Ridders moesten zich houden aan een gedragscode; ze moesten zich ridderlijk gedragen. Hierbij hoorden normen en waarden op het gebied van trouw, kracht en moed, eer, vrijgevigheid en eerlijkheid. Daarbij hoorde ook dat ze de zwakkeren en ouderen in de samenleving beschermden.
De uitrusting van een ridder bestond uit een minimum van een oorlogspaard, zwaard, schild en lans. Daarnaast droeg een ridder beschermende kleding zoals een maliënkolder, helm en beschermende stukken hard leer over de armen en benen.
Wat je allemaal moet leren: bedienen aan tafel, harnas en wapens poetsen, paard verzorgen en rijden, tuig schoonmaken en invetten, lezen en schrijven, paardrijden en vechten, dansen en zingen, schaken en een gesprek voeren, een ridder in en uit zijn harnas helpen.
Ridders waren toen soldaten die erg trouw waren aan hun heer of vorst. Ze moesten hem beloven altijd klaar te staan en hun meester te helpen in de strijd. Pas vanaf de twaalfde eeuw moesten de ridders zich aan strenge wetten houden, dat noemde ze erecodes.
Hun speciale wapenuitrusting kostte erg veel geld. En om dat geld te verdienen, boden ridders zich aan bij graven en prinsen, en vochten mee in hun legers. In ruil voor dat meevechten konden de ridders geld lenen van hun heer. Van dit geld kochten ze een groot stuk land, en dat lieten ze bewerken door boeren.
Ze vochten voor een heer of graaf. Omdat de ridders hoog op een paard zaten, liepen ze een stuk minder gevaar en konden ze soldaten te voet gemakkelijk verslaan. Later waren ridders belangrijk in de kruistochten. Ze vochten tegen de mohammedanen, vooral in het gebied waar nu Israël ligt.
De eerste vijf graden zijn: Ridder Grootkruis, Grootofficier, Commandeur, Officier en Ridder. Een benoeming in de zesde graad betekent dat iemand tot lid benoemd is in de Orde van Oranje-Nassau.
Bij personen die worden benoemd tot Ridder gaat het doorgaans om verdiensten met een regionale of zelfs landelijke uitstraling en betekenis. Dit in tegenstelling tot de graad Lid waar het vooral gaat om personen die lokaal verdienstelijk zijn (dus binnen de gemeentegrenzen).
Ridders hadden verschillende wapens. Zij vochten met een lans, speer of zwaard. Een schild werd gebruikt om de steekwapens af te weren. Ook als het geen oorlog was, vochten de ridders.
Wetenschappers hebben ontdekt dat ridders uit de vijftiende eeuw enorm gehinderd werden door hun harnas. De harnassen uit die tijd wogen zo'n dertig tot vijftig kilo. Wetenschappers vroegen zich af welke invloed het harnas op de prestaties van de ridder hadden en probeerden het uit.
Een ridderslag of accolade is het verlenen door een (adellijk) heer van de ridderlijke waardigheid door middel van het leggen van diens zwaard op beide schouders van een persoon.
De beroemdste ridder
Eduard van Woodstock, de Zwarte Prins, was een uitstekend tacticus. Op zijn 16e behaalde hij twee overwinningen in de Honderdjarige Oorlog met minder mannen dan de vijand.
In het begin waren het alle strijders te paard. Maar in de loop van de middeleeuwen werden ridders een speciale klasse ruiters. Ze waren sterk, goed bewapend, eervol en uitstekend getraind. Niet alleen in vechttechnieken, maar ook in nette manieren.
De werkzaamheden van een page bestonden uit alle voorkomende klusjes die de ridder hem opdroeg. Dit kon betekenen dat de page eten moest bereiden, verantwoordelijk was voor het onderhouden van de uitrusting, het verzorgen van de paarden en het overige vee en onder andere het nachtleger in gereedheid moest brengen.
Net als bij de Orde van de Nederlandse Leeuw is Ridder Grootkruis de hoogste graad in deze orde. Deze onderscheiding wordt niet vaak uitgereikt.
Vrijwilligers die zich vijftien jaar of langer inzetten, bijvoorbeeld op het gebied van sport, kunst, cultuur, de kerk, pleegzorg enz. kunnen een lintje verdienen. Het kan ook zijn dat iemand een betaalde baan heeft, maar die baan op een hele bijzondere manier invult.
2.828 Nederlanders zijn vandaag koninklijk onderscheiden voor hun bijdrage aan de samenleving. Onder hen zijn 998 vrouwen en 1830 mannen. Nederland is sinds vandaag 18 Ridders in de Orde van de Nederlandse Leeuw rijker. Daarnaast zijn 49 Officieren, 325 Ridders en 2.436 Leden in de Orde van Oranje-Nassau benoemd.
Koning Artur en zijn Ridders van de Ronde Tafel zijn vandaag misschien wel de meest bekende middeleeuwse literaire personages.
Volgens de legende stond in het kasteel Camelot een grote Ronde Tafel waaraan een bepaald aantal ridders als gelijken aanzaten. In Le Morte d'Arthur van Sir Thomas Malory, de voornaamste bron van de Arthurlegende, wordt de volgende erecode gegeven: Geen geweld of doodslag te plegen.