Kinderen moeten voor schoolrijpheid over voldoende cognitieve-, motorische-, sociale- en taalvaardigheden beheersen. Verder zijn vaardigheden als zelfvertrouwen, aanpassingsvermogen, zelfstandigheid, prestatiemotivatie, taakgerichtheid en aandachts- en concentratievermogen van belang.
Op school leert je kindje veel nieuwe vaardigheden zoals getallen, vormen en letters herkennen, luisteren naar elkaar en verhaaltjes navertellen. Ook maakt hij kennis met rijmen, lettergrepen, seizoenen, dagen in de week en oefent hij met het schrijven van zijn naam.
Op deze leeftijd kan je kind erg snel reageren met bijvoorbeeld computerspelletjes ed. Ook met sporten of ergens in klimmen heeft je kind nu een goed inzicht in zijn/haar snelle handelen. Cognitieve ontwikkeling: Lezen en schrijven gaat nu steeds beter, terwijl rekenen moeilijker begint te lijken.
Een kind van zeven kent zo'n 20.000 woorden en kan ongeveer 200 woorden lezen. Dit jaar zal je kind nóg meer woorden leren lezen én schrijven. Hij zal hele zinnen op papier zetten, inclusief punten en komma's. Wat taalontwikkeling betreft lopen jongens trouwens gemiddeld anderhalf jaar achter op meisjes.
Je kind van 9 jaar: kan rekenen tot tienduizend en maakt de eerste berekeningen tot honderdduizend. kan de tafels van 1 t/m 10 foutloos en snel uit het hoofd. heeft begrip voor hoeveel een 'miljoen' is en weet dat dit een getal is met zes nullen.
Er is een lichamelijke ontwikkelingsstoornis waarbij een kind veel eerder dan normaal in de puberteit komt: pubertas praecox. Een meisje ontwikkelt dan bijvoorbeeld al voor haar achtste jaar schaamhaar en borsten. Ook kan ze veel te vroeg beginnen met menstrueren. Bij jongens ligt de grens op de leeftijd van 9 jaar.
Achtjarigen gaan zichzelf vergelijken met andere kinderen; ik kan niet zo hoog springen als hij, maar ik kan wel beter voetballen. Kinderen van acht zijn constant bezig zichzelf te bewijzen. Dat kan zich uiten in de baas spelen in een groep – alhoewel je dat als ze jonger zijn ook al goed kunt waarnemen.
Hij kan zijn evenwicht op een been goed bewaren, kan wel drie traptreden tegelijk nemen en de meeste kinderen fietsen nu ook zonder zijwieltjes. De motoriek van kinderen van 6 jaar is nog niet helemaal ontwikkeld, maar ze zijn dol op rennen, klimmen, stoeien, gooien en vangen.
Als je kleine ongeveer 1 jaar oud is, kan je hem al een paar getallen leren. Hij kan dan na verloop van tijd het telwoord herkennen, maar weet nog niet dat het een hoeveelheid aangeeft. Pas nadat je kindje zijn tweede verjaardag heeft gevierd, begrijpt hij de betekenis van de eerste getallen en hoeveelheden beter.
In het eerste leerjaar leren de kinderen simpele woorden lezen en schrijven. Ze leren gemakkelijke wiskundige oefeningetjes oplossen en tellen. Voor het basisonderwijs legt de overheid geen lessenroosters vast. Scholen in Vlaanderen hebben een zekere autonomie.
In deze leeftijdsfase leren kinderen steeds beter zelfstandig te werken en zelf problemen op te lossen. Daarnaast wordt hun blik op de wereld steeds ruimer. Ze hebben veel interesse in en betrokkenheid bij wereldse problemen, zoals milieu, dierenleed en oorlogen.
Hij leert steeds beter abstract en complex te denken. Hij hoeft geen plaatjes meer te zien om te snappen hoe iets eruitziet of werkt. Bij het oplossen van een probleem gebruikt je kind specifieke hypotheses en veronderstellingen. Tijd om wiskunde aan te pakken.
Een 5-jarige is handig met de bal, hij kan goed gooien en vangen. Ook kan hij zijn potlood en pen nu op dezelfde manier als een volwassene vasthouden. Dit geldt ook voor zijn bestek. Een 5-jarige kleuter kan misschien al zonder zijwieltjes fietsen, zo niet, dan is hij dit vaak wel aan het oefenen.
Jouw kind kan nu zijn lichaam draaien als hij een bal gooit. Hij kan nu ook een stap maken van ongeveer 48 centimeter waarbij hij zijn voet afwikkelt van de hak naar de teen. Ondertussen bewegen zijn armen precies de andere kant uit.
Hij kan het verschil van een volle en lege blaas leren voelen en leren zijn blaas op commando te ontspannen als hij gaat plassen. Je kunt je kind nu lekker zijn gang laten gaan, zeker in de speeltuin. Hij kan zelf op de glijbaan, hij wil zelf klimmen. Het is goed voor zijn spierontwikkeling, motoriek en zelfvertrouwen.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Elk kind is anders en heeft een andere ontwikkeling. Tellen is een vaardigheid die zich geleidelijk aan ontwikkelt, met vallen en opstaan. Gemiddeld leren kinderen tellen vanaf de leeftijd van 2 jaar, maar het is een proces dat duurt tot het kind 5 à 6 jaar is.
Je kind van 4 jaar kan:
tellen tot 10. de cijfers 1 t/m 5 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op. groepjes herkennen van 2 en 3 zonder te tellen.
7-10 jaar. Voor kinderen in deze leeftijd zijn vriendschappen erg belangrijk. Ze spelen vooral met kinderen van de eigen sekse en gaan met hen vriendschappen aan. Doordat ze uitzoeken met wie ze het best kunnen opschieten, wisselen de combinaties nog wel eens.
Lichamelijke ontwikkeling van een 8 jarige
Je kind kan lopen, fietsen en zwemmen. Dit is dan ook de leeftijd om een sport te kiezen. Verder houden kinderen in deze leeftijd ook van een fysieke uitdaging. Kijk hier eens voor leuke binnen spelletjes voor kinderen tussen 8 – 12 jaar.
Vanaf zijn 7e verjaardag wordt je kind voorzichtiger en rustiger. Hij krijgt meer controle over zijn lichaam en denkt meer na voordat hij iets doet. En hij leert ook om meer geduld te hebben. Meisjes zijn hierin trouwens iets sneller dan jongens.
Cognitieve ontwikkeling
Lezen en schrijven heeft je kind voor het grootste deel onder de knie. Rekenen wordt steeds ingewikkelder. Daarnaast leert hij ook hoe hij met geld moet omgaan. Andere schoolvakken, zoals aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek krijgen steeds meer aandacht.
Daar staat geen leeftijd voor. Er is vaak wel een 'natuurlijk' moment waarop kinderen dit niet meer willen, bijvoorbeeld omdat zij zich gaan schamen voor hun lichaam. Dat moment komt soms sneller dan jij denkt. Als jouw kind aangeeft alleen te willen douchen, dan is het tijd ermee te stoppen.
In het alledaagse spraakgebruik spreekt men tot een leeftijd van 12 à 14 jaar van 'kinderen' en daarna van 'jongere', 'tiener' of 'puber'. In de ontwikkelingspsychologie spreekt men niet meer van 'pubers' en 'puberteit' maar van 'adolescenten' en 'adolescentie'.