Deze subtest is ontworpen om mentale, niet-motorische constructievaardigheid te meten, waarbij visueel en ruimtelijk redeneren nodig is, mentale rotatie, visueel werkgeheugen, begrip van deel-geheelrelaties en het vermogen om abstracte visuele stimuli te analyseren en te combineren.
De WISC-V of WISC 5 is de vijfde versie van de Wechsler Intelligence Scale for Children, een intelligentietest speciaal ontwikkeld voor kinderen. De test meet het cognitief functioneren van kinderen en laat toe om Indexen voor verschillende cognitieve vaardigheden en een Totaal IQ te berekenen.
Deze subtest doet o.a. een beroep op het verbaal begrip en het logisch redeneren; de subtest meet het vermogen tot verbale begripsvorming, waarbij het gaat om de classificatie van begrippen en het doorzien van verbanden, ook als die niet direct voor de hand liggen.
De subtest is ontworpen voor het meten van verbale redenering en conceptualisering, verbaal begrip en expressie, het vermogen om ervaringen uit het verleden te evalueren en te gebruiken en het vermogen om praktische kennis en oordelen te laten zien. Blokpatronen is een kernsubtest van Perceptueel Redeneren.
Er wordt gekeken tot welk niveau een kind mee kan komen en wanneer het te moeilijk wordt. de WISC-V-NL heeft een Totaal IQ (gebaseerd op de scores van 7 subtests) 5 primaire indexen (allen gebaseerd op de scores van twee subtests) en een aantal secundaire indexen.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
Deze subtest is ontworpen om mentale, niet-motorische constructievaardigheid te meten, waarbij visueel en ruimtelijk redeneren nodig is en mentale rotatie, visueel werkgeheugen, begrip van deel-geheel relaties en het vermogen om abstracte visuele stimuli te analyseren en te combineren.
Een verwerkingssnelheid wordt gemeten door het aanbieden van symbolen. Onder tijdsdruk moet een kind zoveel mogelijk symbolen overtekenen of beoordelen.
Cognitieve competentie Een schatting van de efficiëntie waarmee informatie wordt verwerkt bij leren, problemen oplossen en hogere-orde redenering.
Problemen met de verwerkingssnelheid moeten worden vastgesteld door een professional (zoals een orthopedagoog) aan de hand van psychologisch onderzoek. Met bijvoorbeeld een intelligentietest kan de verwerkingssnelheid gemeten worden. Uit het onderzoek kan dan ook blijken of er sprake is van een onderliggend probleem.
Dit verwijst naar de mogelijkheid om automatisch informatie te verwerken, wat betekent het snel verwerken van informatie zonder dit bewust te doen. Hoe hoger de verwerkingssnelheid, hoe efficiënter u aan het denken en leren bent.
Trage 'verwerkingssnelheid' wordt veelal gedefinieerd als een langzamere tijd die het een kind kost om informatie waar te nemen, te verwerken en op te reageren. Het wordt als een basale maat beschouwd die onderliggend is aan complexere cognitieve processen.
Er is sprake van een disharmonisch profiel wanneer er significante verschillen bestaan tussen de verbale en de performale intelligentie. Dit is meestal een teken dat er iets aan de hand is waardoor de ontwikkeling van de verschillende soorten intelligentie niet harmonisch verloopt.
Het gemiddelde IQ van een kind is 100. Een kind dat dus bij een intelligentietest een IQ scoort hoger dan 100, is intelligenter dan een 'gemiddeld' kind. Een lagere IQ score op de test betekent dan een kind minder intelligent is dan een gemiddeld kind.
Werkgeheugen Index: geeft een indicatie van het vermogen om informatie tijdelijk in het geheugen vast te houden. Verwerkingssnelheid Index: geeft een indicatie om snel en correct eenvoudige informatie te scannen, snelheid van denken en beslissingen nemen. Deze index meet ook aandacht en visueel-motorische coördinatie.
GF of de FRI staat voor de fluïde redeneren index, de vloeiende intelligentie. Hieronder verstaan we het vermogen tot abstract redeneren, het zien van onderliggende conceptuele relaties tussen visuele objecten en het redeneren op basis van het identificeren en toepassen van regels.
De cognitieve psychologie is de tak van de psychologie die zich met cognitie bezighoudt, dus met alle psychische processen die te maken hebben met zaken als begrip, kennis, herinneringen en geheugen, probleemoplossen en informatieverwerking. Het is een van de cognitiewetenschappen.
U kunt dan denken aan: vergeetachtigheid, vergeten welke dag het is of niet op woorden kunnen komen, problemen niet kunnen oplossen, verstoring van het dag- en nachtritme, verdwalen, zichzelf en het huishouden niet meer verzorgen en apathie. Deze problemen kunnen verschillende oorzaken hebben.
Heeft een kind moeite met concentreren, met het uitvoeren van complexere taken, dan kan er sprake zijn van een zwak werkgeheugen. Het kost deze kinderen veel inspanning om meer dan twee dingen tegelijk te doen. Lange zinnen kunnen ze maar moeilijk onthouden. Ontzettend vervelend voor kinderen.
Over het algemeen wordt uitgegaan van hoogbegaafdheid bij een IQ van 130 of hoger. Maar hoogbegaafdheid is meer dan alleen (cognitieve) intelligentie. Het gaat om een wezenlijk andere manier van denken en doen. Persoonlijkheid, creativiteit en doorzettingsvermogen spelen ook een belangrijke rol.
De term Executieve Functies (EFs) verwijst naar de denkfuncties die je nodig hebt om succesvol te kunnen functioneren in het dagelijks leven, met alle uitdagingen of veranderingen die dit dagelijks leven met zich mee brengt.
Performale intelligentie of het performaal iq geeft aan hoe groot het handelend vermogen van de persoon is. Hieronder valt bijvoorbeeld ruimtelijk inzicht, het plannen en de fijne motoriek.
Cijferreeksen zijn testen waarbij je verbanden moet leggen tussen cijfers (getallen). Bij cijferreeksen draait het om inzicht en rekenvaardigheid. Bij sommige testen moet je rekensommen zonder hulpmiddel (rekenmachine) oplossen. Maar het is gangbaarder dat je cijferreeksen moet oplossen.
Gq: kwantitatieve kennis is het redeneren met rekenkundige informatie. Er is een sterk verband met het fluïde redeneren en wordt daarom vaak samengenomen met Gf. Gc: gekristalliseerde intelligentie omvat de breedte en diepte van iemands verworven kennis binnen een cultuur en het kunnen toepassen van die kennis.