Je mag alleen persoonsgegevens verwerken wanneer je deze echt nodig hebt om je doel te bereiken en het niet anders kan. Je moet dus een goede reden, ofwel 'grondslag' hebben. Bijvoorbeeld dat je toestemming hebt van de persoon om wie het gaat. Er zijn 6 grondslagen in de AVG.
Gegevens over organisaties, zoals rechtspersonen, verenigingen en stichtingen, zijn geen persoonsgegevens. Ook gegevens van overleden mensen vallen buiten de reikwijdte van de AVG. De AVG regelt wat er allemaal wel en niet mag met de persoonsgegevens van mensen.
De belangrijkste bepalingen uit de AVG zijn als volgt samen te vatten: Persoonsgegevens mogen alleen worden verwerkt in overeenstemming met de wet. Voor de betrokkene (dat is degene van wie de persoonsgegevens verwerkt worden) moet het behoorlijk en transparant zijn hoe en waarom de persoonsgegevens verwerkt worden.
Als werkgever mag u uw werknemers alleen controleren als u voldoet aan de eisen uit de privacywetgeving. De voorwaarden voor de controle van personeel staan in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet AVG (UAVG).
Een organisatie mag niet zomaar persoonsgegevens doorgeven aan personen of andere organisaties. De algemene regel is dat verstrekken van persoonsgegevens alleen mag als dat verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld. Of dit het geval is, hangt af van de concrete omstandigheden.
Dit zijn gegevens over iemands ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, lidmaatschap van een vakbond, genetische gegevens, biometrische gegevens, gezondheidsgegevens en gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid.
Gevoelige gegevens als iemands ras, godsdienst of gezondheid worden bijzondere persoonsgegevens genoemd. Deze zijn door de wetgever extra beschermd. Het is verboden om bijzondere persoonsgegevens te verwerken, tenzij er een wettelijke uitzondering is.
Denk aan voornaam, achternaam, geslacht, geboortedatum, geboorteplaats, straatnaam, postcode, woonplaats, telefoonnummer (mobiel en vast), en e-mailadres. Een BSN mag alleen door overheidsinstanties gebruikt worden en door organisaties buiten de organisatie als dat in een wet staat.
Denk aan NAW-gegevens, geboortedatum, burgerservicenummer (BSN), relatienummer, e-mail-adres, rekeningnummer, telefoonnummer etc. Ook gegevens die in combinatie tot een persoon te herleiden zijn, zijn van belang.
Uw werkgever mag in zo'n geval een verbod op nevenwerkzaamheden in uw arbeidscontract opnemen. Dit kan worden gedaan door een specifieke bepaling in het arbeidscontract of door te verwijzen naar bijvoorbeeld een CAO of personeelshandleiding.
Op schending van het privacyrecht staat nu boetes tot 820.000 euro of 10% van de jaaromzet. Die boete kan echter alleen worden opgelegd bij opzet of ernstig verwijtbare nalatigheid.
In artikel 10 van de Grondwet is het recht op privacy geregeld: 'Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. ' In andere wetten staan regels over wat wel en niet mag in het kader van privacy.
De AP kan organisaties die de AVG overtreden een boete opleggen van maximaal 20 miljoen euro of 4% van de wereldwijde jaaromzet. Deze bevoegdheid heeft de AP sinds 25 mei 2018, de datum dat de AVG van toepassing werd.
Bijzondere categorieën van persoonsgegevens (gevoelige persoonsgegevens) zijn de volgende persoonsgegevens: persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, het lidmaatschap van een vakbond, genetische gegevens, biometrische gegevens, gegevens ...
De AVG kent zes grondslagen: toestemming, uitvoering van de overeenkomst, wettelijke verplichting, vitaal belang van betrokkene of andere personen, algemeen belang of gerechtvaardigd belang.
het recht op rectificatie. het recht op gegevenswissing (vergetelheid) het recht op beperking van de verwerking. het recht op overdraagbaarheid (dataportabiliteit)
Onder indirecte persoonsgegevens vallen gegevens die niet rechtstreeks over de persoon gaan, zoals WOZ-waarde, kentekennummer, de winst van een eenmanszaak en het IP-adres van een computer.
Een e-mailadres is een persoonsgegeven, wanneer deze bij een specifiek persoon hoort. Bijvoorbeeld omdat de naam van de persoon erin verwerkt zit, maar ook het [email protected] adres als het een e-mailadres van ZZP'er is, die zelf dat e-mailadres beheert.
Persoonsgegevens of persoonlijke gegevens zijn alle data over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Voorbeelden van persoonlijk gegevens zijn: Voor- en achternaam. Telefoonnummer.
Wie mogen mijn gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) inzien? Naast een aantal soorten organisaties, zoals de Belastingdienst, mag uzelf uw persoonsgegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) inzien. Ouders of verzorgers met ouderlijk gezag hebben inzage in gegevens van hun minderjarige kinderen.
Informatie over iemands ras, politieke voorkeur, seksuele geaardheid, godsdienst en vakbondslidmaatschap hoort bijvoorbeeld niet thuis in het personeelsdossier. Ook is het verboden om medische gegevens op te nemen. De verslagen van functionerings- en beoordelingsgesprekken mag je in een personeelsdossier bewaren.
Sinds 25 mei 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Dat betekent dat in de hele Europese Unie (EU) dezelfde privacywetgeving geldt. De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) geldt niet meer. De AVG is ook wel bekend onder de Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR).
Zowel het invoeren van een wachtwoord, het controleren van het wachtwoord, als het hashen van een wachtwoord betreft dus een verwerking van persoonsgegevens.