanks wordt nog altijd het meest gepest in en om de school. Eén op de twintig leerlingen wordt gepest via de computer, het zogeheten cyberpesten.
Pubers willen niet meer luisteren, zijn snel geïrriteerd en lijken alleen nog oog te hebben voor hun vrienden. Dat komt doordat ze twee grote transities doormaken: de groeispurt van hun hersenen en de heroriëntatie van hun hechtingssysteem.
Bij pesten in de vorm van ernstige belediging of mishandeling kan er sprake zijn van een strafbaar feit. In dat geval kan de school aangifte doen bij de politie.