Ongelovigen heten atheïst of agnost.
Zelfstandig naamwoord. Heidenen, afvalligen en ketters zijn allen ongelovigen. De eerste groep heeft nooit kennis gemaakt met het ware geloof en kunnen nog bekeerd worden. De afvalligen zijn ooit gelovigen geweest maar hebben het geloof afgezworen.
Meer en meer Nederlanders manifesteren zich uitdrukkelijk als niet-gelovig (agnost, atheïst) en er is de groep die zich oriënteert op de hedendaagse spiritualiteit. Terecht wijst het SCP ook op een methodologische lacune bij het tot op heden gevoerde onderzoek naar levensbeschouwing en zingeving.
Een atheïst is niet overtuigd van het bestaan van een of meer goden, maar gaat er niet noodzakelijk van uit dat er niets is tussen hemel en aarde.
sceptisch (bn) : aarzelend, gereserveerd, onderzoekend, ongelovig, terughoudend, twijfelend. heidens (bn) : onchristelijk, ongelovig.
godsdienstig (bn) : devoot, gelovig, godvrezend, godvruchtig, kerks, vroom. religieus (bn) : gelovig, godsdienstig, godvrezend, godvruchtig, vroom.
1) Kift 2) Mishagen 3) Misnoegen 4) Onenigheid 5) Ongeneugte 6) Onmin 7) Ontevredenheid 8) Onvrede 9) Reden tot ontevredenheid 10) Ruzie 11) Strubbeling 12) Twist 13) Wre...
Een agnost gelooft dat de mens niet met zekerheid kan weten of het bovennatuurlijke, inclusief een god, kan bestaan. Je kan een specifieke religie of levensbeschouwing aanhangen, dan ben je een katholiek, protestant, moslim, boeddhist, …
3. De zoeker-agnost. Twijfelt aan het bestaan van hogere machten, maar is niet overtuigd dat ze niét bestaan. Hij 'erkent de beperkingen van het menselijk kenvermogen' en heeft geen sterke ideologische overtuigingen.
Er zijn verschillende redenen. Sommige atheïsten vinden dat er onvoldoende bewijs is om een bepaalde religie aan te hangen. Anderen zijn christelijk opgevoed, maar stapten later van het geloof af. Weer anderen interesseren zich niet in geloof of zien de wereld als een slechte plek, waar geen plek is voor een god.
De grootste godsdiensten zijn het christendom (2,4 miljard mensen, 30 procent van de wereldbevolking), de islam (24 procent), het hindoeïsme (15 procent) en het boeddhisme (6 procent).
Hoewel het atheïsme vaak gelinkt wordt met het vrijzinnig humanisme zijn ze toch niet identiek. Vrijzinnig verwijst naar vrijdenken: godsdienstvrijheid, scheiding van kerk en staat, vrij onderzoek en rationeel, kritisch en ondogmatisch denken vormen hierbij de basis. Humanisme zet dan weer de mens centraal.
Daarin maakt de studie onderscheid tussen atheïsten en agnosten: een atheïst ontkent het bestaan van een god, terwijl een agnost denkt dat de mens niet kan weten of er een god is.
De aanduiding ongelovige wordt in de regel gebruikt door personen die een bepaalde religie aanhangen en duidt dan iemand aan die betreffend geloofssysteem niet accepteert en/of in hun ogen een verkeerde religie aanhangt.
Het christendom en het jodendom worden vaak omschreven als monotheïstische religies. In de volksmond wordt dit uitgelegd als geloven waar maar één god centraal staat. Dit in tegenstelling tot polytheïsme, waarbij iemand meerdere goden tegelijk aanbidt.
De eerste atheïsten waren al in de Oudheid te vinden. Vaak worden de klassiek Griekse filosofen Democritus (460 – 380 v.Chr.), Epicurus (341 – 270 v.chr.)
Iemand anders kan een agnost zijn, maar terdege geloven in een god: een agnostisch theïst. Tegelijkertijd kan een agnosticus vinden dat het bestaan van God, hoewel niet onmogelijk, zeer onwaarschijnlijk is; hij kan het zelfs zo onwaarschijnlijk vinden dat het niet de moeite waard is dit in de praktijk te overwegen.
De duivel, ook wel satan genoemd, is de absolute tegenovergestelde van God: bij uitstek de vijand van God, de kerk en al het goede.
Kwart gelooft zonder twijfel in God
Zo zegt 1 op de 3 (33 procent) niet in God te geloven, terwijl bijna een kwart (24 procent) zonder twijfel wel in het bestaan van God gelooft. Het overige deel zegt het niet te weten of twijfelt.
Atheïsme is het gebrek aan geloof in goden of de verwerping van het geloof dat er goden bestaan, of in nauwere zin is atheïsme het standpunt dat goden niet bestaan. Agnosticisme is de opvatting dat het bestaan van God of het goddelijke of het bovennatuurlijke onbekend of onkenbaar is.
Wereldwijd noemen 658 miljoen mensen zich niet-religieus of agnost en 138 miljoen atheïst.
Theïsme is het geloof in een god of goden als hogere macht. Het is het tegenovergestelde van atheïsme of nontheïsme.
I misnoegen werkw. Afbreekpatroon: mis·noe·gen Verbuigingen: misnoegde Vervoegingen: misnoegd (volt. deelw.) een gevoel van onvrede en onbehagen bij iemand veroorzaken Voorbeeld: 'Zijn opmerking misnoegde zijn baas vreselijk.
Maatschappelijk ongenoegen is een gevoel van angst, onzekerheid, onvrede, of miskenning ten gevolge van ongrijpbare fenomenen, zoals onder andere globalisering, klimaatverandering, migratie en ongelijkheid. Het komt voort uit een gevoel van pessimisme. Er zijn verschillende vormen van maatschappelijke onrust.
Twee woorden zijn elkaars antoniem als ze een tegengestelde betekenis hebben. Het woord is afgeleid uit het Grieks: anti ("tegen"), onoma ("naam, benoeming"). Beide woorden vormen een antoniemenpaar.