Sluit eventueel een terrarium en geef het aan de politie door als een slang ontsnapt is. Bel of laat 112 bellen. Volg de instructies van de meldkamercentralist. Geef het tijdstip door en de plaats van de beet op het lichaam.
Je kunt daarvoor de lokale politie of andere politie-eenheid of direct het noodnummer 112 bellen. De agent of specialist zal de slang proberen te vangen en deze meenemen naar een afgelegen deel om deze weer vrij te laten.
Het belangrijkste is om temperatuur en vochtigheid goed te regelen en te zorgen voor het juiste voedsel en voor goede schuilplaatsen. Ook moet je goed rekening houden met het voedsel. Slangen eten in de natuur levende dieren, zoals muizen. Sommige slangen kunnen in gevangenschap wel wennen aan dood voedsel.
Er zijn maar enkele slangen echt heel gevaarlijk voor de mens: bijvoorbeeld de Afrikaanse cobra, mamba, reuzenadder, de Aziatische cobra en kraits en de Amerikaanse koraal- en ratelslang.
In Nederland kun je drie inheemse soorten slangen tegenkomen: de adder, de ringslang en de gladde slang.
Van de drie Nederlandse slangensoorten is de ringslang de meest voorkomende.
Een slangenbeet nooit uitzuigen, insnijden, afbinden of uitbranden. Stel het slachtoffer gerust en voorkom paniek. Een paniekreactie verhoogt de hartslag waardoor het gif sneller wordt rondgepompt in het lichaam. Was de wond niet met water.
Voor sommige blijven slangen fascinerend door hun manier van leven. Slangen komen op bijna elk continent voor met uitzondering van Antarctica. Er zijn ongeveer 2700 soorten slangen op de wereld met wervels van 160 tot 435 stuks in hun lichaam.
De gevaarlijkste slangen ter wereld gaan schuil in het kniehoge struikgewas van India, op de zandvlakten van Afrika en in de regenwouden van Zuid-Amerika. De gifslangen kunnen zeer agressief of extreem giftig zijn – of komen graag (iets te) dicht bij mensen.
Slangen komen vrijwel wereldwijd voor en de verschillende soorten leven in uiteenlopende habitats. Omdat ze koudbloedig zijn, leven de meeste soorten in warmere streken. Een aantal soorten is aangepast aan het leven in extreem droge omgevingen, zoals woestijnen.
Slangen zijn roofdieren. Ze worden zelf ook door roofdieren aangevallen. Roofvogels, vossen en krokodillen eten slangen of eieren van slangen. Slangen laten zich niet vaak zien.
Jonge slangen kunnen ten prooi vallen aan roofvogels, uilen of Jamaicaanse kraaien. Niet inheemse roofdieren, zoals mangoesten en verwilderde katten en honden vormen ook een bedreiging. Zelf zijn deze slangen succesvolle jagers.
ga rustig liggen, beweeg minimaal en leg het gebeten lichaamsdeel zo laag mogelijk. bij misselijkheid in een stabiele zijligging gaan liggen. bel 112 voor vervoer naar het ziekenhuis. het toedienen van een antiserum is alleen noodzakelijk wanneer er sprake is van duidelijke vergiftigingsverschijnselen.
De meeste soorten slangen vind je in warme, tropische gebieden. Dat komt, omdat slangen koudbloedig zijn. Ze nemen de temperatuur aan van hun omgeving. Om te kunnen bewegen, moeten ze zich opwarmen.
Slang – 81.410 tot 137.880 doden
De meest giftige slang is waarschijnlijk de zaagschubadder, die zijn naam dankt aan het zagende, raspende geluid dat hij met zijn schubben maakt. Hij komt voor in het Midden-Oosten en Centraal Azië, en behoort tot de 'Big Four': de vier dodelijkste slangen.
Slangen hebben wel ogen, maar ze zien bijna niets. Slangen hebben geen oren en kunnen het geluid in de lucht niet horen. Ze voelen wel de trillingen in de grond. Slangen kunnen zeer goed ruiken en proeven.
De adder is de enige giftige slang die in het wild leeft in Nederland. Hij is te herkennen aan de zigzagstreep over de rug. De kans op een ontmoeting met de adder is echter heel klein.
Ook heeft een slang geen uitwendige oren zoals zoogdieren hebben. Ze kunnen dus niet horen maar wel geluiden met een lage frequentie waarnemen. De slang voelt trillingen met zijn tong. Aan de hand van de sterkte van de trilling kan de slang inschatten of een vijand dichterbij komt.
Bel altijd 112 bij een slangenbeet en voorkom dat het slachtoffer het getroffen lichaamsdeel beweegt. Door beweging verspreidt het gif sneller door het lichaam. Probeer de wond niet uit te zuigen, hierdoor kan er namelijk gif in de mond terecht komen, wat je uiteraard wilt voorkomen.
Bij een slangenbeet zijn er een of twee kleine wondjes te zien die snel zwellen. De huid wordt rood en de beetplaats is pijnlijk.
De adder is een giftige slang met een solenoglyf gebit, wat betekent dat de tanden buisvormig zijn met gif in. Deze slang moet eerst een kauwbeweging maken voordat het gif wordt toegediend.
De zaagschubadder is zeer giftig en berucht vanwege de vele dodelijke slachtoffers die hij wereldwijd maakt. De slang voelt zich thuis in dorpen en steden en staat bekend als agressief en bijterig. Het gif van de zaagschubadder is vijf keer zo sterk als het gif van een cobra.
Verspreiding. De adder komt voor op de hoge zandgronden van Nederland met uitzondering van de duinen. Er zijn momenteel nog twee grote min of meer aaneengesloten leefgebieden van de adder, gelegen in Friesland en Drenthe en op de Veluwe. Daarnaast is de soort nog aanwezig in Overijssel en Limburg (Meinweg).