Bij een subcutane injectie wordt een opgelost medicijn in het onderhuidse weefsel gespoten tussen de huid en de spieren. Dit gebied heet de subcutis, vandaar de naam subcutane injectie. Deze injectie zorgt ervoor dat het medicijn langzaam in het bloed wordt opgenomen.
subcutaan injecteren is het injecteren van een vloeistof in bindweefsel of vetweefsel. Het voordeel van subcutaan injecteren is dat een je een klein naaldje hebt. Je kunt dus niet diep in het lichaam prikken. Je hoeft je dus geen zorgen te maken om een grote zenuwtak of groot bloedvat raken.
Een subcutane injectie is een injectie die wordt gegeven in het vetweefsel dat zich net onder de huid bevindt. Dit type injectie wordt gebruikt wanneer de medicatie langzaam in de bloedbaan moet worden geabsorbeerd.
De injecties worden subcutaan toegediend, dat wil zeggen in het onderhuidse weefsel. Het medicijn wordt vanuit dit weefsel in het bloed opgenomen. U kunt makkelijk zelf leren te injecteren. De meeste patiënten ervaren het zichzelf injecteren als een eenvoudige handeling.
De huid moet schoon zijn, maar hoeft niet ontsmet te zijn, tenzij dit zo met u is afgesproken. Steek de naald in één beweging in de huidplooi waarbij u de spuit rechtop houdt, de naald moet helemaal in de huid geprikt worden. Druk de spuit rustig leeg, inclusief luchtbelletje (bij een kant-en-klare injectiespuit).
Intracutaan (in de bovenste huidlaag), subcutaan (onderhuids) en intramusculair (in de spieren).
Bij een onkundige injectietechniek kan de injectievloeistof te diep of juist niet diep genoeg geïnjecteerd worden. Dat kan leiden tot weefselschade of onbedoelde subcutane of intramusculaire injecties.
Bent u verpleegkundige, ambulanceverpleegkundige of mondhygiënist?Dan mag u zonder tussenkomst of toezicht van een arts een onderhuidse (subcutane) injectie geven. U moet wel bekwaam zijn om de handeling uit te voeren. En u mag de handeling alleen uitvoeren in opdracht van een zelfstandig bevoegde zorgverlener.
5 Subcutane injectie
De hoeveelheid te injecteren vloeistof mag nooit meer dan twee milliliter zijn. En er worden vaak alleen vloeistoffen toegediend die een langzame resorptie moeten hebben, bijvoorbeeld insuline, heparine en morfine. Waar een subcutane injectie wordt toegediend, hangt af van de voorschriften.
Voor loodrechte subcutane injecties gebruikt u een naald van: 5 - 12mm, dit is een bruine naald. Voor subcutane injecties met behulp van de huidplooitechniek gebruikt u een naald van 19 - 32mm. Dit is een blauwe, paarse, oranje of grijze injectienaald.
Bij subcutaan injecteren, kun je verschillende technieken hanteren: huidplooi techniek onder een hoek van 45 tot 60 graden en loodrecht techniek (90 graden) met huidplooi zonder huidplooi. Beide technieken worden in deze cursus behandeld.
Bij intramusculaire injecties vindt de inspuiting (injectie) plaats in spierweefsel. De vloeistof wordt sneller (binnen 15 – 20 minuten1) in de bloedsomloop opgenomen dan na een subcutane injectie.
Aanbevolen naald(en) subcutaan:
Grijze, bruine, oranje, paarse of blauwe naald. De lengte van de naald is afhankelijk van de gebruikte techniek en van de dikte van de huid: Voor loodrechte subcutane injecties: 5 – 12mm. Bruine naald.
Injecteren is een voorbehouden handeling die je als zorgverlener in de thuiszorg vaak uitvoert. Het klaarmaken en toedienen van subcutane injecties kan risico's met zich meebrengen voor de cliënt. Van zorgverleners wordt verwacht dat ze het uitvoeren van deze handelingen aantoonbaar bekwaam kunnen uitvoeren.
Geschikte injectiegebieden zijn: het gebied naast en onder de navel (ongeveer 2 cm rond de navel vrijlaten), boven/buitenkant het bovenbeen (handbreedte boven de knie vrijlaten), billen (bovenste buitenste deel), bovenarm (buitenste deel). Desinfecteer de huid bij cliënten met een verminderde weerstand.
Een subcutane injectie (Latijn: sub- :onder, cutis: huid) is een injectie in het onderhuids weefsel. Hierbij wordt de stof langzaam in het bloed opgenomen. Er wordt gebruikgemaakt van een korte naald die geplaatst wordt in een plooi in de huid die met de vingers wordt gemaakt. De buik is hiervoor erg geschikt.
Wanneer er een calciummagnesiuminfuus wordt toegediend is het belangrijk in de schuine kant van de naald te kijken omdat zo voorkomen wordt dat injectievloeistof de naald niet uit kan of de wand van het bloedvat wordt beschadigd.
Soms wordt bij het vaccineren een klein bloedvat geraakt. Dit kan voor een bloeduitstorting zorgen. Ook kan de huid rond de injectieplaats wit worden. Dit gebeurt als gevolg van een verminderde doorbloeding door het samenknijpen van oppervlakkige bloedvaatjes.
Injecteren in de bloedbaan (intraveneus) is de meest directe wijze van toedienen. Met een injectienaald wordt het medicijn rechtstreeks in de bloedbaan gebracht. Injecteren leidt snel tot het gewenst effect, soms al binnen enkele seconden.
Bij een subcutaan infuus wordt de subcutane infuuscanule of naald vaak in het onderhuidse bindweefstel van het bovenbeen geplaatst. De meest gangbare plek is de voor- of zijkant. Als alternatief kan er ook gekozen worden voor de buik, let er dan wel op dat je minimaal op 2 cm afstand van de navel zit.
Voor subcutane injecties zijn naalden met een lengte van 16 mm (5/8-inch) het meest geschikt.
De maximale vloeistofbelasting subcutaan is ongeveer 4 ml per uur. Indien nodig kunnen twee naaldjes via een driewegkraantje gemonteerd worden zodat maximaal 8 ml per uur per pomp gehaald kan worden.
Een van de mogelijke complicaties is het per ongeluk aanprikken van een bloedvat. Wanneer de medicatie dan toch ingespoten wordt, kan dit direct in het bloedvat terecht komen. In ernstige gevallen leidt dit mogelijk tot shock of coma.
Bij subcutane injecties is een naald van 1/2 tot 5/8 inch nodig. Intradermale injecties vereisen een naaldlengte van 3/8 tot 3/4 inch.