Onderwijsondersteuners mogen niet zelfstandig instructie geven, of langere tijd zelfstandig, zonder bevoegde leerkracht, voor de klas staan. Pabo-studenten mogen niet zelfstandig lesgeven op een basisschool: zij zijn immers nog niet bevoegd.
Een leraarondersteuner mag zelfstandig taken uitvoeren, zoals lesgeven en het nakijken van toetsen. Een onderwijsassistent mag dit niet. Dit is een van de belangrijkste verschillen tussen een leraarondersteuner en een onderwijsassistent.
De onderwijsassistent helpt bij de organisatie van de lessen en zorgt voor bepaalde randvoorwaarden: het klaarzetten van proefopstellingen bijvoorbeeld of het beheren van praktijkruimten en materiaal. De instructeur daarentegen verzorgt zelfstandig delen van het onderwijs.
Als onderwijsassistent geef je zelf geen les maar ondersteun je leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben bij het leren. Je helpt met de voorbereiding van de lessen, organiseert activiteiten en ondersteunt de leerkracht. Basisschool, het voortgezet onderwijs, het speciaal onderwijs of het beroepsonderwijs.
Om onderwijsassistent te worden heb je een mbo-diploma nodig van de opleiding tot onderwijsassistent. Er zijn twee mbo-opleidingen tot onderwijsassistent: een mbo-niveau 3 en een mbo-niveau 4 opleiding. Voor niveau 3 is de opleiding onderwijsassistent beschikbaar als onderdeel van de opleiding Sociaal Pedagogisch werk.
Waar werk je als onderwijsassistent? Als onderwijsassistent kun je gaan werken bij diverse onderwijsinstellingen in het basis- en speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Het merendeel van de onderwijsassistenten is werkzaam in het basisonderwijs.
De opleiding Onderwijsassistent is een BOL-opleiding. Je krijgt 3 jaar lang les en praktijk op niveau 4.
Bevoegd leraar worden zonder de juiste opleiding
Heeft u geen diploma van een lerarenopleiding voor het vak waarin u les wilt geven? Dan kunt u alleen in deze gevallen bevoegd leraar zijn in het voortgezet onderwijs:Met een buitenlands diploma voor het vak waarin u lesgeeft.
De meerderheid van Onderwijsassistenten verdient een salaris tussen € 1.490 en € 3.972 per maand in 2024. Een maandloon voor beginnende Onderwijsassistenten varieert van € 1.490 tot € 2.506. Na 5 jaar werkervaring zal hun inkomen tussen € 1.969 en € 3.183 per maand liggen.
Om als leraar in het basisonderwijs te mogen werken, is een afgeronde hbo-opleiding leraar basisonderwijs (pabo) nodig. De pabo-opleiding kan gecombineerd worden met een universitaire opleiding onderwijskunde of pedagogiek.
Tot het takenpakket behoort niet alleen het hulp bieden bij bepaalde lessen, maar ook het inrichten en opruimen van het klaslokaal. Iedere leerling is uniek, sommigen hebben te maken met bepaalde problemen. De onderwijsassistent observeert specifieke leerlingen, signaleert problemen en overlegt dit met de leerkracht.
helpen van leerlingen die extra hulp nodig hebben. surveilleren tijdens een pauze of toets. op orde houden van het klaslokaal. helpen bij het organiseren van bijvoorbeeld sportdagen of buitenschoolse activiteiten.
Ruzies oplossen, kinderen begeleiden in het spelen. Rond lunchtijd gaan de kinderen weer eten en buitenspelen. De leerkracht en onderwijsassistent hebben dan om de beurt pauze. 's Middags is elke dag anders; gym, naar de markt, verkeersles, koken of buiten spelen.
Je kunt in 15 maanden je diploma halen. Door een strak georganiseerd en goed studieprogramma behaal je versneld jouw diploma onderwijsassistent.
Er is geen dringende vraag naar onderwijsassistenten, maar het aantal vacatures is wel aan het toenemen. De baankansen voor onderwijsassistenten zijn daarom bovengemiddeld. Als onderwijsassistent val je in de categorie 'onderwijsondersteunend personeel'.
Wat kun je na de opleiding Onderwijsassistent? Na 2 jaar studeer je af en kun je verder leren op het hbo.Je kunt dan doorstromen naar de opleidingen Pedagogiek, Social Work, de pabo of verschillende lerarenopleidingen. Als onderwijsassistent kun je aan de slag in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs of mbo.
Assistent A verricht leerlingbegeleiding en onderwijsondersteuning die vooraf is afgestemd met de leraar. Type B doet hetzelfde, maar stelt zich proactief op door verbetervoorstellen te doen.
Hard skills zijn functiegerelateerde kwaliteiten die iemand verwerft door middel van opleiding, trainingen of praktische ervaring. Een korte definitie van 'hard skills' zou kunnen zijn: functiegerelateerde kennis en vaardigheden.
De bekwaamheidseisen zijn vastgelegd in het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel. Ze beschrijven wat leraren minimaal moeten weten en kunnen. Deze eisen zijn opgesteld door lerarencommissies en beschrijven wat er nodig is om leraar te zijn.
CAO-PO 19.00153
In deze functie bespreekt de leraar met de onderwijsassistent welke leerlingen begeleiding nodig hebben of welke onderwijs ondersteunende activiteiten worden uitgevoerd. De aanpak is tussen de leraar en onderwijsassistent besproken en er zijn (werk)afspraken gemaakt en vastgelegd.