Verbeter je concentratievermogen door voldoende rust te nemen. Zet bijvoorbeeld een ontspannend muziekje op als je iets moet leren en neem regelmatig een pauze. Of volg een mindfulness training zodat je leert je gedachten te richten op één enkel idee. Bewegen heeft ook een positief effect op je concentratie.
Concentratie kun je met eenvoudige taken trainen. Concentratie-oefeningen zijn vaak mentaal werk zoals hoofdrekenen, woorden spellen en dingen uit je hoofd leren. Je kunt je concentratie ook verbeteren met behulp van fysieke training: bijvoorbeeld balanstraining, coördinatieoefeningen, meditatie en stretching.
Mogelijke signalen van concentratieproblemen kunnen zijn dat je: je vaak dromerig en afwezig voelt. in gedachten en/of in 'real life' vaak met twee of meer dingen bezig bent. je vaak verliest in details en hierdoor het overzicht kwijt geraakt.
Bij concentratieproblemen heb je moeite met het focussen op één onderwerp of bezigheid. Bekende oorzaken zijn een depressie, relatieproblemen of een burn-out. De symptomen van concentratieproblemen zijn onder andere vergeetachtigheid en chaotisch zijn.
Helpen vitamines en mineralen bij het leren? B-vitamines (B1, B3, B6, B8, foliumzuur en B12) en vitamine C zijn goed voor de leerprestatie, de concentratie en spelen een rol bij het geheugen. En ook de mineralen magnesium, ijzer, jodium en zink dragen hun steentje bij.
Problemen met leren kunnen allerlei oorzaken hebben. Van een te hoog schoolniveau, tot een verkeerde leerstrategie, tot dyslexie tot depressie. Alles heeft invloed op de schoolresultaten van het kind. Wanneer concentratieproblemen de meeste last veroorzaken is het aan te raden om hier verder te lezen.
Je brein blijkt namelijk veel beter de leerstof op te kunnen nemen, als je binnen je werktijd regelmatig een pauze houdt. Wat is regelmatig pauze houden? De één kan wat langer geconcentreerd werken dat de ander, maar het is belangrijk dat je niet langer dan 45 minuten achter elkaar werkt.
De meeste volwassenen kunnen zich tot anderhalfuur concentreren, hoewel na ongeveer dertig minuten de concentratie wel afneemt. Tot ons 23e neemt ons concentratievermogen toe, daarna neemt het langzaam af. Concentratie moeten we deels aanleren, voordat het automatisch en onbewust gebeurt.
De TOVA test (Test of Variables of Attention) is een test op de computer die 'volgehouden aandacht' (concentratie) meet en daarmee een hulpmiddel is in screening, diagnosestelling en het monitoren van de behandeling van aandachtsstoornissen.
Vormen van aandacht- en concentratiestoornissen
De meest gekende vorm is ADHD (Attention Deficit and Hyperactivity Disorder) en ADD (Attention Deficit Disorder). De oorzaak is een ontregeling in de werking van bepaalde neurale netwerken, de DSM-5 rekent AD(H)D terecht tot de neurobiologische ontwikkelingsstoornissen.
Volgen aanwijzingen niet goed op, komen verplichtingen niet goed na. Raken vaak dingen kwijt, hebben het huiswerk niet bij zich, enz. Schrijven huiswerk niet in de agenda (of schrijven het wel op maar kijken er nooit meer naar). Stellen alles uit tot het laatste moment, waardoor hun werk of taak te laat klaar is.
Zo kan een kind moeite hebben met concentreren omdat hij in zijn hoofd bezig is met andere dingen, zoals een naderende verjaardag of een ruzie. Een andere oorzaak is een gebrek aan motivatie. Als een kind zich niet interesseert voor een bepaalde taak, zal de concentratie ook een stuk minder zijn.
ADD is een afgeleide vorm van ADHD. Groot verschil is dat kinderen met ADHD erg druk zijn, terwijl kinderen met ADD juist geen last van hyperactiviteit hebben. Net als mensen met ADHD, hebben ook mensen met ADD allerlei problemen in het dagelijks leven.
Vergeet je snel dingen, word je regelmatig moe wakker, heb je soms moeite om je te concentreren en voel je je vaak slap en futloos? Al dit soort symptomen wordt gezamenlijk ook wel beschreven als 'hersenmist' of 'brain fog'.
Studenten gebruiken middelen zoals Adderall, modafinil, Ritalin en zelfs speed. Er zijn ook 'natuurlijke' alternatieven, deze pillen bestaan vooral uit cafeïne, kruiden en vitaminen. Medicijnen of drugs verhogen voor sommigen de concentratie, maar voor anderen juist niet.
Interne afleiders zijn bijvoorbeeld: honger, piekergedachten, stress, ... Zo kan je je soms niet concentreren doordat je piekert over wat je nog moet doen. Externe afleiders zijn dingen uit je omgeving die je afleiden. Dit kan te maken hebben met je studieplek (rommel, lawaai, ...), de mensen om je heen, ...
Niet alleen in citrusvruchten zit vitamine C, maar ook in fruit zoals bosbessen en blauwe bessen. Dit fruit bevat antioxidanten welke jouw concentratie en geheugen wel 5 uur lang een boost geven. Elk soort fruit bevat weer andere voedingsstoffen. Varieer daarom zo veel mogelijk.
Uit een studie blijkt dat bosbessen- en druivensap je geheugen aanzienlijk verbetert. Proefpersonen die twee maanden lang dagelijks dit sap dronken, scoorden namelijk beter op geheugentests. Het eten van bosbessen heeft vooral een positief effect op je kortetermijngeheugen.