Het is specifiek de aanwezigheid van H3O+-ionen wat ervoor zorgt dat de oplossing zuur wordt. Als een base wordt opgelost in water, nemen de basische deeltjes een H+-ion op en reageren de watermoleculen juist als zuur. De watermoleculen staan dus een H+-ion af waardoor er OH--ionen (hydroxideionen) ontstaan.
Een zuur is een verbinding die een proton H+-ion af kan staan. H+-ionen worden ook wel protonen genoemd en daarom worden zuren ook wel protondonoren genoemd. Er zal in de molecuulformule van een zuur altijd een proton voorkomen. Voorbeelden van zuren zijn HCl, H2SO4, HSO4-, HCOOH en H2O.
Een waterige oplossing wordt zuur genoemd wanneer de zuurgraad (pH) lager is dan 7. Toevoeging van ammoniak aan zoutzuur geeft ammoniumchloride. Reactie tussen magnesium en zoutzuur, waarbij magnesiumchloride en waterstofgas gevormd wordt.
Zuur in water vormt H3O+ ionen (ze geven H+ af aan H2O). Een sterk zuur splitst zich helemaal in water. Dit betekent dat alle zuurmoleculen een H+ afstaat. Een voorbeeld is salpeterzuur (HNO3): HNO3(aq) + H2O (l) ” H3O+(aq) + NO3– (aq).
Als de pH lager is dan 7 is een oplossing zuur, als de pH hoger is dan 7 is een oplossing basisch. Als een stof een pH heeft van 7,0 is de oplossing neutraal. De pH kun je ook berekenen als de de concentratie H+ionen weet.
De zuurgraad, ofwel de pH-waarde kan liggen tussen de 0 en 14. Alle pH-waarden van vloeistoffen van 0 tot 7 noemen we zuur (hoe lager de waarde des te meer zuur). Alle pH-waarden van 7 tot 14 noemen we basisch (hoe hoger de waarde des te meer basisch).
Zuur is een bekende smaak. In de keuken komen veel verschillende zuren voor, als citroensap, azijn, tomatenpuree, bijna alle fruitsoorten, wijn. Basen of een basische smaak proef je minder vaak, het is de smaak van zeep.
Fluorantimoonzuur (HSbF6) is het sterkste, tot nu toe bekende synthetische superzuur. Het zuur wordt gevormd door waterstoffluoride (HF) en antimoon(V)fluoride (SbF5) in verschillende verhoudingen met elkaar te mengen.. De 1:1-verhouding vormt het sterkste superzuur.
Hoe groter de waarde voor pKa, hoe minder het zuur dissocieert (bij een bepaalde pH), dus hoe zwakker het zuur.
Om te weten of iets een sterk zuur of een zwak zuur is, kijk je in Binas-tabel 49 of ScienceData-tabel 9.1c. Sterke zuren staan linksboven en hebben een KZ >> 1. Alle andere zuren in de tabel zijn zwakke zuren.
De pH-waarde wordt aangegeven van 0 tot 14. De neutrale waarde voor de pH is 7. Een pH lager dan 7 noemt men zuur De neutrale zuurtegraad is dus 7. Een waarde boven pH 7 is dus basisch of alkalisch.
CO2 is zuur en bicarbonaat is basisch.
Als het bloed te zuur wordt dan noemen we dat acidose en als het te basisch wordt alkalose. Gelukkig gebeurt dat niet zo snel, want de pH-regulatie in het bloed is heel nauw tussen de 7.35 en 7.45. De zuren en basen kunnen elkaar namelijk wegvangen, dat is de buffer.
Een waterige oplossing die een pH heeft van lager dan 7 wordt een zuur genoemd. Dit zijn daarmee de tegenhangers van de basen, die een zuurtegraad hebben van meer dan 7. Een aantal bekende varianten uit het dagelijks gebruik zijn onder andere citroenzuur en azijnzuur.
Het 'tegenovergestelde' van zuur is niet zoet, zoals je misschien zou verwachten, maar basisch.
Zuur is kortgezegd alles met een pH-waarde lager dan 7. De pH-waarde is de maat voor de zuurgraad; hoe lager de pH-waarde, hoe zuurder het is.
Elke pKa-waarde lager dan 3 (-log(0,001)) is kenmerkend voor sterke zuren, terwijl hoe hoger de waarde, hoe zwakker het zuur.
De pKa is een maat voor de sterkte van een zuur, waarbij Ka de eigenschap van zuur zelf is, die ligt meestal tussen 1 M en 10-14 M [H3O+] → dus pH tussen de 0-14 pH. De pH is dus eigenschap van een waterige oplossing en pKa, eigenschap van een molecuul.
De pKa geeft aan vanaf welke pH een stof een H+ opneemt of juist afgeeft: het bepaalt dus of een stof een zuur of een base is. Een stof met een lage pKa (een zuur) zal bij een even lage omgevings-pH niet meer snel een H+ afgeven, maar bij een hogere pH wel.
Bij contact met zoutzuur kunnen zware brandwonden ontstaan, die al snel onherstelbaar zijn. Wanneer zoutzuur in contact komt met water ontstaat een chemische reactie, waarbij veel damp vrijkomt. Die damp bevat gevaarlijke stoffen. Bij inademing kan longoedeem ontstaan en dat is dodelijk.
Alle zure voedingsmiddelen, hoe gezond ook, kunnen schadelijk zijn voor uw gebit. Vooral voor zuur fruit moet u oppassen. Denk aan citrusvruchten, bramen en bessen, appels, druiven, kiwi's en mango's, maar ook aan de producten daarvan (appelstroop, jam, vruchtensap).
Een pH tussen de 5 en 6 is ideaal. Minder dan 5 is te zuur, meer dan 6 is te alkalisch. Je brengt de zuurgraad van de urine omhoog door citrusfruit, zoals sinaasappelen, appels, grapefruit en cranberry capsules of -sap te gebruiken.
Verzurende voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen die je zuur maken zijn onder andere dierlijke eiwitten, suikers, koffie, alcohol, frisdrank, verzadigde vetten en dergelijke. Maar ook diverse granen en notensoorten verzuren het lichaam.
Zuurte is een natuurlijke stof in koffie, zoals in veel voedingsmiddelen. Bijvoorbeeld in citroenen, azijn of yoghurt. Koffie bevat honderden zuren, zoals het bekende citroenzuur en appelzuur.