Misschien nét iets minder krachtig aantrekken zodat er nog net voldoende beweging mogelijk is om de ontgrendelingsknop in te drukken en gelijktijdig de handrem net iets op te trekken. Garagebezoek zou hooguit kunnen helpen wanneer de kabel wat te slap is en je de handrem hoog moet optrekken voordat deze z'n werk doet.
Houd de sleutel vast tot de auto aan staat. Het rempedaal voel je naar beneden zakken. Schakel naar de 1ste versnelling. Haal de handrem er af.
Wat kun je doen? Start de motor en laat de auto warm worden. Dat kan even duren, maar uiteindelijk kun je de auto dan wel weer van de handrem halen.
Handrem bevroren? Start de motor en laat de auto even opwarmen. De hendel en de handremkabel ontdooien hierdoor. Houd er rekening mee dat dit wel even kan duren als de handremkabel is bevroren.
De meeste auto's met handremknopje hebben de elektrische motor die de rem aantrekt direct op de klauw zitten. En anders hebben ze slechts een korte kabel. De kans dat deze delen vastvriezen, is minimaal. Gebeurt het wel, start dan je motor en wacht tot de boel is opgewarmd.
Parkeer je ergens voor een langere tijd, dan doe je er goed aan om die handrem niet op te trekken. Je zet de auto dan beter in eerste versnelling. Bij streng winterweer kunnen namelijk de handremkabels bevriezen. Dat geeft problemen wanneer je weer wil vertrekken.
Er kan altijd lucht weglekken langs de zuigerveren en kleppen. Op een helling parkeren in de versnelling is dus niet verstandig. Altijd de handrem gebruiken (en een extra klikje aantrekken). Als je de auto in de 1e versnelling nog kan wegduwen dan lekt er wel heel veel lucht langs de kleppen of zuigers.
U vraagt in welke versnelling je de auto het beste kan parkeren. In de eerste versnelling (of achteruit) is de auto het beste vergrendeld. In een hogere versnelling zou de motor gemakkelijker kunnen meedraaien als de auto een duwtje krijgt. Op hellingen blijft het advies om de parkeerrem cq handrem te gebruiken.
Parkeerstand – P
Kies stand P wanneer de auto geparkeerd staat of als de motor moet worden gestart. De auto moet stilstaan, wanneer u de parkeerstand kiest. Om vanuit de parkeerstand een andere schakelstand te kunnen kiezen, moet u in contactslotstand II het rempedaal bedienen.
Hoe komt het dat de auto niet meer schakelt? Wanneer de auto niet meer schakelt, kan dit verschillende redenen hebben. In de meeste gevallen gaat het om een kapotte koppeling. Om te kunnen schakelen, moeten alle tandwielen in een vrije positie zijn waarbij zij geen contact hebben met andere tandwielen.
Optrekken zonder koppeling is bijzonder eenvoudig. Zorg dat de motor niet draait en zet de bak in z'n eerste versnelling. Kijk of de weg vóór je vrij is en start de motor (de koppeling hoef je dus niet in te drukken). De auto zal op de startmotor in beweging komen en de verbrandingsmotor zal de beweging overnemen.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Je kan dit voorkomen door de rubbers van de auto in te smeren met glycerine. Dit zorgt er voor dat de rubbers soepel, elastisch en waterafstotend blijven, waardoor de kans kleiner wordt dat de autodeuren vastvriezen. Deurrubbers die in goede staat zijn kunnen toch vastvriezen.
Je kunt de deurrubbers preventief insmeren met een rubberstick of talkpoeder om tegen te gaan dat je jouw autodeur bij koude temperaturen niet meer open krijgt.
Als je mazzel hebt krijg je een andere deur open en kun je via deze portier alsnog de auto in. Als je daarna de auto start en de verwarming aanzet zullen de overige bevroren autosloten binnen enkele minuten ontdooit zijn. Je kunt ook de autosleutel verwarmen, met lucifers of een aansteker kun je de sleutel opwarmen.
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.
Met de handrem rijden kan nodig zijn
Als men stilstaat op een hellende weg zijn beide voeten nodig voor gaspedaal en koppeling. In die gevallen is het verstandig de handrem te gebruiken met je vrije hand. Een andere situatie waar de handrem nuttig is tijdens het rijden, is wanneer de voetrem het begeeft.
Als je eenmaal wegrijdt en snelheid begint te maken door meer gas te geven, gaan de toeren omhoog. Om snel en zuinig te kunnen rijden is het noodzakelijk om tijdig naar een hogere versnelling te schakelen. Schakel daarom zo vroeg mogelijk naar een hogere versnelling het liefst tussen de 2.000 en 2.500 toeren.
Om hellingen te beklimmen, moet je auto toeren maken en dit doe je in een lage versnelling. Merk je dat de auto kracht verliest tijdens het klimmen, schakel dan terug naar een lagere versnelling en geef gas.
Rijd bergaf in dezelfde versnelling als omhoog. Zo remt de auto af op de motor en dat voorkomt schade aan de remmen. Ga je in een te hoge versnelling de berg af, dan moet je continu bij remmen. Hierdoor gaan de remmen stinken, worden ze bloedheet en kunnen ze hun remkracht verliezen.
Gebruik bij het parkeren op een helling altijd de parkeerrem. Stand P is bij een automaat niet voldoende om de auto in alle situaties staande te houden. Bij het parkeren van de auto op een oplopende helling: Draai de wielen van de trottoirband af.
Wanneer zet je een automaat in neutraal? De N-stand gebruik je als je in de file staat of ergens geparkeerd staat en de motor wilt laten draaien. Gebruik hem nooit wanneer je aan het rijden bent!
''Gebruik altijd de parkeerrem bij parkeren op een hellende ondergrond - de P-stand van de automatische versnellingsbak is niet voldoende om de auto in alle situaties vast te houden''. U zou dus kunnen kiezen voor P en de handrem. Wielblokken lijkt me dan overbodig. Met de neus omhoog of omlaag maakt niet uit.