Om een drenkeling te kunnen redden hoef je niet altijd het water in. De instructeurs leren de kinderen om een drenkeling vanaf de kant te redden met een reddingsklos of werpzak. Als het echt niet anders kan moet een redder het water in om een drenkeling te redden en naar de kant te vervoeren.
Meestal hangt de drenkeling rechtop in het water, met de armen zijwaarts uitgestrekt en zonder de benen te bewegen. Het hoofd hangt naar achteren en de mond komt af en toe onder water. De ogen zijn vaak wijd opengesperd. Deze instinctieve reactie kan een minuut duren, daarna is het te laat en zinkt de drenkeling.
Je gaat als redder je je moeten positioneren achter de drenkeling en jouw handen in de okselholte van de desbetreffende persoon plaatsen. De schouder van de drenkeling steunt dan op je duimen en kun je dan hierdoor zwemmend op je rug met je benen de slachtoffer naar de kant voortduwen.
Zwemmend redden. Zwemmend redden (in de volksmond reddingszwemmen of reddend zwemmen) is een speciale zwemtechniek met als doel iemand uit het water te kunnen redden in een levensbedreigende situatie.
Moet je de drenkeling ver vervoeren dan is de schoudergreep de aangewezen greep. Je doet je armen tussen zijn oksels en zet je handen in zijn nek. Je handen doe je over elkaar, zet ze niet in elkaar. Als je handen in elkaar zet dan kan het zijn dat je ze niet meer uit elkaar krijgt.
Geef een krachtige opwaartse beenslagbeweging om hoog met de romp uit het water uit te komen. Hou je dan gestrekt. Het gewicht boven water duwt je naar de boden. Je armen ondersteunen deze beweging door ze gestrekt zij-opwaarts te brengen.
Ondersteun het slachtoffer met uw drijfmiddel.
Om dit te doen, benader het slachtoffer van achteren en doe je armen onder hun oksels, pak hun schouders en draai ze naar je toe, houd je hoofd opzij en uit de gevarenzone . Je reddingsbuis moet onder je armen zitten en tussen jou en het slachtoffer.
In de zwembadcompetitie worden verschillende technieken en materialen benut: zwemmen met en zonder zwemvliezen, al dan niet onder water, eendenduik, onder een hindernis zwemmen, vervoeren van een pop met en zonder reddingsgordel.
Zwemmend redden
Als kinderen een C-diploma hebben of ouder zijn en genoeg basis techniek en conditie hebben, kun je bij ons voor alle diploma's van reddingszwemmen opgaan. Het begint bij junior redder, hier ligt de nadruk op eigen veiligheid en spelenderwijs omgaan met hulpmiddelen.
Als de persoon uit het water is en ademt
Als het slachtoffer uit het water is, maak dan direct de luchtwegen vrij door de kin op te tillen en controleer de ademhaling. Is deze gewoon, maar is de drenkeling nog bewusteloos, leg hem of haar dan in de 'stabiele zijligging'. Bescherm het slachtoffer met een reddingsdeken.
Een redder staat in voor de veiligheid van anderen, in en rond het water. Hij/zij heeft als voornaamste taak het bewaken van zwemmers en ervoor zorgen dat de veiligheidsvoorschriften nageleefd worden. Dit kan zowel in zwembaden als aan de kust of andere openbare zwemlocaties.
Voor het diploma Zwemvaardigheid 1 moeten de kinderen bijvoorbeeld 9 meter gekleed onder water zwemmen door een gat in een zeil.Verder zwemmen de kinderen in badkleding o.a. 150 meter schoolslag en 25 meter borst- en rugcrawl.
De redderssprong (ook: hurksprong) wordt gebruikt om te water te gaan zonder de drenkeling uit het oog te verliezen. De redderssprong gaat als volgt: men staat aan de rand van het water en strekt de armen zijwaarts. Dan plaatst men een been naar achter terwijl men door het andere buigt.
Direct gevolgd door 25 meter samengestelde rugslag, Direct gevolgd door 50 meter schoolslag, met de ogen boven water, Direct gevolgd door 25 meter rugcrawl, Aansluitend uit het water klimmen zonder gebruik te maken van een trapje.
Verdrinking ontstaat door het inademen van water in de longen. Als iemand langdurig onder water blijft, zal hij eerst zo lang mogelijk de adem inhouden. Maar na korte tijd wordt de drang om te ademen zo groot dat de persoon naar adem zal happen. Hierdoor stroomt er water binnen in de mond en luchtwegen.
Een zwembadfonds moet zwembaden met financiële problemen ondersteunen. Schoolzwemmen was tot 1985 verplicht. Sindsdien gaan scholen en gemeenten zelf over de organisatie en financiering, wat in veel gevallen heeft geleid tot de afschaffing ervan. Dat ging ook ten koste van de publieke zwembaden.
Zwemvaardigheid 1, 2 en 3
De lessen duren 45 minuten per keer. Om deel te kunnen nemen aan de zwemvaardigheidslessen dienen kinderen in het bezit te zijn van hun C-diploma.
Voor de groep mensen die met hun kind voor het B diploma moeten afzwemmen. Ook hier moeten ze door het gat, echter dat ligt 6 meter ver. Bij kinderen die gaan voor zwemdiploma B is de angst vaak niet het probleem. Maar het kan natuurlijk wel voorkomen dat het wel spannender/enger is door de verdere afstand.
Eerste beoordeling van ademhaling: In tegenstelling tot basis-CPR, waarbij we direct na de aanval de pols controleren, ligt bij een verdrinkingsincident de nadruk op ademhaling . Eén aspect is het observeren van bewegingen van de borstkas, luisteren naar ademhalingsgeluiden en het palperen van de adem uit de neus of mond.
De reddingsbuis wordt minimaal voorbij de schouders geplaatst, maar idealiter op de onderrug van het slachtoffer. De redder moet het hoofd van het slachtoffer zeker met zijn handen ondersteunen. De armen van de badmeester moeten onder de oksels van het slachtoffer worden geplaatst terwijl hij het slachtoffer naar de dichtstbijzijnde muur of aangewezen uitgang schopt.
Een belangrijke oorzaak van de hartstilstand bij een drenkeling is zuurstoftekort ten gevolge van een ademstilstand door water in de luchtwegen. Zodoende worden bij drenkelingen altijd gestart met vijf initiële beademingen en worden vervolgens borstcompressies met beademingen gecombineerd.
Contact: zwem naar de persoon toe en vraag hem/haar om op zijn/haar rug te draaien, met het gezicht van u af. Positioneer uzelf achter hem/haar en leg zijn/haar hoofd op uw schouder, gebruik dan uw armen om hem/haar onder zijn/haar oksels te ondersteunen en beweeg hem/haar vervolgens in veiligheid met behulp van survival backstroke of sidestroke.